P4 VK les 3

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

VK P3 les 3

Passend onderwijs

Wat is passend onderwijs?

Opdracht vorige les: ontwikkelingsproblemen/stoornissen

In je boek worden veel ontwikkelingsproblemen/stoornissen benoemd. Maak per groepje een presentatie, wat het volgende bevat:

- uitleg van het ontwikkelingsprobleem/stoornis 

- de kenmerken

- hoe wordt er gedifferentieerd

- wat is de rol van een onderwijsassistent?

Er kan gekozen worden uit:

-tweetaligheid (NT2) in het (basis)onderwijs

-hoogbegaafdheid

-dyslexie

-dyscalculie

-NLD

-Dyspraxie (DCD) 

Wat is passend onderwijs?

“Passend Onderwijs betekent dat elke leerling onderwijs krijgt dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden. Scholen hebben zorgplicht: ze moeten zorgen voor een passende plek, ook als een leerling extra ondersteuning nodig heeft.”

Casus  – Basisonderwijs: Nora met een taalachterstand

Nora zit in groep 3. Ze spreekt thuis vooral een andere taal dan Nederlands. Ze begrijpt instructies slecht, is stil en durft weinig te zeggen. Haar woordenschat is klein en ze leest onder niveau. De IB’er heeft een taalprogramma opgesteld, maar de leerkracht heeft weinig tijd om dat intensief uit te voeren.

Vragen:

• Wat heeft Nora nodig om haar taalvaardigheid te verbeteren?
• Hoe kun jij als onderwijsassistent haar hierbij helpen?
• Welke materialen of werkvormen zou je kunnen gebruiken?

Antwoord Casus  – Basisonderwijs: Nora met een taalachterstand

1. Wat heeft Nora nodig?

Veel herhaling & visuele steun

Oefenen met praten, luisteren, lezen

Woordenschatuitbreiding in context

2. Wat kun jij doen?

Extra taalactiviteiten 1-op-1 of in groepje

Instructies verduidelijken

Voorlezen & samen praten over plaatjes

3. Welke materialen?

Prentenboeken, taalspelletjes

Woordkaartjes, liedjes, filmpjes

Thematafels of taalmuur

Casus  – Voortgezet onderwijs: Leila met faalangst

Situatie:

Leila zit in klas 2 van het vmbo. Ze is stil, werkt netjes, maar blokkeert volledig bij toetsen of presentaties. Haar cijfers zijn daardoor veel lager dan haar werkhouding doet vermoeden. De mentor heeft je gevraagd om Leila af en toe extra te begeleiden bij het voorbereiden van toetsen.

Vragen:

• Wat zou Leila kunnen helpen bij haar angst en onzekerheid?
• Wat kun jij als onderwijsassistent voor haar betekenen?
• Hoe zorg je ervoor dat zij zich veilig voelt in jouw begeleiding?

Casus  – Voortgezet onderwijs: Leila met faalangst

1. Wat helpt Leila?

Rustige, voorspelbare aanpak

Kleine stappen & succeservaringen

Extra tijd / rustige toetsruimte

2. Wat kun jij doen?

Samen toetsen/presentaties oefenen

Plannen & leren begeleiden

Positieve feedback geven

3. Hoe bied je veiligheid?

Vertrouwen opbouwen

Rustige sfeer, zonder druk

Leila zelf keuzes laten maken