Dinsdag 26 september

• Mentorles
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 3

Welkom AR3!

- Wie is er wel/wie is er niet?

- Inchecken. Hoe gaat het met je?

Dankjewel voor:

- Juiste spullen (schooltas) bij hebben.

- Tasjes in het kluisjes doen.

- Jassen in het kluisje doen.

- Telefoon inleveren.

- Oortjes uit doen.

- Kauwgom uit je mond.

-  Geen snoep/chips en drinken in de klas.

- Capuchons en petjes af.

- Geen scheldwoorden te gebruiken.

- Geen racistische uitspraken.

- Lief zijn voor elkaar. 

- Positieve energie :-)

Wat gaan we doen vandaag?

Les 1: Mentor uur
Les 2: Nederlands
Les 3: Rekenen
Les 4: Tops 
Les 5: Burgerschap 
Les 6: LOB
Les 7: ARR

Les 1: Mentor uur

 1. Hoe vond jij het gisteren op interne stage gaan???????

2. Te laat komen?? (ouderportaal)

2. LOB; startgesprekken??

3. Fotos schoolaris; Aliyah, Georgino???

4. Schoolontbijt bespreken

5.  AMN; Aliyah engels, Baadshah allemaal en Leandro nederlands en engels.

6. Ipad koppelen met telefoon (Jordi 12:00 uur) toetsen/vakantie/studiedagen

7. Week tegen pesten!! 

8. Komende donderdag zal Maartje het 7de uur aansluiten bij SOVA.

7. Leerlijnen bespreken, werkboek week 39 (afspraken plannen individueel gesprek)

8. Vakoverstijgend week 39; (volgende sheet!)

Leerlijnen leren denken en leren/samenwerken

1. Luistert actief en weet dat dat onder meer betekent: 

interesse tonen; opmerkingen maken; aantekeningen maken; betekenis geven. 

Leerlijnen sociaal gedrag/Ervaringen delen

1. Voelt aan wat ‘foute’ grapjes zijn en stemt zijn gedrag hierop af (over iets dat voor iemand gevoelig ligt of belangrijk voor hem is) 

Les 2: Nederlands

• 15min lezen in het boek en daarna kort presenteren wat je hebt gelezen!!! Lukt dit niet dan mag je na school nog 15min blijven zitten!!!

• Theorie thema 1; Lezen (titel, alinea, witregel, deelonderwerp, tussenkop, afbeelding, bijschrift, bron)

Thema 1 Lezen

Doel

- Je herkent de begrippen titel, deelonderwerp, alinea, tussenkop, afbeelding, bijschrift en bron in een tekst. En je weet waar je ze kunt vinden.

Titel, alinea, witregel, en deelonderwerp

Wat moet je weten:

• Titel
  
• Tussenkopje
• alinea
• deelonderwerp
• witregel

Wat was de titel?

1. Dubbele gevoelens
2. Ik stop
3. Verslaafd
4. Verlamd

Wat is een witregel?

Hoeveel tussenkopjes staan er in de tekst?

Hoeveel alinea's staan er in de tekst?

Wat betekend de bron van een tekst?

Aan de slag;

Boek; Thema 1 opdracht 1t/m3 (blz. 36 t/m 41)

Let op!!! Als je klaar bent kom ik het controleren :-)

Les 3: Rekenen

Startrekenen 1F 

Hoofdstuk 1 getallen

(oefenen toets)

Aan het eind van deze les:

- Kan ik benoemen of een getal even of oneven is.

- Kan ik de waarde van een getal benoemen.

- Kan ik getallen op een getallenlijn plaatsen.

Even / Oneven

Even getallen: Kun je door 2 delen. 

Dus eindigen op:  0 - 2 - 4 - 6 - 8

Oneven getallen: Kun je niet door 2 delen.

Dus eindigen op: 1 - 3 - 5 - 7 - 9

Dit is een .......getal

53

1. Even
2. Oneven

Dit is een .......getal

7532

1. Even
2. Oneven

Dit is een .......getal

8620

1. Even
2. Oneven

Dit is een .......getal

99

1. Even
2. Oneven

Waarde van getallen:

De plaats van een cijfer in een getal bepaalt de waarde van het cijfer.

