Hfd. 4 beweging §4 snelheidsdiagram

voorkennis 
  • je weet wat een eenparige beweging is,
  • je weet wat een plaatsgrafiek is,          
  • je kunt een eenparige beweging herkennen in een plaatsgrafiek.
  • Bij een eenparige beweging is snelheid constant of een voorwerp legt gelijke afstanden per tijdseenheid.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

voorkennis 
  • je weet wat een eenparige beweging is,
  • je weet wat een plaatsgrafiek is,          
  • je kunt een eenparige beweging herkennen in een plaatsgrafiek.
  • Bij een eenparige beweging is snelheid constant of een voorwerp legt gelijke afstanden per tijdseenheid.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • je kunt een snelheid, tijd-diagram maken en herkennen.
  • je kunt een eenparige bewging, een eenparig versnelde beweging en een eenparig vertraagde beweging herkennen (in een snelheid, tijd-diagram en in een afstand tijd-diagram)
  • wat versnelling btekent 
  • en wat vertraging betekent 

Slide 2 - Tekstslide

Eenparige (constante) beweging
1
2

Slide 3 - Tekstslide

Eenparige beweging
1
2

Slide 4 - Tekstslide

Versnelling

Slide 5 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging
1
2

Slide 6 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging
1
2

Slide 7 - Tekstslide

definitie van versnelling / vertraging 
  • snelheidstoename per seconde
  • snelheidsafname per seconde 

Slide 8 - Tekstslide

Eenparige vertraagde beweging
1
2

Slide 9 - Tekstslide

Eenparige vertraagde beweging
1
2

Slide 10 - Tekstslide

Soorten bewegingen

Slide 11 - Tekstslide

Tussen 2 en 3 s is er een
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
stilstand

Slide 12 - Quizvraag

Op 4 s is er sprake van een:
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
stilstand

Slide 13 - Quizvraag

Anita staat voor een verkeerslicht en geeft gas als het licht op groen springt. Wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor beweging is grafiek D?
A
een versnelde beweging
B
een constante beweging
C
een vertraagde beweging
D
geen beweging, het object staat stil...

Slide 15 - Quizvraag

wat voor soort beweging voert het paard uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort beweging zie je in deze grafiek?
A
constante snelheid
B
toenemende snelheid
C
afnemende snelheid
D
een vertraagde beweging

Slide 17 - Quizvraag

George loopt een halve marathon. Een halve marathon heeft een afstand van 21 kilometer. Afstand is een?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 18 - Quizvraag

Op een afstand-tijd diagram moet de tijd altijd verticaal staan en de afstand horizontaal
A
Juist
B
Onjuist
C
het maakt niet uit

Slide 19 - Quizvraag

Snelheid is de afstand die je in
een bepaalde tijd aflegt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

welke afstand leg je af als je met
15 km/h 2,5 uur fietst?
A
30 km
B
15 km
C
45 km
D
37,5 km

Slide 21 - Quizvraag

de hogesnelheidstrein is sneller dan het vliegtuig bij een afstand van
A
50-200 km
B
200-700 km
C
50-700 km
D
nooit

Slide 22 - Quizvraag