2.2 Rivieren van ijs

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Rivieren van ijs

rivier van IJS

Wat is een gletsjer.

Hoe ziet een gletsjer landschap eruit?

Gletsjer

Wat zijn zijmorenen?

Gletsjer puin aan de zijkanten van een gletsjer.

Grondmorenen

Eindmorenen

Was de gletsjer vroeger groter dan nu?

De zijmoren geven de hoogte van de vroegere gletsjer aan. De gletsjer was vroeger dus veel groter.

Opdrachten maken

2.2

Wat zijn gletsjers, die duizend jaar geleden de Alpen bedekten?

1. Rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden gleden
2. Een zee van ijs die snel van de hellingen naar beneden gleden

Hoe noem je de periode tussen 2 ijstijden in?

1. glaciaal
2. interglaciaal

Wat is firn?

korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw

Hoe ontstaat firn?

1. In de ijstijd valt veel neerslag. Dat is firn.
2. In de ijstijd valt veel sneeuw. De sneeuw ontdooit en bevriest en verandert in de jaren in firn.
3. Firn is korrelachtige, overjarige en ijsachtige sneeuw

Wat zijn firnbekken?

Wat zijn firnbekken?

Opeengehoopte firn die samen een firnbekken vormen. 

Dat is het begin van een gletsjer.

U-dal (erosie)

V-dal (erosie)

Hoe kun je zien tot hoever de gletsjer is gekomen?

Dat kun je zien aan de eindmorenen. De gletsjer stopt op de plek waar de eindmorenen liggen

Gletsjertunnel

Gletsjerpoort

Gletsjerrivier

Welke vervoerders van verweringsmateriaal zijn er?

1. rivieren, zee en wind
2. ijs, water,rivieren,zee en wind

Waarom is de Rijn een gemengde rivier?

1. omdat gletsjerwater onderweg wordt aangevuld met neerslag; dus allebei
2. omdat de rijn wordt gevoed door neerslag

Alpen

Gletsjers in de Alpen zijn de bronnen van de rivieren in Europa

Gletsjerrivier

Gemengde rivier

Regenrivier

Waar is de meeste erosie?

1. Bovenloop
2. Benedenloop

Opdracht stroomgebied de Rijn

- Er moet een windroos getekend worden 

- Er moet een legenda getekend worden

- De hoogte moet aangegeven worden met behulp van de legenda.

- De landen moeten in beeld zijn waar de Rijn door stroomt.

- De benedenloop, middenloop en bovenloop moeten goed inbeeld zijn.

- Een aantal steden en dorpen in het stroomgebied moeten in beeld gebracht worden.