In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Cursus 7 Spelling
§ 10 voltooid deelwoord
les 53
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
Leesboek
Laptop
timer
1:00
Slide 2 - Tekstslide
timer
10:00
Lezen.....
SSSTT!
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
huiswerk check
nieuw lesdoel
samen doen
zelfstandig werken
huiswerk
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk
maken:
Cursus 1
§ 10 herhaling 1 bk
opdracht 1-2-3 moet af zijn
vragen?
Slide 5 - Tekstslide
lesdoel
§10 voltooid deelwoord
Slide 6 - Tekstslide
voltooid deelwoord
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord (vd) in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Gaya heeft geld gespaard voor de vakantie.
Mijn ouders zijn naar Frankrijk gefietst.
Tijn en Mitchell hebben zelf pizza’s gebakken.
In deze zinnen zijn gespaard, gefietst en gebakken een voltooid deelwoord.
Slide 7 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d?
Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:
Gaya heeft gespaar…. Je hoort gespaarde, dus je schrijft gespaard.
Mijn ouders hebben gefiets.... Je hoort gefietste, dus je schrijft gefietst.
Slide 8 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.
- Neem daarvoor het hele werkwoord (sparen, reizen, fietsen, juichen).
- Haal er -en van af (spar-, reiz-, fiets-, juich-).
- Als de laatste letter nu een t, x, f, k, s, ch of p is (een medeklinker uit ’t ex-fokschaap), dan eindig je het voltooid deelwoord met -t (gefietst; gejuicht).
Anders eindig je het voltooid deelwoord met -d (gespaard, gereisd).
Slide 9 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
Sommige voltooide deelwoorden eindigen op een -n:
bijvoorbeeld: gebakken, gegeten, gezien, gegaan
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 12 - Link
De regen valt vandaag met bakken uit de lucht. De pv is .....
A
De regen
B
valt
C
met bakken
D
uit de lucht.
Slide 13 - Quizvraag
De regen is vandaag met bakken uit de lucht gevallen. De pv is .....
A
De regen
B
is
C
uit de lucht
D
gevallen.
Slide 14 - Quizvraag
De regen is vandaag met bakken uit de lucht gevallen. De pv is .....
A
De regen
B
is
C
uit de lucht
D
gevallen.
Slide 15 - Quizvraag
Die leuke jongen in de trein glimlacht naar me. De pv is ...
A
Die leuke jongen
B
in de trein
C
glimlacht
D
naar me.
Slide 16 - Quizvraag
Die leuke jongen in de trein heeft naar me geglimlacht. De pv is ...
A
die leuke jongen
B
heeft
C
naar me
D
geglimlacht
Slide 17 - Quizvraag
Die leuke jongen in de trein heeft naar me geglimlacht. Het voltooid deelwoord is ...
A
Die leuke jongen
B
heeft
C
naar me
D
geglimlacht.
Slide 18 - Quizvraag
Een persoonsvorm kan
het enige werkwoord in een zin zijn.
A
wel
B
niet
Slide 19 - Quizvraag
Een voltooid deelwoord kan het enige werkwoord in een zin zijn.
A
wel
B
niet
Slide 20 - Quizvraag
Duizenden mensen hebben wel eens de voetbalgame FIFA ..... (spelen)
A
gespeelt
B
gespeeld
Slide 21 - Quizvraag
Wie heeft het script voor de film..... ? (schrijven)