Taal - Onderwerp, Lijdend Voorwerp en Meewerkend Voorwerp

Taal
Onderwerp, Lijdend Voorwerp en Meewerkend Voorwerp
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taal
Onderwerp, Lijdend Voorwerp en Meewerkend Voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer?
Onderwerp - wie of wat + gezegde?
Lijdend voorwerp
Wie of wat + onderwerp + gezegde?
Meewerkend voorwerp
Wie of wat + onderwerp + gezegde + Lijdend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Welke
persoonlijke voornaamwoorden
ken je?

Slide 4 - Woordweb

Wat is het onderwerp in deze zin?
Julius geeft al zijn huiswerk aan zijn klasgenoten.
A
zijn huiswerk
B
geeft
C
Julius
D
Deze zin heeft geen onderwerp

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Julius geeft al zijn huiswerk aan zijn klasgenoten.
A
al zijn huiswerk
B
geeft
C
aan zijn klasgenoten
D
Deze zin heeft geen lijdend voorwerp

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
Julius geeft al zijn huiswerk aan zijn klasgenoten.
A
geeft
B
zijn klasgenoten
C
aan zijn klasgenoten
D
Deze zin heeft geen meewerkend voorwerp

Slide 7 - Quizvraag

Geef de persoonlijke voornaamwoorden hun rol!
Ik vertel hem het geheim.

Slide 8 - Open vraag

Geef de persoonlijke voornaamwoorden hun rol!
Hij roept het heel hard.

Slide 9 - Open vraag

Geef de persoonlijke voornaamwoorden hun rol!
Ze geven het haar direct aan.

Slide 10 - Open vraag

Oefenen maarrrrrrrr......
Ga op taaloefenen.nl naar: zinsdelen
Kies voor: onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
Kies je eigen niveau
Denk aan de regels die je moet gebruiken om ze te vinden!
Succes!!!

Slide 11 - Tekstslide