cours du 20 mai

cours du 20 mai
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

cours du 20 mai

Slide 1 - Tekstslide

cours du 20 mai
- présentations : 
   - Sara, Wjeani, Lies
- corriger les textes

Slide 2 - Tekstslide

to do
- vragen Ibrahim 52-60
- tekst 1-8 nakijken
- continuer les textes




Slide 3 - Tekstslide

7   C
8   A

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

devoirs
- Mini-SO: leer Leidse Lijst p. 138 & 139
- Maak tekst 4 & 5 (questions 9-16)*

* gebruik een woordenboek en zoek per vraag minstens één woord op en zet de betekenis bij het opgezochte woord.





Slide 13 - Tekstslide

1. Quand je n'avais pas de cours maintenant, ...
timer
1:00
A
...j'irais en vacances.
B
... je serais avec mes amis.
C
...je ferais du shopping.
D
...je m'entraînerais.

Slide 14 - Quizvraag

2. Quand j'étais riche, je ... (zou...)
timer
2:00

Slide 15 - Open vraag

3. Quand la classe était méchante,
elle ... (zou...)
timer
2:00

Slide 16 - Open vraag

les présentation
  • In het Frans
  • Dit deel duurt minimaal 5 min
  • Hierbij mag je een presentatie ter ondersteuning gebruiken (stuur deze via Teams vóór de les naar JGOO)
  • Maak gebruik van de inhoudelijke oefeningen in het poëzieproject.
  • Je mag hierbij een eigen interpretatie geven
  • Je mag hierbij de achtergrond van de schrijver uitleggen
  • Je mag hierbij je mening over het gedicht geven.
  • Je behandeld in je presentatie GEEN elementen waarbij je de vorm analyseert.

Slide 17 - Tekstslide

Groter mini-SO vrijdag!

Slide 18 - Tekstslide

lire livre
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

- eventuee herhaling: 3 aspecten van rijm: Kahoot 

Slide 20 - Tekstslide

cours
- explicationn

Slide 21 - Tekstslide

corriger 9c
1. je voudrais
2. nous irons
3. Marie fera
4. pourriez-vous
5. saurais-tu
6. ils utiliseront
7. veRRai
8. vous montreriez
9. ils aideraient
10. tout le monde viendrait
timer
1:30

Slide 22 - Tekstslide

1. Qu'est-ce qu'elle voit ?
Donne deux autres constructions interrogatives de cette phrase.

Slide 23 - Open vraag