Zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Zijn jullie aan het genieten van de sneeuw?

Ja, lekker naar buiten.

Ja, lekker binnen.

Nee, mij te koud.

Ben nu wel weer klaar met die sneeuw.

Wat moet je kennen voor het PW? 

1. Hoe vind je de persoonsvorm?
2. Hoe vind je het onderwerp?
3. Hoe vind je het lijdend voorwerp?
4. Hoe vind je het gezegde? 

Het stappenplan

Stap 1: vind de persoonsvorm -> tijdsproef of vraagproef.

Stap 2: vind het onderwerp -> wie of wat + pv?

Stap 3: vind het gezegde -> ALLE werkwoorden in een zin (je kan het doen)

Stap 4: vind het lijdend voorwerp -> wat of wie + gez +ond? 

Oefenen stappenplan

De sneeuw valt hard. 

Stap 1: PV -> vraagproef: Valt de sneeuw hard? 

Stap 2: OND -> wie of wat + pv? Wie of wat valt? De sneeuw.

Stap 3: GEZ -> ALLE werkwoorden in de zin (PV ALTIJD WW) -> valt.

Stap 4: LV -> wat of wie + gez + ond?  -> Wat of wie valt de sneeuw? hard

Het stappenplan

Stap 1: vind de persoonsvorm -> tijdsproef of vraagproef.

Stap 2: vind het onderwerp -> wie of wat + pv?

Stap 3: vind het gezegde -> ALLE werkwoorden in een zin (je kan het doen)

Stap 4: vind het lijdend voorwerp -> wat of wie + gez +ond? 

PV

OND

GEZ

LV

Ed

deelde

de proefwerkblaadjes

uit.

PV

OND

GEZ

LV

De agent

deelt

bekeuringen

uit. 

PV

OND

GEZ

LV

De winnaar van de talentenjacht

wint

een tv-optreden.

PV

OND

GEZ

LV

Carlos

pestte

Karen

via Instagram.

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

1. Waar
2. Niet waar

Het onderwerp vind je door jezelf de volgende vraag te stellen:
wie of wat + PV?

1. Waar
2. Niet waar

Het lijdend voorwerp vind je door jezelf de volgende vraag te stellen:
wat of wie + gez + ond?

1. Waar
2. Niet waar

Het gezegde is alleen de persoonsvorm.

1. Waar
2. Niet waar

De toets gaat mij lukken!

Zeker!

Ik vind het wel lastig, maar het komt goed.

Nee, ik vind het te moeilijk.

Wie komt er naar de extra uitleg?

Ik

Ik niet