Migratie

Migratie
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Migratie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil?
  • Vluchtelingen: iemand die noodgedwongen zijn eigen land ontvlucht. 
  • Asielzoekers: iemand die gevlucht is en nu wacht op asiel. 
  • Migranten: iemand die vrijwillig een land verlaat met de hoop op een betere toekomst 


Slide 3 - Tekstslide

Waar of niet waar:
De meeste migranten die naar Nederland komen, komen uit Europa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Er emigreren meer mensen dan er immigreren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Inleiding en eindopdracht
  • Lees de inleiding en de opdracht  
  • Maak een werkdocument 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Startopdract: Fake news? 
  1. Lees de startopdracht
  2. Ga aan de slag: Maak een tabel van de verschillen en overeenkomsten tussen de artikelen. 

Slide 8 - Tekstslide

Startopdract: Fake news? 
  1. Bespreken startopdracht  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

    H1: Migratie in Nederland door de eeuwen heen.
     Nederland als veilig en tolerant land.
     16e/17e eeuw: Hoogopgeleiden Belgen en Fransen. 
 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

    H1: Migratie in Nederland door de eeuwen heen.
     Nederland als veilig en tolerant land.
     Joden die vluchten uit Spanje 
 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

  H1: Migratie in Nederland door de eeuwen heen.
  1. Lees hoofdstuk 1
  2. Maak opdrachten 1 t/m 3

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

H2: Migratietheorie
Motieven om te migreren: 
  1. Politieke motieven 
  2. Economische motieven 
  3. Sociale motieven 
  4. Klimaat motieven

Slide 24 - Tekstslide

H2: Migratietheorie
  1. Complementariteit: aanvulling die een ander gebied geeft.
  2. Transporteerbaarheid: afstand moet te doen zijn.
  3. Geen tussenliggende mogelijkheden: vaak buurlanden

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

H2: Migratietheorie
  • Maken opdracht 5 
  • Bespreken opdracht 5 

Slide 28 - Tekstslide

H2: Migratietheorie
  • Uitleg eindopdracht 
  • Groepjes 

Slide 29 - Tekstslide

Groepen
Groep 1:
Fleur, Julia, Hugo, Casper en Oscar. 
Groep 2:
Evalyn, Lotte, Abel, Leon en Alec. 
Groep 3:
Elise, Vera, Maher, Silas en Bastian.     

Slide 30 - Tekstslide

Deze les aan de slag met: 
  1.  Portret Spinoza (Hoofdstuk 1, opdracht 2)
  2.  Tijdlijn (Hoofdstuk 1, opdracht 3)
  3.  Artikel (Hoofdstuk 2, opdracht 6)
  4.  Artikel over interview (Hoofdstuk 2, opdracht 7) 
  5.  Infographic (Hoofdstuk 2, opdracht 8) 

Slide 31 - Tekstslide

Ik wil graag meer weten over..
Integratie
Vluchtelingen
Molukkers

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

H3: Oorzaken en gevolgen van migratie 
  • Lees hoofdstuk 3
  • Maak opdracht 8

Slide 35 - Tekstslide

H4: Migranten en de ontvangende samenleving
  • Lees hoofdstuk 4
  • Maak de opdracht

Slide 36 - Tekstslide

De eindopdracht 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Autochtoon
A
Persoon van wie beide ouders in Nederland zijn geboren.
B
Persoon van wie een of beide ouders in het buitenland is geboren.

Slide 39 - Quizvraag

Tweedegeneratieallochtoon
A
Persoon die in Nederland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
B
Persoon die in het buitenland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.

Slide 40 - Quizvraag

Arbeidsmigratie
A
Verhuizen voor werk
B
Economische vluchteling

Slide 41 - Quizvraag

Assimilatie
A
Je aanpassen aan het land waar je gaat wonen
B
Je geheel aanpassen aan de normen en waarden in een land. Zoveel dat je eigen cultuur voor een groot gedeelte verdwijnt

Slide 42 - Quizvraag

Niet-westers


A
Persoon van wie een of beide ouders in het buitenland is geboren
B
Allochtoon met als herkomst een van de landen in Afrika, LatijnsAmerika en Azië.

Slide 43 - Quizvraag

Vluchteling
A
Persoon die in het buitenland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
B
Iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging en/of conflicten en/of algemeen geweld ontvluchten.

Slide 44 - Quizvraag

Assimileren 
Integreren 
Segregeren
Transnationaal netwerk
Zich vereenzelvigen met de ontvangende samenleving
Zich vermengen met de ontvangende samenleving, maar ook in contact blijven met eigen groep. 
Grotendeels gescheiden leven van de ontvangende samenleving
Deelnemen aan samenleving en banden onderhouden met land van herkomst.

Slide 45 - Sleepvraag