E                  Eenheid                 1

T                  Tiental                    10

H                  Honderdtal          100

D                  Duizendtal           1000

Welke waarde heeft de 8 in dit getal?

781

1. Eenheid
2. Tiental
3. Honderdtal
4. Duizendtal

Welke waarde heeft de 8 in dit getal?

817

1. Eenheid
2. Tiental
3. Honderdtal
4. Duizendtal

Welke waarde heeft de 5 in dit getal?

2507

1. Eenheid
2. Tiental
3. Honderdtal
4. Duizendtal

Welke waarde heeft de 9 in dit getal?

719

1. Eenheid
2. Tiental
3. Honderdtal
4. Duizendtal

Welke waarde heeft de 1 in dit getal?

341 782

1. Eenheid
2. Tiental
3. Honderdtal
4. Duizendtal

Symbolen:

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

negen ...... 9

1. >
2. <
3. =
4. Weet ik niet

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

tweehonderdeen ...... 2001

1. >
2. <
3. =
4. Weet ik niet

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

115 ...... honderdvijftig

1. >
2. <
3. =
4. Weet ik niet

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

1 874 398 ...... 1 874 389

1. >
2. <
3. =
4. Weet ik niet

Zet de getallen in de juiste volgorde.
Begin bij het kleinste getal.

1097 / 799 / 917 / 1790 / 177

Studiemeter rekenen

• Hoe ver zijn we?
• Verdiept arrangement bespreken!

Les 4; Tops!

Startbijeenkomst 3;

'Wij zijn een veilige klas' 

1. Waar denk jij aan bij een veilige klas?

Terugblik vorige les?!

(volgende sheet)

 

Tops les 2

1. Iedereen doet mee tijdens de bijeenkomsten.

2. Spreek om de beurt.

3. Luister als de ander praat.

4. Toon respect voor anderen, ook als je het er niet mee eens bent.

5. Als je kritiek hebt op een ander, geeft hem of haar dan de kans om te antwoorden.

6. Blijf bij het onderwerp.

7. Wat besproken wordt is vertrouwelijk.

!!!!!!!!!GROEPSAFSPRAKEN!!!!!!!!

Oefening

Veiligheid in de klas en op school!

- Wat versta jij onder veiligheid op school en in de klas?

1. 

2.

3.

4.

Oefening

Wat versta ik onder veiligheid op school en in de klas?

1. Dat er niet gepest wordt.

2. Dat zowel leerlingen als docenten zich op hun gemak voelen en elkaar in hun waarde laten.

3. Dat leerlingen en docenten respect hebben voor elkaar.

4. Dat leerlingen en docenten samen werken aan een prettige sfeer in de klas.

Onveilig Eiland A

Veilig Eiland B

Oefening

1. Je gaat brainstormen met een 2 tal over hoe mensen met elkaar omgaan op een veilig eiland en hoe mensen met elkaar omgaan op een onveilig eiland. (a3 vel)

2. Als we klaar zijn gaan we dit aan elkaar presenteren en nabespreken.

Casus bespreken

1. Casus de twee eilanden uit bijlage 3 voorlezen.

2. Samen bespreken.

3. Werkblad invullen vraag 1 t/m3 individueel

4. Samen bespreken.

Eiland A

Eiland B

Weet niet

Casus bespreken

1. Positief met elkaar omgaan!!!

2. Omgaan met elkaar in een veilige klas?

3, Omgaan met elkaar in een onveilige klas?

4. Welke klas willen wij zijn???

Afsluiting en vooruitblik

Dit thema veilige klas zal vaker ter sprake komen binnen en buiten de TOPS lessen!!!

Volgende bijeenkomst; 

Wat levert positief denken op?

!!!!!WIJ ZIJN EEN VEILIGE KLAS!!!!

Les 5: Burgerschap

Lesdoelen:

- Je kent het verschil tussen geschreven en ongeschreven regels.

- Je kunt uitleggen wat je zelf normaal vindt.

- Je bent je ervan bewust dat je van mening kunt verschillen over wat normaal is.

Terugblik vorige les

1.2 Waar hoor ik bij?

- Verschil tussen waarde, norm, symbool en gebruik.

- Je kunt uitleggen bij welke (sub) cultuur je hoort?

