Grammatica zinsdelen H1 - 1v

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm, zinsdelen en onderwerp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Lezen uit je leesboek

  •  Uitleg 'persoonsvorm zinsdelen en onderwerp'
  • Opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de persoonsvorm?
1 minuut
Alleen en in stilte
Opschrijven in je schrift

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over zinsdelen?
1 minuut
Alleen en in stilte
Opschrijven in je schrift

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het onderwerp?
1 minuut
Alleen en in stilte
Opschrijven in je schrift

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Persoonsvorm, zinsdelen en onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is een werkwoord en geeft het getal en de tijd aan.

Hoe kan je deze vinden?
  • Vraagzin
  • Andere tijd
  • Getal (meervoud/enkelvoud)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
  • Vraagzin
  • Andere tijd
  • Getal (meervoud/enkelvoud)

Josefien wil zaterdag graag winkelen.
Haar klasgenoten wilden liever uitslapen.
Ik ga liever naar de film.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
  • Het onderwerp is wie of wat de persoonsvorm uitvoert.

Josefien wil zaterdag graag winkelen.
Haar klasgenoten wilden liever uitslapen.
Ik ga liever naar de film.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsdelen
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.
  • Zinsdelen hebben een betekenis (een functie) binnen een zin.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
De dokter heeft aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 12 - Tekstslide

Wijs iemand aan
Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van de werkwoorden


Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van de woorden


Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen
Stap 3: welke woorden kunnen voor de persoonsvorm staan? Verander de volgorde van de zin.

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven

Slide 16 - Tekstslide

Na deze slide zijn twee routes mogelijk:

1. naar het online schoolbord (link in volgende dia), en hier meeschrijven met de antwoorden van de leerlingen.

2. De leerlingen laten vertellen en met de dia's 14-16 nog eens kort uitleggen en illustreren hoe het werkt.
Zoek de zinsdelen

De dokter | heeft| aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven
Aan de patiënt | heeft | de dokter een pijnlijke prik | gegeven
Een pijnlijke prik | heeft | de dokter aan de patiënt | gegeven

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek het onderwerp

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen
  • Stap 1: zoek de persoonsvorm.
  • Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde. Het volledige wwg is één zinsdeel
  • Stap 3: verander de volgorde binnen de zin. Alles dat voor de persoonsvorm staat of kan staan, is een zinsdeel.
  • Stap 4: zoek het onderwerp


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 1 + 2
Waar? Bladzijde 29
Hoe? Zelfstandig en stil
Klaar? Lees verder uit je leesboek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Vrijdag 17 september
Opdrachten 1 + 2, bladzijde 29

Maandag 13 september
Leesboek + laptop mee

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg je huiswerk (opdrachten 1 + 2, blz. 29) op de hoek van je tafel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm, zinsdelen en onderwerp

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Lezen uit je leesboek

  •  Weet je het nog?
  • Huiswerk nakijken: opdrachten 1 + 2
  • Opdrachten maken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het nog?
Welke drie manieren zijn er om een persoonsvorm te vinden?

Wat zijn zinsdelen en hoe vind je deze?

Wat is het onderwerp van de tekst en hoe vind je deze?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken
Opdrachten 1 + 2
Bladzijde 29

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
1. Vaak verslindt een hamstermoeder een aantal jongen uit haar nest.
2. Liggen de tropen tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring?
3. Honden kunnen andere dan katten behoorlijk grijs worden op hun oude dag.
4. Wil een groep studenten uit Heerlen met een 3D-printer een auto produceren?
5. Doorgaans worden de jongste kuikens van een zeearend door hun oudere broers en zussen uit het nest gegooid.
6. Cabaretier Jochem Myjer kan heel wat bekende Nederlanders imiteren.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 3 + 4
Waar? Bladzijde 29
Hoe? Zelfstandig en stil
Klaar? Lees verder uit je leesboek of werk aan ander huiswerk
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
Uit welke zinsdelen bestaan deze zinnen?
Geef antwoord in de app.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De baby slaapt zacht

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de middag probeerde hij te leren

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De harige spin weefde het mooiste web

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op het terras valt de plant opeens om

Slide 34 - Open vraag

Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin. 
Samenvattend
Zinsdelen zijn woorden in een zin die bij elkaar horen

Drie stappen: zoek de persoonsvorm, zoek de rest van het wwg, probeer welke (groepjes) woorden vóór de persoonsvorm kunnen staan.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?
Bo kan hard slaan

De zus van Bo slaat nog veel harder

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?
Bo | kan | hard | slaan

De zus van Bo slaat nog veel harder

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?
Bo | kan | hard | slaan

De zus van Bo | slaat | nog veel harder

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
Grammatica 2, les 1 + 2 + 3
• Les 1 (pv): conclusie - test jezelf - peperopdrachten 
• Les 2 (zinsdelen): helemaal
• Les 3 (wwg): conclusie - test jezelf - peperopdrachten

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies