8.1

8.1 De timmerfabriek
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

8.1 De timmerfabriek

Slide 1 - Tekstslide

8.1 Kennen / kunnen
  • Productiefactoren
  • Natuur
  • Arbeid
  • Kapitaalgoederen
  • Investeren
  • Kapitaalintensief
  • Arbeidsintensief 

Slide 2 - Tekstslide

Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt kun je indelen in de volgende productiefactoren:
Kapitaal --> rente of huur
Arbeid --> loon of salaris
Natuur --> pacht
Ondernemerschap --> winst of verlies

Slide 3 - Tekstslide

Productiefactoren
Kapitaal
Productiefactoren
Natuur

Arbeid
Kapitaal

Slide 4 - Tekstslide

Kapitaalgoederen
Kapitaalgoederen 
Producten die een bedrijf koopt om andere producten te kopen. Bijvoorbeeld machines. Kapitaalgoederen gaan meerdere jaren mee: de economische levensduur

Slide 5 - Tekstslide

Investeren
Het kopen van kapitaal goederen, zoals een machine of
bedrijfswagen
Het doel van investeren:
Meer te produceren
Beter te produceren
Goedkoper te produceren

Slide 6 - Tekstslide

Kapitaalintensief of arbeidsintensief? 

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsintensief en kapitaalintensief

Slide 8 - Tekstslide

Investeren

Investeren
Investeren:
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen, zoals machines, gereedschappen of gebouwen.
Bedoeld om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsintensief: meer arbeid dan kapitaal 
Kapitaalintensief: meer kapitaal dan arbeid

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn 3 productiefactoren, welke is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 11 - Quizvraag

Wat is investeren?
A
Het lenen van geld
B
Winst maken
C
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
D
Produceren

Slide 12 - Quizvraag

Wat is arbeidsintensief?
A
Veel werken met machines
B
Werken met veel mensen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is kapitaalintensief?
A
Mensen doen vooral het werk.
B
Machines doen vooral het werk.

Slide 14 - Quizvraag

Bedrijfskolom
= Een serie bedrijven die betrokken is bij de productie van een artikel.
Begint bij een grondstof 





Eindigt bij een eindproduct

Slide 15 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Groothandel in snoep
Grondstoffenhandelaar
Cacaoplantage
Mars fabriek
Winkelbedrijf

Slide 16 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
De waarde die bedrijven toevoegen aan een product door de productie.

Verkoopprijs – inkoopprijs

Slide 17 - Tekstslide

De bedrijfskolom moet je niet verwarren met een bedrijfstak ..


Een bedrijfstak = een groep bedrijven die hetzelfde product of dienst verkopen.

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten maken
paragraaf 8.1 Opdracht 1 tot en met 5 + 10
Paragraaf 8.2 Opdracht 1 tot en met 5

Slide 19 - Tekstslide