vwo 2004-1: middeleeuwse kloosters en kerkgebouwen en de plaats die relieken innemen

examen vwo 2004-1:
Dit vragenblok gaat over middeleeuwse kloosters en kerkgebouwen en de plaats die relieken innemen in de geloofsbeleving van de middeleeuwse mens
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

examen vwo 2004-1:
Dit vragenblok gaat over middeleeuwse kloosters en kerkgebouwen en de plaats die relieken innemen in de geloofsbeleving van de middeleeuwse mens

Slide 1 - Tekstslide

In de middeleeuwse samenleving namen kloosters een bijzondere plaats in. Ze droegen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van de middeleeuwse cultuur.

Slide 2 - Tekstslide

1) Bespreek het belang van de kloosters voor de middeleeuwse cultuur aan de hand van twee aspecten.

Slide 3 - Open vraag

Tussen kloosters onderling bestonden grote verschillen. Sommige kloosterordes waren veel groter en rijker dan andere.

2) Geef drie verklaringen voor dit verschil.

Slide 4 - Open vraag

Voor de geloofsbeleving van de middeleeuwse mens was het kerkgebouw onmisbaar. In de
Middeleeuwen bestond er dan ook geen stad of dorp zonder kerk. 

Op afbeelding 3 zie je ter illustratie een Spaans dorpskerkje, 
op afbeelding 4 de kathedraal van Autun in Frankrijk.

Slide 5 - Tekstslide

Voor de geloofsgemeenschap had het kerkgebouw in stad of dorp in essentie dezelfde betekenis, zowel in symbolische als in praktische zin.

3) Bespreek zowel de symbolische als de praktische betekenis.

Slide 6 - Open vraag

In steden hadden kerken soms een specifieke functie die
ontbrak bij kerken in de dorpen.

4) Geef drie voorbeelden van specifieke functies die een
stadskerk kon hebben.

Slide 7 - Open vraag

Op afbeelding 6 zie je een reliekhouder met daarin een tand van Maria Magdalena.
Voordat een gebouw als kerk kon functioneren moest er een inwijding plaatsvinden.
Dit ging meestal samen met de ‘insluiting’ van een reliek (relikwie) in het altaar.

5) Leg uit waarom een kerk pas ingewijd kon worden als zij over een reliek beschikte.

Slide 8 - Open vraag

Relieken werden ook verzameld om de status van de kerk te verhogen. Er werd een
onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire relieken. In beide categorieën bevonden
zich belangrijke en minder belangrijke relieken.
6) Geef aan wat het onderscheid tussen primaire en secundaire relieken inhoudt en bespreek
daarna waarom sommige relieken belangrijker waren dan andere.

Slide 9 - Open vraag

Op de miniatuur van afbeelding 7 zie je hoe bisschop Gotefredus de rechterarm van
de heilige Apollonius afsnijdt. Aanvankelijk was een reliek ‘het geheel ongeschonden
lichaam’ van een heilige. Maar al snel konden ook afzonderlijke lichaamsdelen
zelfstandig als reliek fungeren. Dat de Kerk dit toestond had een praktische reden.

7) Leg dit uit.

Slide 10 - Open vraag

Uit tekst 2 kun je opmaken dat relieken een enorme betekenis hadden voor de
middeleeuwse gelovigen. Op afbeelding 8 zie je twee zieken neerknielen voor de
reliekschrijn van de heilige Agilolfus.

8) Bespreek aan de hand van de afbeelding het belang van reliekverering voor de
middeleeuwse gelovige.

Slide 11 - Open vraag

Op afbeelding 9 zie je een kruisreliek. Splinters van het kruis waaraan Christus gestorvenis, zijn gevat in flacons van bergkristal op een gouden kruis met edelstenen. De reliekarm van de heilige Jacobus op afbeelding 10 is van verguld zilver met halfedelstenen en bergkristal.

Slide 12 - Tekstslide

Relieken werden niet zomaar bewaard. Edelsmeden maakten vaak uiterst kostbare reliekhouders of schrijnen.

9) Leg uit waarom relieken zo kostbaar ‘verpakt’ werden. Noem twee redenen.

Slide 13 - Open vraag

De edelsmeden die verantwoordelijk waren voor de schrijnen en houders werden in de
Middeleeuwen belangrijker gevonden dan schilders en beeldhouwers. Tegenwoordig is het
meestal andersom: in hedendaagse musea worden beelden en schilderijen in het algemeen
veel prominenter geëxposeerd dan de producten van edelsmeden.
10) Geef een verklaring voor dit verschil in waardering tussen vroeger en nu. Betrek de
producten van beide beroepsgroepen in je antwoord.

Slide 14 - Open vraag

In tekst 3 lees je een paar uitspraken waaruit je kunt afleiden dat er ook ’moderne
relieken’ bestaan. Net als middeleeuwse relieken vertegenwoordigen deze vaak een
grote waarde. De middeleeuwse cultuur verschilt sterk van de huidige cultuur.
De betekenis van eenmiddeleeuwse reliek is dan ook heel anders dan die van
‘moderne relieken’.
11) Breng dit verschil in betekenis in verband met de middeleeuwse cultuur en de
hedendaagse cultuur.

Slide 15 - Open vraag

Net als middeleeuwse relieken zijn deze ‘moderne relieken’ in zekere zin zeldzaam en dus
niet voor iedereen bereikbaar. In de massacultuur blijken echter voldoende alternatieve
producten met een vergelijkbare gevoelswaarde voorhanden te zijn.
12) Leg uit op welke wijze de massacultuur tegemoetkomt aan de behoefte aan moderne
relieken.

Slide 16 - Open vraag