SK_NOVA_H7.4_zuurbasereacties_4/5HAVO

H7.4 zuur-base-reacties
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7.4 zuur-base-reacties

Slide 1 - Tekstslide

H7.4 Zuur-base-reacties
Leerdoelen - wat leer je in deze paragraaf:
  • een zuur-base-reactie herkennen
  • in een reactievergelijking aangeven welk deeltje reageert als zuur of als base
  • een onvolledige zuur-base-reactie afmaken en kloppend maken

Let op: je krijgt een stencil dat de leerstof van H7.4 uit het boek vervangt!
Je leert en maakt  dit stencil voor de toets (en niet H7.4 uit het boek)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

zuur-base-reacties
  • In H7.2 gaat over een oplossing van een sterk zuur of een zwak zuur in water
  • H7.3 gaat over een oplossing van een sterke base of een zwakke base in water
  • H7.4 gaat over zuur-base-reacties die plaatsvinden als er een zuur en een base bij elkaar worden gedaan (meestal in water, maar het kan ook als vaste stoffen of gassen)


Slide 7 - Tekstslide

zuur-base-reacties
Bij een reactie tussen een zuur en een base 
neemt een base een H+ op (van een zuur)
Je herkent een zuur-base-reactie dus aan 
het verplaatsen van H+ ionen
Voorbeeld:
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + HOH (=H2O)

NOTEER EN LEER

Slide 8 - Tekstslide

Zijn de volgende reacties zuurbase reacties?
1.

2.

Na3PO4(s)>3Na+(aq)+PO43(aq)
4Al(s)+3O2(g)>2Al2O3(s)
A
alleen reactie 1
B
alleen reactie 2
C
ja, allebei
D
nee, geen van beide

Slide 9 - Quizvraag

uitleg
  • Bij een zuur-base-reactie moet een H+ ion verplaatsen van het ene deeltje voor de pijl (het zuur) naar het andere deeltje voor de pijl (de base)
  • In deze reactievergelijkingen komt geen H+ voor, dus dit kunnen geen zuur-base-reacties zijn

Slide 10 - Tekstslide

Zijn de volgende reacties zuurbase reacties?
1.

2.
K2O(s)+H2O(l)>2K+(aq)+2OH(aq)
HF+CH3COO>F+CH3COOH
A
alleen reactie 1
B
alleen reactie 2
C
ja, allebei
D
nee, geen van beide

Slide 11 - Quizvraag

uitleg
1. K2O (s) + H2O (l) -> 2 K+ (aq) + 2 OH- (aq)
Het O2- ion (base) neemt H+ op van H2O (zuur). Dit zie je omdat er na de pijl 2x OH- ontstaat
2. HF  + CH3COO- (aq) -> F- + CH3COOH 
CH3COO- (base) neemt H+ op van HF (zuur). Dit zie je omdat er na de pijl CH3COOH en F- ontstaat 

Slide 12 - Tekstslide

Is de volgende reactie een zuurbase reactie?
Mg (s) + 2 H+ (aq) -> Mg2+ (aq) + H2 (g)
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

uitleg
Mg (s) + 2 H+ (aq) -> Mg2+ (aq) + H2 (g)
Er komt in deze reactievergelijking wel H+ voor, maar dit ion verplaatst niet van het ene deeltje voor de pijl (zuur) naar het andere deeltje voor de pijl (base). Mg neemt dit H+ ion niet op.
TIP: je herkent zuur-base-reacties snel als je de formules van de zuren en de basen uit je hoofd kent (leren!)

Slide 14 - Tekstslide

Zuur-base-reacties
Je gaat zo filmpjes bekijken van twee verschillende zuur-base-reacties. 
Je ziet een zuur-base-reactie:
1. tussen twee gassen
2. tussen twee vaste stoffen

Na elk filmpje moet je aangeven welk deeltje reageert als zuur en welk deeltje als base

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hieronder staat de reactievergelijking voor de vorming van salmiak. Wat is het zuur en wat is de base?
NH3(g)+HCl(g)>NH4Cl(s)

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Wat is het zuur en wat is de base bij de reactie tussen bariumhydroxide en ammoniumchloride ?
Ba(OH)2(s)+2NH4Cl(s)>BaCl2+2NH3+2H2O

Slide 19 - Open vraag

Zuur-base-reacties
Hierna volgt nog een voorbeeld van een zuur-base-reactie

3. tussen een vaste stof en een oplossing

Slide 20 - Tekstslide

Een oplossing van soda (Na2CO3) is basisch.
1. Geef de oplosvergelijking van soda
2. Laat met een tweede vergelijking zien dat dit een basische oplossing wordt

Slide 21 - Open vraag

Wat is de juiste notatie van een azijnzuuroplossing?
A
CH3COOH(aq)
B
CH3COO(aq)+H+(aq)

Slide 22 - Quizvraag

De reactievergelijking tussen soda en azijnzuur is hieronder weergegeven.
Wat is in deze reactie het zuur en wat is de base?

CO32+2CH3COOH>H2CO3+2CH3COO
A
zuur: CH3COOH base: CH3COO-
B
zuur: H2CO3 base: CO3 2-
C
zuur: CH3COOH base: CO3 2-
D
zuur: H2CO3 base: CH3COO-

Slide 23 - Quizvraag

H2CO3 is koolzuur. Dit zuur is niet stabiel en valt uit elkaar. Welke twee stoffen ontstaan? Geef de formules

Slide 24 - Open vraag

Koolzuur (H2CO3)
Als er bij een reactie H2CO3 ontstaat, krijg je ALTIJD CO2 + H2O
In de reactievergelijking wordt H2CO3 daarom vervangen door H2O + CO2
De volledig juiste reactievergelijking van de reactie tussen soda en azijn is dus:
CO32+2CH3COOH>H2O+CO2+2CH3COO
NOTEER EN LEER

Slide 25 - Tekstslide

controleer
Beheers je nu de volgende leerdoelen?
  • een zuur-base-reactie herkennen
  • in een reactievergelijking aangeven welk deeltje reageert als zuur of als base
  • een onvolledige zuur-base-reactie afmaken en kloppend maken
Maak de opgaven op het stencil! 

Slide 26 - Tekstslide

Welke vragen wil je in de volgende les besproken hebben? Heb je nog andere vragen? Noteer ze hier:

Slide 27 - Open vraag