quiz module 3

quiz verstandelijke beperking
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

quiz verstandelijke beperking

Slide 1 - Tekstslide

wat is het IQ van iemand met een matige verstandelijke beperking.
A
IQ van 50-70
B
IQ van 35-50
C
IQ van minder dan 20
D
IQ van 85-100

Slide 2 - Quizvraag

bij welke verschillende levensdomeinen hebben mensen met een verstandelijke beperking ondersteuning bij nodig? 
waar
niet waar
wonen 
leren
werken
sociale interactie 
lopen
douchen
eten
helpen opstaan uit bed 

Slide 3 - Sleepvraag

noem 2 voorbeelden in de lichaamsgebonden ervaringsfase

Slide 4 - Open vraag

wat houd de associatieve ervaringsfase in?
A
de persoon leert betekenis geven aan de verbanden.
B
op een positieve manier leven.
C
de persoon leert verbanden leggen.
D
leren vaardigheden uitvoeren

Slide 5 - Quizvraag

wat hoort waarbij? 
koppel het antwoord aan het juiste blokje.
IQ 50-70
IQ 35-50
IQ 20-35
IQ <20
matig beberkt
ernstig beperkt
lichte beperking
zeer ernstige beperking

Slide 6 - Sleepvraag

wat heeft een cliënt met een lichte verstandelijke beperking nodig om zich te ontwikkelen?

Slide 7 - Open vraag

waar moet je bij een LVB-cliënt rekening mee houden als zorgverlener?
A
zo veel mogelijk voor de cliënt doen
B
je cliënt gelijkwaardig behandelen
C
complimenteren, respect tonen
D
dat de cliënt netjes de bevelen opvolgt

Slide 8 - Quizvraag

Wat kan passende ondersteuning zijn voor LVB-cliënten?
A
de omgeving stimuleren om mee te denken
B
ze overal bij helpen en het werk uit handen nemen
C
omgeving adviseren om leren om te gaan met gedragsproblemen
D
noodzaak van de zelfredzaamheid benoemen

Slide 9 - Quizvraag

een cliënt met een MVB kan zich verbaal uiten, maar...
maak de zin af
A
...abstract denken is een probleem
B
...ze zijn niet erg goed verstaanbaar
C
...handgebaren zijn makkelijker
D
...ze zijn liever stil

Slide 10 - Quizvraag

wat houd de actieve woordenschat in?

Slide 11 - Open vraag

wat is als zorgverlener belangrijk om te doen/weten?
A
zorgen dat de cliënt genoeg eet
B
de cliënt goed leren kennen
C
een goed beeld hebben van de ontwikkelingvan de cliënt
D
activiteiten organiseren

Slide 12 - Quizvraag

wat is voor de cliënt erg belangrijk?
A
structuur
B
aandacht
C
tv kijken
D
eigen regie

Slide 13 - Quizvraag