Herhaling H6

Herhaling H6
Productie en markt
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H6
Productie en markt

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Herhaling paragraaf 6.1 en 6.2 (25 min.)
  • Pauze (5 min.)
  • Herhaling paragraaf 6.3 en 6.4 (25 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 6.1
Produceren maar!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maakt Bolletje gebruik van de 4 productiefactoren?
Maakt Bolletje vooral gebruik van kapitaalintensieve of arbeidsintensieve productie?
A
Kapitaalintensieve productie
B
Arbeidsintensieve productie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een koeriersbedrijf. De bus die je daarvoor koopt, kost € 19.900 en moet vier jaar meegaan. Bij inruil verwacht je er nog € 11.500 voor terug
te krijgen.

Bereken de afschrijvingskosten per maand.

Slide 12 - Open vraag

(€ 19.900 - € 11.500) : 4 = € 2.100 : 12 = € 175 per maand. 
 Paragraaf 6.2
Het gaat om de winst!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een winkel koopt rekenmachines in voor € 5,40 en verkoopt ze met een brutowinstopslag van 45%. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs.

Slide 17 - Open vraag

- € 5,40 x 1,45 = € 7,83 
- € 7,83 x 1,21 = € 9,47 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor een nieuwe televisie betaal je
€ 338,38. De btw is 21%.

Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 19 - Open vraag

€ 338,38 : 1,21 = € 279,65

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lunchroom Valerie heeft € 25.350 omzet. De inkoopwaarde van de verkochte artikelen was € 13.975. De bedrijfskosten zijn: lonen € 2.960, huur € 1.430 en overige kosten € 3.215. Bereken de nettowinst.

Slide 21 - Open vraag

- Brutowinst: € 25.350 - € 13.975 = 
€ 11.375

- Nettowinst: € 11.375 - € 2.960 - € 1.430 - 
€ 3.215 = € 3.770
Paragraaf 6.3
Op de markt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de vraag naar frikandelbroodjes? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

- Aanbod wordt minder door bijv. stakingen (aanbodlijn gaat naar links).

- Vraag wordt meer door een stijging van de inkomens (vraaglijn gaat naar rechts).

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 6.4
Meer of minder productie?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een banketbakkerij bakt 1.560 taarten per week. De acht bakkers werken vijf dagen per week.

Bereken de arbeidsproductiviteit per bakker per dag.

Slide 35 - Open vraag

- 1.560 : 8 = 195 taarten per medewerker per week.

- 195 : 5 = 39 taarten per medewerker per dag.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies