• De zon is een grote bol die erg heet is. De buitenkant is ongeveer 5800 °C.
– De zon geeft licht.
– De afstand van de aarde tot de zon is 150 miljoen km.
• Een planeet is een bolvormig hemellichaam dat rond de zon draait.
– Een planeet geeft zelf geen licht.
• Het zonnestelsel heeft acht planeten.
• De aarde draait in één jaar precies één rondje rond de zon. De omlooptijd van de aarde is een jaar.
– Iedere planeet heeft zijn eigen omlooptijd.
• De astronomische eenheid (AE) is gelijk aan de afstand van de aarde tot de zon.
– Dus 1 AE = 150 000 000 km.
• Een dwergplaneet is bolvormig en draait rond de zon.
– Een dwergplaneet is kleiner dan een planeet.
– Een dwergplaneet geeft zelf geen licht.
• Planetoïden draaien net als planeten en dwergplaneten rond de zon.
– Planetoïden zijn grote en kleine rotsblokken met een onregelmatige vorm.
• Een maan is een hemellichaam dat draait rond een planeet of een dwergplaneet.