d24 determineren kun je leren

Determineren kun je leren

Disco 24



Latijnse werkwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Determineren kun je leren

Disco 24



Latijnse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Van elke Latijnse werkwoordsvorm kun je een aantal kenmerken benoemen. Dat heet determineren. Veel Latijnse werkwoordsvormen zijn persoonsvormen

Van een persoonsvorm kun je zeggen:
- welke persoon (1,2,3)
- welk getal (enkelvoud of meervoud)
- welke 'genus' (actief of passief)
- welke modus (indicativus, het 'gewone' rijtje)
- welke tijd. (praes., impf. fut, perf. pqp., fut ex.)



Slide 2 - Tekstslide

De juiste determinatie van vocavisti is:
A
2e pl. act. ind. perf.
B
2e sg. act. ind. praes.
C
2e sg act ind perf.
D
2e sg pas. ind. praes

Slide 3 - Quizvraag

De juiste derminering van vocata est is:
A
3e sg. pas. ind. vrouwelijk perfectum
B
3e sg. pas. ind. participium perfectum
C
3e sg. pas. ind. perf.
D
3e ps. pas. ind. perf. nom. sg. vrl.

Slide 4 - Quizvraag

Naast persoonsvormen heb j e
Let dus op!

een persoonsvorm perfectum, plusquamperfectum en futurum exactum passief maakt gebruik van een participium, maar ís niet een participium.

Je hoeft dat niet te determineren.


Slide 5 - Tekstslide

Welke andere modus (wijzen) bestaan er naast de indicativus (aantonende wijs)?
A
imperfectum
B
imperativus
C
infinitivus
D
participium

Slide 6 - Quizvraag

Naast persoonsvormen heb j e
Naast persoonsvormen zijn er nog andere werkwoordsvormen:

de inifintivus. Die hebben we in drie tijden (komt zo)

de imperativus. Die bestaat in het praesens, enkelvoud en meervoud. Bij een imperativus hoef je geen persoon aan te geven.

het participium. Daar hebben we er inmiddels drie van.  (komt zo)

Slide 7 - Tekstslide

praes
perf
fut
act.
voca-re

(te) roepen
vocav-isse

(te) hebben geroepen
vocaturus esse

(te) zullen roepen
pas.
voca-ri

(te) worden geroepen
vocatus esse

(te) zijn geroepen
-

Slide 8 - Tekstslide

De juiste determinering van 'producturus esse' is
A
inf. fut. act.
B
inf. fut. pas.
C
inf. fut. ex. act.
D
inf. fut. ex. pas.

Slide 9 - Quizvraag

Tenslotte het participium. Die hebben we drie:






Van een participium zeg je alleen wélk participium het is (ppa/ppp/pfa) en noteer je naamval getal en geslacht.

ppa
vocans, vocantis
roepend
ppp
vocatus / a / um
geroepen (zijnd)
pfa
vocaturus / a/ um
om te roepen (zullende roepen)

Slide 10 - Tekstslide

determineer vocaturos
A
ppp acc. pl. mnl.
B
pfa acc. pl. mnl.

Slide 11 - Quizvraag

Determineer de volgende vormen:
Proicio
Proici
Proieci
Interfecta est
Interfectae erant
Producturum
Discesserunt
Discesserant
Positi
Positum erit
Positurus esse

Slide 12 - Tekstslide