Verkeer 1.0
1 / 26
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie zijn bestuurders?
Slide 2 - Open vraag
Wat betekend dit verkeersbord?
A
Stop
B
Einde voorrangsweg
C
Je mag hier niet in
D
Voorrangsweg
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekend dit verkeersbord?
A
je mag hier niet lopen
B
je moet hier lopen
C
hier moet je fietsen
D
hier mag je de straat niet in lopen
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekend dit verkeersbord?
A
stop
B
eenrichtingsweg
C
hier moet je parkeren
D
je mag hier niet in rijden
Slide 5 - Quizvraag
Mag je deze straat in rijden?
A
B
C
Nee
D
Ja
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet dit?
Slide 7 - Open vraag
Wat betekend dit verkeersbord?
A
spelende kinderen
B
je mag hier niet in rijden
C
woonerf
D
hier is een speeltuin
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekend dit verkeersbord?
A
je mag deze straat niet in
B
verboden te fietsen
C
eenrichtingsweg
D
je mag alleen met de auto de straat in
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekend dit verkeersbord?
Slide 10 - Open vraag
wat betekend dit verkeersbord?
A
je mag hier niet in
B
werk in uitvoering
C
je moet stoppen
D
zebrapad
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekend dit verkeersbord?
Slide 12 - Open vraag
Mag je deze straat in rijden?
A
B
C
Ja
D
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Link
Slide 15 - Link
Slide 16 - Link
Mag je met 3 naast elkaar fietsen?
A
B
C
Nee
D
Ja
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Link
Wat hoort er op een fiets?
Slide 19 - Woordweb
Hoe heet dit?
Slide 20 - Open vraag
Hoe heet dit?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Link
Hoe noem je die gele dingen in je wiel?
Slide 23 - Open vraag
Hoe noem je dit?
Slide 24 - Open vraag
Wanneer zet je het fietslicht aan?
Slide 25 - Woordweb
Heeft jouw fiets voor en achterlicht?
