Herhaling werkwoorden

el programa de hoy

Repaso verbos presente
- los verbos regulares (regelmatig)
- los verbos irregulares (onregelmatig)
- uitdaging: verbos reflexivos (wederkerend werkwoord)

 


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

el programa de hoy

Repaso verbos presente
- los verbos regulares (regelmatig)
- los verbos irregulares (onregelmatig)
- uitdaging: verbos reflexivos (wederkerend werkwoord)

 


Slide 1 - Tekstslide

Programa 
Quizlet
Repaso
Unidad 1.

Slide 2 - Tekstslide

Programa
Repaso 
Verbos regulares

Slide 3 - Tekstslide

geef de infinitivo van een
werkwoord dat eindigt op -ar/-er en -ir

Slide 4 - Woordweb

persoonlijke vnw - los pronombres
yo                                   (ik)
tú                                    (jij)
él/ella/usted              (hij/zij/u)
nosotros/nosotras  (wij)
vosotros/vosotras    (jullie)
ellos/ellas/ustedes   (zij m/zij v/ u mv)

In het Spaans hoeft het persoonlijk vnw er niet bij te staan. Je kunt aan het werkwoord zien welke persoon bedoeld wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Verbos regulares en presente

Slide 6 - Tekstslide

yo
él, ella, usted
nosotros/ nosotras
vosotros/ vosotras
ellos, ellas, ustedes
viven
hablo
vende 
vivimos
vendo
es
eres
habla
aprendemos
estudiáis
trabajan
hablamos
vivís
escribes
buscamos
sois
son

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

tener
tengo un perro
tienes una casa
tiene un coche
tenemos móvil
tenéis ordenador
tienen muchos amigos 
tengo 22 años

Slide 9 - Tekstslide

SER
Maak DEZE opdracht
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

los verbos reflexivos 
Voorbeeld: llamarse = heten

Yo                                me   llamo
Tú                                te     llamas
Él, Ella,Usted             se     llama
Nosotros(as)             nos  llamamos
Vosotros(as)              os     llamáis
Ellos(as), ustedes     se    llaman

Slide 11 - Tekstslide

A practicar:
Hoe zeg je:

1. Mijn vriendin heet Lola.
2. Wij heten Pim en Tim.
3. De jongens heten Juan en Jorge. 

Slide 12 - Tekstslide

Wederkerend ww (llamarse)
Maak DEZE opdracht


timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)
A
eres
B
somos
C
soy
D
sois

Slide 15 - Quizvraag

llamarse, tú
A
llamas
B
se llama
C
te llamas
D
llama

Slide 16 - Quizvraag

llamarse, Pedro
A
te llamas
B
se llama
C
me llamo
D
nos llamamos

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

 los números

klik op: A PRACTICAR om te oefenen (selecteer mode ACTIEF)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

schrijf het getal uit in het Spaans:
16
A
dieciséis
B
diezicéis
C
diesiséis
D
diez y séis

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het getal 98?
A
nueve y ocho
B
ocho y nueve
C
noventa y ocho
D
noventaiocho

Slide 22 - Quizvraag

¿ Puedes formar los verbos regulares e irregulares?
A
si
B
no

Slide 23 - Quizvraag