criminaliteit oorzaken

Criminaliteit oorzaken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Criminaliteit oorzaken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Waarom worden mensen crimineel? - Theorieën uitleggen



Slide 2 - Tekstslide

Criminaliteit risicofactoren

Slide 3 - Tekstslide

Waarom denk jij dat jongeren crimineel worden?

Slide 4 - Woordweb

Risicofactoren
- Slechte opvoeding
- groepsdruk
- Alcohol of drugs
- Spijbelen of schooluitval
- biologische factoren

Slide 5 - Tekstslide

Maatschappelijke risicofactoren
- slechte leefomstandigheden
- minder strenge normen dan vroeger
- minder sociale cohesie --> pakkans is kleiner

Slide 6 - Tekstslide

Aangeleerd gedragstheorie
Jongeren worden sneller crimineel als ze omgaan met "foute vrienden" - mensen die al crimineel zijn

Slide 7 - Tekstslide

Anomietheorie
Mensen willen bepaalde dingen in het leven bereiken. Veel geld, dure spullen, ... 
Als ze op een normale manier gefaald zijn willen mensen hun doelen op een criminele manier bereiken

Slide 8 - Tekstslide

Bindingstheorie
Als je weinig bindingen (denk aan kennisbindingen, gevoelsbindingen, economische bindingen) hebt, ga je eerder crimineel worden.

Slide 9 - Tekstslide

Rationeel keuzetheorie
"Gelegenheid maakt de dief". Als het goed uitkomt en de baten hoger zijn dan de kosten kunnen mensen crimineel worden.

Slide 10 - Tekstslide

Etikettentheorie
Als iemand al het "etiket" crimineel heeft gaat die zich ook zo gedragen.

Slide 11 - Tekstslide

Neutraliseringstheorie
Als iemand ontkent dat het gedrag echt crimineel is. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de oorzaak van crimineel gedrag volgens de bindingstheorie?
A
Dat iemand met strafbare middelen zijn levensdoelen wil bereiken
B
Dat iemand als kind te veel door zijn ouders is gestraft
C
Dat mensen gevoelig zijn voor foute vriendjes
D
Dat mensen geen goede relatie hebben opgebouwd met familie en vrienden

Slide 13 - Quizvraag

Welke theorie is op dit voorbeeld van toepassing: "Thijs vond de sleutel van een Tesla op straat, deze bleek van de auto naast hem te zijn. Hij ging er meteen in vandoor"
A
Rationele keuze theorie
B
Neutraliseringstheorie

Slide 14 - Quizvraag

Welke theorie is op dit voorbeeld van toepassing: "Chenez rijdt graag 210 km/u op de snelweg op haar elektrische step. Maar ze zegt zelf dat ze dit alleen doet als ze het veilig kan".
A
Rationele keuze theorie
B
Neutraliseringstheorie

Slide 15 - Quizvraag

Deze theorie heeft te maken met vooroordelen over bepaalde groepen mensen.
A
Bindingstheorie
B
Etikettentheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie

Slide 16 - Quizvraag

Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal en dus vindt ze dat ze zich daar maar naar moet gedragen.

Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal en dus vindt ze dat ze zich daar maar naar moet gedragen.      Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie

Slide 17 - Quizvraag

Een vrouw ziet iedereen om zich heen met de nieuwste smartphones, maar kan het zelf niet betalen. Ze steelt vervolgens een nieuwe telefoon.
A
Neutraliseringstheorie
B
Anomietheorie
C
Rationele-keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 18 - Quizvraag

Maak opdrachten van p. 2 en 3

Slide 19 - Tekstslide