Opfrisstof

Duits

Opfrisstof
Aan de orde komt: 
1 grammatica haben en sein
IDEWIS en (FE)ESTTENTEN
2 woordjes raden
3 Hören 
4 lesen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Duits

Opfrisstof
Aan de orde komt: 
1 grammatica haben en sein
IDEWIS en (FE)ESTTENTEN
2 woordjes raden
3 Hören 
4 lesen

Slide 1 - Tekstslide

Peter ..... (haben) gestern seine Bücher vergessen.
A
hast
B
habt
C
habe
D
hat

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van haben of sein?
Wie alt ... du?
A
sind
B
seid
C
bist
D
bin

Slide 3 - Quizvraag

vul in: haben of sein?
Wir .... jetzt in der Schule.
A
haben
B
seid
C
sind
D
habt

Slide 4 - Quizvraag

GEBRUIK EEN VORM VAN "HABEN"OF "SEIN"

Lisa ..... krank
A
bist
B
hat
C
ist
D
habt

Slide 5 - Quizvraag

vul in: haben of sein?
Ich ...... zwei Brüder
A
bin
B
sind
C
habe
D
habt

Slide 6 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

ich = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 7 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

du = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het ezelsbruggetje voor het regelmatige werkwoord?
A
IJstent
B
Eettent
C
Feesttenten
D
zirkus

Slide 9 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

wir = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 10 - Quizvraag

2. Vervoeg het werkwoord:
du ... (spielen)
timer
0:20
A
spiele
B
spielt
C
spiel
D
spielst

Slide 11 - Quizvraag

6. Vervoeg het werkwoord:
er ... (reden)
timer
0:20
A
redet
B
rede
C
red

Slide 12 - Quizvraag

6. Vervoeg het werkwoord:
du ... (kaufen)
timer
0:20
A
kauft
B
kaufest
C
kaufst
D
kaufen

Slide 13 - Quizvraag

6. Vervoeg het werkwoord:
Sie (u) ... (kaufen)
timer
0:20
A
kauft
B
kaufest
C
kaufst
D
kaufen

Slide 14 - Quizvraag

6. Vervoeg het werkwoord:
ihr ... (kaufen)
timer
0:20
A
kauft
B
kaufest
C
kaufst
D
kaufen

Slide 15 - Quizvraag

Welche Zahl hörst du?
(Schrijf het getal op)
1
timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Welche Zahl hörst du?
(Schrijf het getal op in cijfers)
2
timer
0:30

Slide 17 - Open vraag

Welche Zahl hörst du?
(Schrijf het getal op in cijfers)
3
timer
0:30

Slide 18 - Open vraag

schrijf in het Duits:
5

Slide 19 - Open vraag

schrijf in het Duits:
17

Slide 20 - Open vraag

schrijf in het Duits:
20

Slide 21 - Open vraag

vertaal: die Anweisung
timer
0:30
A
de instructie
B
de opdracht
C
de aanwezigheid
D
de planning

Slide 22 - Quizvraag


vertaal: Mit dem Führerschein kann er fahren
timer
0:30

Slide 23 - Open vraag

vertaal: de groente en het fruit
timer
0:30

Slide 24 - Open vraag

schrijf de dagen van de week op in het Duits

Slide 25 - Open vraag

Der Brummi =
A
de Chauffeur
B
het menu
C
de truck
D
het ontbijt

Slide 26 - Quizvraag

wat?

hoe?

wie?
waar?

wanneer?

waarom?

Slide 27 - Tekstslide

Bekijk de kassabon goed. en beantwoord de vragen op de volgende slides

Slide 28 - Tekstslide

Wo hast du etwas gekauft?

Slide 29 - Open vraag

Wann hast du was gekauft?

Slide 30 - Open vraag

Wie hast du bezahlt?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Welk vak vindt Juri het leukst
A
Duits
B
Wiskunde
C
Gymnastiek

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Wat schrijft Juri om 16.00 uur?
A
Hij mag donderdags het avondeten uitkiezen
B
Hij heeft na school altijd trek
C
Hij eet ´s middags vaak een stuk taart

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Waarvoor nodigt directeur Conradi mijnheer Dürr uit?
A
een personeelsfeest
B
een vergadering
C
een sollicitatiegesprek

Slide 37 - Quizvraag

9

Slide 38 - Video

00:29
Ik gebruik "mein Handy" voor........

Slide 39 - Woordweb

01:25
Over welke app gaat het hier?

Slide 40 - Open vraag

01:30
hoeveel bezoekers had Instagram vorig jaar?
A
5.000.000
B
1.000.000
C
1.00.000
D
500.000

Slide 41 - Quizvraag

01:42
noem 3 onderwerpen die het meest gepost worden

Slide 42 - Open vraag

02:17
instagram toont meestal het echte leven van de gebruikers
A
ja
B
nein

Slide 43 - Quizvraag

02:37
Wat is het gevaar van al het fotoshoppen en het gebruik van filters?

Slide 44 - Open vraag

03:16
Op welke leeftijd krijgen een heleboel scholieren al een smartphone?
A
7
B
9
C
8
D
10

Slide 45 - Quizvraag

03:49
Wat is het doel van de workshops die deze meneer geeft aan scholieren?

Slide 46 - Open vraag

04:12
süchtig betekent:
A
verslavend
B
zondig
C
onbruikbaar
D
verboden

Slide 47 - Quizvraag

Ik vond deze toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

Wat heb je in Periode 1 geleerd?

Slide 49 - Woordweb