Hoofdstuk 3 De samenleving en verschillen

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesopbouw 

- Quiz over kernconcepten en belangrijke termen uit hoofdstuk 3: De samenleving en verschillen 

- Kijken documentaire klassen.

- In tweetallen bespreken hoe kernconcepten en belangrijke termen van hs 1 t/m 3 terugkomen. 

Wat is een voorbeeld van een niet niet aangeboren kenmerk dat invloed kan hebben op je maatschappelijke positie

1. Huidskleur
2. Geslacht
3. Lengte
4. Geloof

Bij sociale ongelijkheid is altijd sprake van discriminatie

Waar

Niet waar

Sociale ongelijkheid ontstaat bij de oneerlijke verdeling van hulpbronnen wat is GEEN hulpbron die wordt onderscheiden?

1. Sociale hulpbronnen
2. Economische hulpbronnen
3. Symbolische hulpbronnen
4. Culturele hulpbronnen

In de Nederlandse Media is veel sprake van nepotisme (vriendjes politiek). Hier is sprake van:

1. Economische hulpbronnen
2. Symbolische hulpbronnen
3. Sociale Hulpbronnen
4. Politieke hulpbronnen

In een open samenleving is er veel sprake van sociale mobiliteit. Licht dit begrip toe aan de hand van een voorbeeld

Bij welk voorbeeld is geen sprake van positietoewijzing?

1. Een lerares haalt haar eerstegraadsbevoegdheid den gaat daardoor meer verdienen
2. Een mannelijke consultant wordt serieuzer genomen dan zijn vrouwelijke collega's bij salarisonderhandelingen
3. Jan is bekeerd tot de Islam en wordt vervolgens door zijn familie verstoten.
4. In Nigeria worden veel politieke ambten via vriendjespolitiek vergeven.

Welke machtsbron heeft een guru / sekteleider?

1. Affectieve machtsbron
2. Cognitieve Machtsbron
3. Economische Machtsbron
4. Politieke machtsbron

Famke Louise is een Bekende Nederlander. Waaraan ontleent zij haar gezag?

1. Functie
2. Kwaliteiten
3. Prestaties

Leg aan de hand van twee voorbeelden uit wat het verschil is tussen collectieve en private goederen?

Leg uit hoe er sprake is van sociale ongelijkheid in het onderwijs. Gebruik verschillende elementen van het kernconcept sociale ongelijkheid

Leg aan de hand van een voorbeeld uit hoe er sprake is van positietoewijzing in de docu

Noem een persoon of instituut uit de docu, en gebruik elementen van kernconcept macht om hun positie uit te leggen.

Leg aan de hand van een voorbeeld uit hoe er sprake is van sociale mobiliteit in de docu?

Leg aan de hand van een voorbeeld uit hoe er sprake van gezag is in de docu?