Paragraaf 6.1: De achtergrond van het conflict (deel 1)
1. Tekst A en B van §6.1.
2. Aan de slag met het huiswerk.
3. Nabespreking
Deze les...
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1. Tekst A en B van §6.1.
2. Aan de slag met het huiswerk.
3. Nabespreking
Deze les...
Slide 1 - Tekstslide
§6.1: De achtergrond van het conflict (deel 1)
Het Israëlisch-Palestijnse conflict
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Pak Tekst A van §6.1 erbij
Waarom is Jeruzalem belangrijk voor de joden, moslims en christenen?
Wat is de diaspora?
Slide 4 - Tekstslide
In 70 n.C. hoorde het Joodse gebied bij het Romeinse Rijk. Tussen de Romeinse overheersers en de Joden brak een conflict uit, waarna de Romeinse keizer de tempel opnieuw liet vernietigen.
Slide 5 - Tekstslide
Gevolg
Slide 6 - Tekstslide
Drie geloven
3.000 jaar geleden: Joods koninkrijk
Na uiteenvallen: Diaspora.
Stad Jeruzalem is belangrijk voor alle drie de geloven:
Islam > Mohammeds vertrek hemel.
Christendom > Jezus is er gekruisigd.
Jodendom > Grote tempel stond.
Bron 2: Twee belangrijke gedenkplaatsen in Jeruzalem. Bovenin de Rotskoepel voor de islamieten en onderin de Klaagmuur voor de Joden
Slide 7 - Tekstslide
Overeenkomsten tussen de islam, christendom en jodendom:
1. Alle drie godsdiensten geloven in één God, die
schepper en heerser van het universum is.
2. Alle drie godsdiensten moedigen hun volgelingen
aan om goed te doen en goed te handelen.⛑️
3. Alle drie godsdiensten hebben heilige boeken als
basis van hun geloof: de Koran in de islam, de Bijbel
in het christendom en de Tenach in het jodendom.📕
Etc., etc.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Opdrachten maken (hw)
Wat? Opdracht 1 t/m 5 van §6.1.
(niet nakijken).
Hoe? Zelfstandig of in tweetallen.
Hulp? Buurman/-vrouw of docent.
Tijd? 6 minuten (check).
Klaar? Maak opdracht 6 t/m 9 van §6.1.
timer
6:00
Slide 10 - Tekstslide
Pak Tekst B van §6.1 erbij
Wat was het Ottomaanse Rijk
Wat waren de mandaatgebieden?
Wat was Arabisch nationalisme?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Midden-Oosten van 1900 tot 1939
Het Ottomaanse Rijk was economisch niet sterk genoeg tegenover de industriële grootmachten Groot-Brittannië en Frankrijk.
Westerse ideeën sijpelde tot de bevolking
Er ontstaat: Arabisch nationalisme.
Bron 3: Hoessein van Mekka sprak met de Britten over een onafhankelijke Arabische staat tussen Egypte en Persië.
Slide 15 - Tekstslide
Opdrachten maken (hw)
Wat? Opdracht 1 t/m 9 van §6.1.
(niet nakijken).
Hoe? Zelfstandig of in tweetallen.
Hulp? Buurman/-vrouw of docent.
Tijd? 6 minuten (check).
Klaar? Maak opdracht 10 t/m 13 van §6.1.
timer
6:00
Slide 16 - Tekstslide
Joden in Europa tot 1939
Ook de Joden droomde van een eigen staat: Zionisme
Hoe kwam dit?
Discriminatie
Antisemitisme = Jodenhaat
Pogroms = Georganiseerde aanvallen tegen Joden.
Bron 4: Joden vertrekken per boot of per auto richting het huidige Israël
Bron 5: Tijdens Pogroms zoals de Kristalnacht (1938) in Duitsland werden vele Joodse winkels vernield.