Herhaling grammatica meervoud en werkwoorden

Grammatica
Herhaling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Toets grammatica
Donderdag 10 november 

Slide 2 - Tekstslide

Hij (vinden)

Slide 3 - Open vraag

Jullie (luisteren)

Slide 4 - Open vraag

U (denken)

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel lidwoorden zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Stoel
B
Luisteren
C
Schrijven
D
De

Slide 7 - Quizvraag

Klinkers
Klinkers: a, u, o, e, i, y, ij

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een klinker?
A
B
B
O
C
K
D
Z

Slide 9 - Quizvraag

Maan (lange klinker, + een medeklinker) --> manen
Poot = poten.

Beeld = beelden


Slide 10 - Tekstslide

Wat is het meervoud van boot

Slide 11 - Open vraag

Wat is het meervoud van bord

Slide 12 - Open vraag

Man (korte klinker + een medeklinker) --> mannen

Mand = manden (en niet mandden)


Slide 13 - Tekstslide

Wat is het meervoud van het woord kast

Slide 14 - Open vraag

Wat is het meervoud van pak?

Slide 15 - Open vraag

Golf = golven
Brief = brieven
Roos = rozen
Huis = huizen

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het meervoud van het woord 'brief'?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het meervoud van het woord 'hek'

Slide 18 - Open vraag

Wat is het meervoud van het woord 'straat'

Slide 19 - Open vraag

Na een a, i, o, u, y is het meervoud 's

Opa = opa's
Baby = baby's

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het meervoud van het woord oma?

Slide 21 - Open vraag