- Je bent je ervan bewust dat culturen van elkaar verschillen.

1.3 WAT VIND IK NORMAAL?

Waar komen regels vandaag?

Geschreven regels = Regels die in de wet staan, zoals het verbod om te stelen of geweld te gebruiken.

Ongeschreven regels = Regels over hoe mensen zich op een normale manier moeten gedragen in de samenleving maar deze regels staan niet in de wet.

Opvattingen die mensen in de samenleving delen

Opvatting

Ik mag geheimen hebben. 

Ik hoef niet alles te zeggen wat ik denk of vind.

Iedereen mag zijn wie hij is.

Elk leven is evenveel waard. 

Waarde

Respect voor privacy

Tolerantie

Gelijkwaardigheid

Regel

Het is verboden om zonder toestemming iemands privé-mail of appberichten te bekijken.

Je pest een ander niet omdat hij anders is.

Iedereen heeft recht op gezondheidszorg.

Hoe komen regels tot stand?

Regels komen voort uit gemeenschappelijke waarden

Belangrijke Nederlandse waarden zijn:

Vrijheid                               Geloof, mening, levenstijl, zelfbeschikking

Gelijkwaardigheid           Gelijke behandeling, verbod op discriminatie 

Solidaritiet en werk        Elkaar helpen, bestaanzekerheid, werk

Kritisch denken; hoe blijf ik in gesprek?

De afkorting LSD betekent:

Luisteren, 

Samenvatten (en) 

Doorvragen.

Je gebruikt de LSD-aanpak om in gesprek te blijven. Je controleert of je de ander begrijpt en je vraagt door.

Luisteren: Je luistert actief. Je laat merken dat je geinteresseerd bent. Dat kun je doen door oogcontact te houden of door af en toe te knikken.

Samenvatten: Controleer of je de ander nog goed begrijpt. Dat doe je door zijn antwoord kort te herhalen. Dat kun je op de volgende manier doen:

- 'Als ik het goed begrijp, zeg je .........'

Doorvragen: Stel een volgende vraag. Zorg ervoor dat die vraag te maken heeft met wat de ander net gezegd heeft. Bijvoorbeeld;

- 'Je zegt dat je een hekel hebt aan regels. Wat vind je daar vervelend aan?'

Les 5: Burgerschap

Boek 'Nu Burgerschap' opdracht 1 t/m 6 (blz. 25 t/m 31)

Zelfstandig maken, vragen mag altijd :-)

Succes!! (als je klaar bent kom ik nakijken)

Praktijk en loopbaan

Stage 2

lesdoelen:

1. Je kunt een mondelinge instructie begrijpen en opvolgen.

2. Je kunt een schriftelijke instructie begrijpen en opvolgen.

Les 6: LOB

Hoofdstuk 1

Instructies begrijpen en opvolgen

Maak opdracht 1 en 2

Bladzijde 2 en 3

Een mondelinge instructie begrijpen en onthouden

Bladzijde 3

v

Instructies op het werk

Op welk plaatje zie je een mondelinge instructie?

1. 
2. 
3. 
4. 

https:

Welke tips voor het dweilen heb je gehoord?

Maak opdracht 3 tot en met 6

Bladzijde 4, 5 en 6

Een schriftelijke instructie begrijpen 

Bladzijde 6

Welk nummer bel je voor het Bhv-meldpunt?

1. 001
2. 101
3. 112
4. 122

Maak opdracht 7 tot en met 9

Bladzijde 7 tot en met 10

https:

Waarom is het belangrijk om de gebruiksaanwijzing goed te lezen?

Maak opdracht 10 tot en met 14

Bladzijde 12 tot en met 16

Op hoeveel graden verwarm je de oven voor?

1. 120
2. 160
3. 200
4. 250

Hoelang kook je de rauwe aardappels voor?

1. 5 minuten
2. 15 minuten
3. 45 minuten
4. 75 minuten

Hoelang moet de schotel in de oven?

1. 5 minuten
2. 15 minuten
3. 45 minuten
4. 75 minuten

Les 7: ARR

- Gezamenlijk nieuws kijken?

- Ipad tijd/ Spel naar keuze indien we dit verdienen; anders heb ik leuke werkbladen waar we nog aan gaan werken :-).