Toetsmateriaal LJ 1

Let op:
Alle slides die ORANJE zijn, zijn in het schooljaar 2021-2022 niet gebruikt in toetsen.

De GROENE slides zijn vragen die die er al in zitten maar met een ander filmpje voor de oefen toets.

De blauwe vragen zijn in deeltaak 3 al gebruikt
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Let op:
Alle slides die ORANJE zijn, zijn in het schooljaar 2021-2022 niet gebruikt in toetsen.

De GROENE slides zijn vragen die die er al in zitten maar met een ander filmpje voor de oefen toets.

De blauwe vragen zijn in deeltaak 3 al gebruikt

Slide 1 - Tekstslide

Film fragment
Je gaat kijken naar een fragment van draadstaal. "de weerman wordt bedreigd". Let op het stem gebruik en de speel stijl in dit fragment.

Slide 2 - Tekstslide

2

Slide 3 - Video

2

Slide 4 - Video

00:26
Wat kan je zeggen over het stemgebruik van deze persiflage?
A
Hij heeft het over welke naam hij wil gebruiken.
B
Hij maakt grapjes en lacht.
C
Hij heeft een gekke stem.
D
Hij heeft een accent en praat laag.

Slide 5 - Quizvraag

00:38
Waar aan zie je dat het hier om een persiflage gaat?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een monoloog?
A
Een solo
B
Een lange tekst
C
Tekst die wordt uitgesproken door 2 mensen
D
Een tekst voor 1 persoon

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de spelgegevens?
A
Theatrale middelen
B
De 5 W's
C
De 5 D's
D
De vormgevingsmiddelen.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe wordt een stilstaand beeld ook wel genoemd in het theater?
A
tableau vivant
B
Levend schilderij
C
image fixe
D
een stil

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een motorisch moment?
A
De start van een scène of voorstelling
B
Een spannend moment
C
Het eerste moment van conflict
D
Wanneer de eerste tekst wordt gezegd

Slide 10 - Quizvraag

Film fragment
Je gaat kijken naar de trailer van sneeuw witje van theater groep terra. Let op theater vorm die je ziet in dit fragment.

Slide 11 - Tekstslide

00:32
Leg uit waarom dit een typetje is en geen persiflage of personage.

Slide 12 - Open vraag

00:32
Wat kan je zeggen over het stem gebruik van dit typetje.
A
Hij verteld dat hij bedreigd wordt.
B
Hij klinkt heel boos en verdrietig.
C
Hij heeft een lage en schorre stem.
D
Hij heeft een gekke stem.

Slide 13 - Quizvraag

1

Slide 14 - Video

Film fragment
Je gaat kijken naar de trailer van Hamlet 8+. Let op de vormgevingsmiddelen en de speel stijl in dit fragment.

Slide 15 - Tekstslide

00:34
Welke theatervorm zie je in dit fragment?
A
Cabaret
B
Object theater
C
fysiek theater
D
Improvisatie

Slide 16 - Quizvraag

2

Slide 17 - Video

00:32
Wat is de speel stijl van de spelers
A
typematig - spel
B
Kinderlijk - Spel
C
Realistisch - Spel
D
Belabberd -spel

Slide 18 - Quizvraag

00:43
Welke materiële vormgevingsmiddelen zie je duidelijk in dit fragment.
A
pruik en een gordijn.
B
Spelgegevens en dramatiseren
C
Improvisatie en incaseren
D
Kostuum en hairstyling en grime

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn de spelgegevens?
A
Gegevens van het spel
B
Fysiek, mimiek en spel
C
Wie, Wat, Waar, Waarom, Wanneer
D
De spelregels

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de spelgegevens

Slide 21 - Open vraag

De 4 basisemoties zijn:
A
Blij, Boos, Bang, Bedreigend
B
Blij, Boos, Bang, Bedroefd
C
Verliefd, Verloofd, Getrouwd, Gescheiden
D
Verdrietig, nerveus, verliefd, bang

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent het spelen van een typetje:
A
1 eigenschap spelen
B
meerdere eigenschappen spelen
C
iemand nadoen
D
een rolbiografie uitwerken en dat spelen

Slide 23 - Quizvraag

Wat staat er allemaal in een complete rolbiografie
A
De naam van het personage en waar die vandaan komt
B
Hoe deze persoon zich beweegt
C
Waar deze persoon van droomt
D
Karaktereigenschappen, fysieke eigenschappen en feitelijke informatie.

Slide 24 - Quizvraag

Zijn de personen op dit plaatje een typetje, een persiflage of een personage?
A
typetjes
B
persiflages
C
personages

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent blokkeren?
A
het spelimpuls niet accepteren
B
decor voor de nooduitgang zetten
C
voor iemand op het toneel gaan staan
D
een spelimpuls terugspelen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een tableau vivant? (meerdere antwoorden goed)
A
Een levend schilderij
B
Een tafel met veel kleuren
C
Een Frans woord voor een danspasje
D
Een stilstaand beeld

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een dialoog?
A
Een tekst voor 1 persoon
B
een tekst voor 2 of meerdere personen
C
een gesprek met het publiek
D
een loogsoort om dia's te ontwikkelen

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn de theatrale middelen?
A
Spelgegevens, het theater, het licht
B
De vormgeving, het podium, de spelgegevens
C
Middelen die je nodig hebt om theater te maken
D
Spelgegevens, vormgeving, enscenering

Slide 29 - Quizvraag

Wat is mise-en-scène?
A
Een miserabele scène
B
Een scène met een slechte afloop
C
Plaatsing op toneel
D
Een Frans toneelstuk

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een goede beschrijving van de mise-en-scène in deze foto?
A
Er ligt een man vooraan op een bed, de andere man staat links achter hem, de vrouw staat rechts en richt haar pistool op de man links.
B
Er is een enorme ruzie gaande en de vrouw gaat de man links vermoorden.
C
De man vooraan op het bed voelt zich miserabel, de vrouw en man achter maken enorme ruzie, de vrouw dreigt met een pistool.
D
Dit is een liefdesdriehoek

Slide 31 - Quizvraag

Welke perspectieven zie je op deze foto's? Sleep het perspectief naar de foto.
Kikkerperspectief
Ooghoogte
Vogelperspectief

Slide 32 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek op de spanningsboog
climax

Motorisch moment
Ontwikkeling
Afloop
Expositie

Slide 33 - Sleepvraag

Smetvrees
Je ziet hierna een video van "De Vloer op junior." 
Je krijgt hierover een aantal vragen. 
Deze gaan over: 
  1. de spelgegevens
  2. de emoties 
  3. de spanningsboog. 
Kijk het filmpje helemaal af.

Slide 34 - Tekstslide

4

Slide 35 - Video

02:04
Wat zijn de spelgegevens in deze scène? Beschrijf alleen de wie en wat.

Slide 36 - Open vraag

02:55
Geef de spelgegevens van deze scène. Benoem alleen de wat en waarom.

Slide 37 - Open vraag

03:36
Welke emotie heeft de moeder hier en waar zie je dat aan? Gebruik mimiek, fysiek en stem in je antwoord.

Slide 38 - Open vraag

04:51
Wat is de climax van deze scène?
Beschrijf wat er op dat moment gebeurt.

Slide 39 - Open vraag

Je ziet zo een filmpje van een verzekeringsmaatschappij.
Je krijgt hier vragen over.
Kijk het filmpje helemaal af.

Slide 40 - Tekstslide

1

Slide 41 - Video

00:47
Wat is het motorisch moment in deze scène? Beschrijf wat er gebeurt.

Slide 42 - Open vraag