Voeding en vertering oefenen voor de toets
1 / 23
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
glucose, zetmeel en suiker zijn:
A
koolhydraten
B
vetten
C
mineralen
D
eiwitten
Slide 3 - Quizvraag
Horen vezels bij de voedingsstoffen?
A
ja, door vezels gaan je darmen goed werken
B
ja, vezels zuiveren je bloed
C
nee, vezels gaan tussen je tanden zitten
D
nee, vezels worden niet opgenomen in je bloed
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer word je dikker van suiker?
A
Als je de suiker als reservestof gebruikt
B
Als je de suiker als brandstof gebruikt
C
Als je de suiker als bouwstof gebruikt
D
Je wordt altijd dikker van suiker als je dat eet
Slide 5 - Quizvraag
Welke functie heeft vitamine C?
A
brandstof
B
reservestof
C
beschermende stof
D
bouwstof
Slide 6 - Quizvraag
Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, koolhydraten
B
Vetten, koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, koolhydraten
D
Koolhydraten, vitamine, mineralen
Slide 7 - Quizvraag
Je wilt weten of ergens zetmeel in zit. Met welke stof kun je zetmeel aantonen?
A
Magnesium
B
Rijst
C
Zetmeeloplossing
D
Jodium
Slide 8 - Quizvraag
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix
anus
Slide 9 - Sleepvraag
De peristaltische bewegingen
vinden plaats in .......
vinden plaats in .......
A
De mond, de dikke darm
B
De darmen, de maag en de slokdarm
C
De maag en de
slokdarm
D
De mond en de maag
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de functie?
speeksel
maagsap
gal
darmsap
alvleessap
voedsel smeuig maken,
start vertering van zetmeel
doden bacterien
vertering eiwitten
emulgeert vetten:
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
vertering eiwitten, vetten en koolhydraten
maakt de vertering van koolhydraten en vetten af
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Video
Wat is de functie van de maag?
A
Zorgt voor zuurstof in je bloed
B
Hier groeit de baby in
C
Het maken van speeksel
D
Het voedsel tijdelijk opslaan
Slide 14 - Quizvraag
De maag van een mens is een.....
A
Cel
B
Weefsel
C
Orgaan
D
Orgaanstelsel
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn de functies
van de maag?
van de maag?
A
Verteren van eiwitten en doden van bacteriën en schimmels
B
verteren van koolhydraten en doden van bacteriën en schimmels
C
Verteren van vetten, eiwitten en koolhydraten
Slide 16 - Quizvraag
Een taak van maag is ....
A
zetmeelvertering
B
vetvertering
C
eiwitvertering
D
vitaminevertering
Slide 17 - Quizvraag
Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed (of lymfe)
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken
Slide 18 - Quizvraag
Wat hoort bij wat?
Voedings middel
Eiwitten
Suikers & zetmeel
Vitamines
Slide 19 - Sleepvraag
Enzymen zitten in verteringssappen en helpen bij het verteren van voedingsstoffen. Enzymen zorgen ervoor dat de vertering van voedingsstoffen gaat. Door je voedsel te kauwen, je het oppervlak. Hierdoor zijn de voedingsstoffen in het voedsel bereikbaar voor de enzymen.
timer
1:30
vergroot
sneller
beter
Slide 20 - Sleepvraag
Welke taak hoort bij welk orgaan? Maak de juiste combinatie
eiwitvertering
zetrmeel-
vertering
galproductie
opname voedingsstoffen
Slide 21 - Sleepvraag
slokdarm
Lever + galblaas
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Mond
Slide 22 - Sleepvraag
Welke 6 voedingstoffen zijn er?
