Begeleiden les 7

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Nabespreken examen
- Regels van Feedback



Slide 2 - Tekstslide

Wat is feedback?

Slide 3 - Woordweb

Definitie Feedback 
Feedback is het proces van reageren op eerder verkregen informatie. Dit kan informatie zijn afkomstig van een of meerdere personen.

Het doel is om inzicht te geven en gedragsverandering te weeg te brengen. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Opdracht
Hierna volgen stellingen over feedback

Bedenk minimaal 1 punt voor en 1 punt tegen de stelling en licht toe

Slide 6 - Tekstslide

Stelling 1
Negatieve feedback is belangrijker dan positieve feedback. Hier leer je namelijk meer van. 

Slide 7 - Tekstslide

Stelling 2
Feedback dien je mondeling te geven. 

Slide 8 - Tekstslide

Stelling 3
Wanneer je feedback geeft mag je alleen namens jezelf spreken. 

Slide 9 - Tekstslide

Stelling 4
De feedbackontvanger bepaalt zelf wat hij met de feedback doet.

Slide 10 - Tekstslide

Stelling 5
Feedback dien je zo snel mogelijk te geven. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vind je het om feedback te geven?

Slide 12 - Woordweb

Wat is belangrijk bij het geven van feedback?

Slide 13 - Woordweb

Vanuit Jezelf
Geef feedback vanuit jezelf; 

- Praat vanuit jezelf, dus wat jij vindt, voelt of ervaart

- Je begint de feedback met het woordje 'IK'. Hiermee bevestig je dat het om jouw mening gaat. 

Slide 14 - Tekstslide

Eigen gevoelens/gedachten
 Geef de feedback zo dat je je eigen gevoelens en gedachten hierin weergeeft
daarmee maak je aan de ander duidelijk wat het gedrag van de ander jou doet.
vergelijking voorbeeld:

“ik wil dat je daarmee ophoudt”
of
“ik wil dat je daarmee ophoudt, want zo kan ik me niet concentreren op mijn toets”

Slide 15 - Tekstslide

Gericht op gedrag 
Richt je feedback op afzonderlijke gedragingen van de ander. 

Het mag niet zo zijn dat de ander als gehele persoon niet deugt. de ander heeft alleen in die bepaalde situatie niet goed gehandeld en maak dat duidelijk.

Slide 16 - Tekstslide

Zo snel mogelijk 
Dus in de situatie waar het om gaat, dan weet de ander precies waar het om gaat. achteraf is de ander waarschijnlijk al vergeten waar het om ging, of kan zich hierin nog moeilijk verplaatsen. zo voorkom je ook een zinloos heen-en-weer gepraat.

Slide 17 - Tekstslide

Functioneel

Feedback moet bruikbaar zijn voor de ander, zodat de ander hierin iets kan veranderen.

 
“Je krijgt altijd van zulke rode vlekken in je hals als je nerveus wordt”.

Slide 18 - Tekstslide

Sta open voor reactie
Houd er rekening mee dat je feedback moeilijk kan zijn voor de ander en dat de ander hierover iets zegt. dit mag er echter niet toe leiden dat je je feedback terugtrekt, dat is niet eerlijk ten opzichte van jezelf en de ander.


Slide 19 - Tekstslide

Afdwingen 
Realiseer je dat je nooit een ander gedrag kunt afdwingen bij de ander
als je feedback geeft, dan wil je ook dat de ander iets met die feedback doet. dit kan echter nooit door de feedback-gever worden bepaald, maar door de feedback-ontvanger.

Slide 20 - Tekstslide

Positieve feedback 
Vergeet niet dat je ook positieve feedback kunt geven
Hiermee zul je vaak meer bereiken dan negatieve feedback. 
Het gevoel van eigenwaarde wordt hierdoor versterkt.
Het betekent dus dat je ook moet kijken naar zaken die wel goed gaan en dit benoemen. Dit maakt het accepteren van negatieve feedback gemakkelijker.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Opdracht
Ga in tweetallen aan de slag met de opdracht. 
Bekijk nogmaals het filmpje van Elleke Koekenbakker 

Meting competent: 3 leveren van zorg 
1. volgt (wettelijke) richtlijnen en protocollen bij het uitvoeren van haar werkzaamheden. 
2. volgt gedragscodes en afspraken bij het uitvoeren van haar werkzaamheden. 
3. vertelt de cliënt over de hulp die zij komt bieden. 
4. vraagt naar de wensen en behoeften van de cliënt en past haar werkzaamheden zo mogelijk daarop aan. 
 5. stimuleert de cliënt om zijn zelfredzaamheid te vergroten. 

Welke opbouwende feedback zou je bij deze meting schrijven? Let op, houd je hierbij aan de regels van feedback geven die in de lesson up benoemd zijn! 
          
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoe vind je het om feedback te ontvangen?

Slide 25 - Woordweb

Wat zijn regels bij het ontvangen van feedback?

Slide 26 - Woordweb

Openstaan
Sta open voor de feedback die je krijgt
laat duidelijk blijken dat je de feedback wilt ontvangen door hierom te vragen en dan goed te luisteren naar de ander. 



Slide 27 - Tekstslide

Goed luisteren
in eerste instantie is het belangrijk dat je alleen maar luistert, dit is moeilijk omdat je de neiging hebt je te verdedigen. 
Toch is het heel belangrijk het wel te doen; de ander wil immers iets laten weten en vindt dit soms ook moeilijk om te doen. Realiseer je dat de ander daarna ook (meer) open zal staan voor reactie.

Slide 28 - Tekstslide

Verduidelijking vragen
Voorkom dat je voor jezelf verkeerde conclusies trekt of genoegen neemt met vaagheden. Stel door-vragen, vraag naar situaties en voorbeelden.


Stel door-vragen bij onderstaande voorbeelden. 
"Ik vind dat je mevrouw Janssen niet goed verzorgd hebt"
"Je deed gister erg kortaf tegen mevrouw van Loon"
"Je komt altijd veel te laat op je werk aan"
"Meneer Willemse vond de soep niet lekker die je hem gegeven hebt"


Slide 29 - Tekstslide

Reactie geven
Als je het moeilijk vindt geef dit dan aan, dat lucht op en je geeft ook duidelijkheid aan de ander. ook kun je gerust vertellen of je het eens of oneens bent met de feedback. 
Doe dit laatste pas wel nadat je hebt geluisterd en om voorbeelden hebt gevraagd.

Slide 30 - Tekstslide

Doe er iets mee
Probeer altijd te laten zien dat je iets doet met de gegeven feedback.

 
Ook al ben je het inhoudelijk niet eens met de feedback, dan nog kun je er iets mee doen, b.v. bij andere collega's vragen wat hun mening is. Doe dit wel op een eerlijke manier.

Slide 31 - Tekstslide

Het feedbackgesprek 
Sound OFF
Wat ervaar je voor gevoel bij het filmpje. Is het een positieve of een negatieve boodschap die mevrouw vertelt. Hoe zie je dit? 

Slide 32 - Tekstslide

Het feedbackgesprek 
Sound ONN
Kijk het filmpje nogmaals maar nu met geluid. 

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
De laatste les gaan we een intervisie houden volgens de incidentmethode. 
Iedereen bedenkt een echt werkvoorval dat je hebt meegemaakt en waar je graag op wilt reflecteren en waar je advies bij kunt gebruiken. 

Slide 34 - Tekstslide