les 14

Les 14
herhalen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 14
herhalen

Slide 1 - Tekstslide

IK
JIJ/JE/U
HIJ/ZIJ/HET
JULLIE
WIJ/WE
ZIJ/ZE
1e Persoon Enkelvoud
2e Persoon Meervoud
3e Persoon Enkelvoud
2e Persoon Enkelvoud
3e Persoon Meervoud
1e Persoon Meervoud

Slide 2 - Sleepvraag

Hebben zij de boeken al ingeleverd.
1e persoon
2e persoon
3e persoon
enkelvoud
meervoud

Slide 3 - Sleepvraag

Vannacht schrok ik wakker.
1e persoon
2e persoon
3e persoon
enkelvoud
meervoud

Slide 4 - Sleepvraag

Je hebt een fantastisch plan bedacht.
1e persoon
2e persoon
3e persoon
enkelvoud
meervoud

Slide 5 - Sleepvraag

In de duinen staat en rode vuurtoren.
1e persoon
2e persoon
3e persoon
enkelvoud
meervoud

Slide 6 - Sleepvraag

ik
1e persoon ev
2e persoon ev
3e persoon ev
1e persoon mv
2e persoon mv
3e persoon mv
jij
je
u
hij
de hond
de schrijfster
het bos
dat ding
wij
jullie
zij
de bossen
de honden
die dingen
de plafonds
de bus

Slide 7 - Sleepvraag

Hoe vind je het onderwerp in een zin?
A
Door de zin vragend te maken.
B
Door de zin in een andere tijd te zetten.
C
Door te vragen:" wie of wat" + gezegde
D
Door alle werkwoorden te zoeken.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
Wij oefenen nu voor de taaltoets.
A
oefenen
B
wij
C
voor
D
taaltoets

Slide 9 - Quizvraag

Onderwerp:
Wij zitten op de bank.
A
bank
B
zitten
C
op
D
wij

Slide 10 - Quizvraag

De wind werd steeds heftiger.
Wat is het onderwerp?
A
de wind
B
steeds
C
heftiger

Slide 11 - Quizvraag

Onderwerp
De jongen heeft een vis gevangen.
A
gevangen
B
een vis
C
heeft gevangen
D
De jongen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Mijn moeder kruidde het eten.
A
Mijn moeder
B
kruidde
C
het eten

Slide 13 - Quizvraag

Het hondje kwispelt.
Wat is het onderwerp?
A
kwispelt
B
het hondje

Slide 14 - Quizvraag

Vul de goede voorzetseluitdrukking in.
....... Zand & Co organiseren wij samen een strandfeest.
A
In plaats van
B
Met medewerking van
C
Met uitzondering van
D
Ten aanzien van

Slide 15 - Quizvraag

Vul de goede voorzetseluitdrukking in.
....... kinderen, betaal je 20 euro per persoon.
A
In plaats van
B
Ten aan zien van
C
Met medewerking van
D
Met uitzondering van

Slide 16 - Quizvraag

Vul de goede voorzetseluitdrukking in.
.... dit onderwerp kan ik helaas niks vertellen.
A
Ter attentie van
B
In plaats van
C
Ten aanzien van
D
Met medewerking van

Slide 17 - Quizvraag

Vul de goede voorzetseluitdrukking in.
..... rijst, eten we vandaag pasta.
A
In plaats van
B
In verband met
C
Ten aanzien van
D
Ter attentie van

Slide 18 - Quizvraag

Vul de goede voorzetseluitdrukking in.
...... een tekening legt het kind de werking van het hart uit.
A
Met medewerking van
B
In verband met
C
Aan de hand van
D
In plaats van

Slide 19 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
Wat leuk dat
jullie naar de
film gaan.
Zou u het raam
kunnen sluiten?
Mag ik u
iets vragen?
Wil je limonade?

Slide 20 - Sleepvraag

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
Hey mam, wat eten we vanavond?
Deze brief betreft mijn sollicitatie. 
Geachte lezer, ik mail u naar aanleiding van...
Yes! We hebben een voldoende voor onze presentatie! Hij ging echt super goed.

Slide 21 - Sleepvraag

Aan de slag
week 1 extra  2
week 1 extra  4
week 2 extra 7
week 2 extra 9

timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide