Procenten 1 Havo 3

Procenten 1 Havo 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Procenten 1 Havo 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van het woord procent?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breuken, procenten en decimale getallen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procenten
Decimale getallen
Breuken
81
75%
0,70
=
=
=
=
=
=
0,75
0,125
12,5%
70%

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van procent naar breuk
75% is ...
A
3/4
B
4/5
C
7/10
D
2/3

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1,45%
maak van het percentage een decimaal getal
A
14,5
B
0,0145
C
0,00145
D
1,45

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van procent naar breuk
40% is ...
Schrijf de breuk
A
2/10
B
2/5
C
4/10
D
4/100

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van breuk naar procent
2/4 is ...

A
40%
B
25%
C
30%
D
50%

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van breuk naar procent

1/8 is ... %
A
12,5%
B
15%
C
10%
D
17,5%

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het decimale getal als percentage
0,1234
A
1,234%
B
123,4%
C
12,34%
D
1234%

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

14,5%
maak van het percentage een decimaal getal
A
14,5
B
0,145
C
145
D
1,45

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van breuk naar procent
3/5 is ...
Schrijf het procent
A
75%
B
55%
C
60%
D
50%

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rekenen met procenten
5% van 350
is hetzelfde als?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rekenen met tabel
41 % van 810

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel is 18% van € 250?
Noteer het bedrag.



Slide 15 - Open vraag

33 - Domein: verhoudingen
'Rekenen met procenten’ kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F. Wel zorg je ervoor dat er in het geval van  een geldbedrag altijd een mooi rond getal uitkomt.
van het getal 1240 wil je uitreken hoeveel 84 procent daar van is. dus rekenen maar !!!!!
A
1041,6
B
1042,6
C
1041,5
D
1042,5

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies