Basiszorg week 2

Basiszorg week 2
  • Welkom
  • Magister
  • Vorige week, korte terugblik
  • Leerdoelen week 2
  • Deze week: lichamelijke beperking 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Basiszorg week 2
  • Welkom
  • Magister
  • Vorige week, korte terugblik
  • Leerdoelen week 2
  • Deze week: lichamelijke beperking 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Studenten doen tijdens de tweede les Basiszorg kennis op van lichamelijke beperkingen
  • Studenten testen hun kennis over lichamelijke beperkingen tijdens de tweede les Basiszorg middels quizvragen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is je nog bijgebleven van les 1: beperkingen en stoornissen?

Slide 3 - Open vraag

Wat versta jij onder een lichamelijke beperking?

Slide 4 - Open vraag

Ontstaan lichamelijke beperkingen
Ouderdom
Ongeval
Aangeboren
Niet-aangeboren

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke doelgroep komt een lichamelijke beperking het vaakst voor?
A
Kinderen 0-18 jaar
B
Jong volwassenen 18-21 jaar
C
Ouderen 65+
D
Volwassenen

Slide 6 - Quizvraag

Welke benaming wordt veel gebruikt voor een lichamelijke beperking?
A
Invalide
B
Gehandicapt
C
Beperking
D
Aandoening

Slide 7 - Quizvraag

Leven met een lichamelijke beperking
Voor de meesten is het vanzelfsprekend dat je lichamelijk goed functioneert. Je kunt doen wat je wilt, uiteraard binnen bepaalde grenzen.

Mensen met een beperkingen hebben het een stuk lastiger

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een beperking in het dagelijks leven?
A
Geen zin
B
Pijn
C
Geen financiële middelen
D
Vermoeidheid

Slide 9 - Quizvraag

Lichamelijke problemen
- problemen bij voeding en uitscheiding
- problemen met de mobiliteit
- problemen met communicatie
- problemen bij wonen en werken

Slide 10 - Tekstslide

Noem 1 probleem bij voeding en uitscheiding

Slide 11 - Open vraag

Noem 1 probleem met mobiliteit

Slide 12 - Open vraag

Noem 1 probleem met communicatie

Slide 13 - Open vraag

Noem 1 probleem bij wonen en werken

Slide 14 - Open vraag

Functiebeperkingen
Het lichaam heeft veel verschillende functies. Bij een beperking op lichamelijk gebied kan het onder andere gaan om:
- Motorische beperking
- Zintuiglijke beperking
- Orgaanbeperking
- NAH
- Bewustzijnsstoornis
- Geheugenstoornis
- Spraak- en taalstoornissen

Slide 15 - Tekstslide

Spina Bifida is een...
A
Zintuigelijke beperking
B
Extra chromosoom
C
Hartafwijking
D
Open ruggetje

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een dwarslaesie?
A
Gebroken been
B
Een blaasprobleem
C
Verlamming
D
Een ziekte

Slide 17 - Quizvraag

De ziekte van Duchenne is een
A
Een niet progressieve spierziekte
B
Een verzamelnaam voor spierziekten
C
Wervelkolomafwijking
D
Progressieve spierziekte

Slide 18 - Quizvraag

MS staat voor
A
Multiple Sclerose
B
Multi Sclerose
C
Multiple Scolio
D
Multi Saccarine

Slide 19 - Quizvraag

Motorische beperkingen
Dwarslaesie
Spina Bifida
Spierziekten waaronder Duchenne
MS
Reuma

Slide 20 - Tekstslide

Reuma
Is een verzamelnaam voor een groot aantal aandoeningen die spieren, pezen, gewrichten en het bijbehorend bindweefsel aantasten.

Voorbeeld: Jicht, Fibromyalgie, Artrose

Slide 21 - Tekstslide

Met welke motorische beperking heb jijzelf ervaring?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Wat is totale communicatie
A
Communiceren met woorden
B
Communiceren met picto's
C
Communiceren met gebaren
D
Communiceren in alles

Slide 24 - Quizvraag

Tinnitus is.....
A
Oorsuizen
B
Propje in je oor
C
Gaatje in je trommelvlies
D
Verdikte oorschelp

Slide 25 - Quizvraag

Waar moet je in je communicatie op letten bij een doof of slechtziend persoon?

Slide 26 - Woordweb

Wanneer spreek je van blindheid?
A
10%
B
5%
C
20%
D
35%

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel mensen in Nederland zijn slechtziend?
A
10.000
B
120.000
C
100.000
D
180.000

Slide 28 - Quizvraag

Welke hulpmiddelen ken je t.a.v. blind en slechtziendheid binnen de communicatie?

Slide 29 - Open vraag

Orgaanbeperkingen
- COPD
- Diabetes
- Hartfalen
- Nierziekten

We spreken van orgaanbeperking wanneer een orgaan niet, gedeeltelijk of niet goed functioneert

Slide 30 - Tekstslide

Wat bedoelt men met een progressieve ziekte?
A
Wordt steeds minder
B
Wordt steeds erger
C
Blijft op een bepaald niveau aanwezig
D
Is te genezen

Slide 31 - Quizvraag

NAH 
Staat voor Niet Aangeboren Hersenletsel, ontstaan op latere leeftijd.

Denk hierbij aan een trauma, ongeval of ziekte

Slide 32 - Tekstslide

Hoeveel mensen krijgen ieder jaar een CVA?
A
21.000
B
11.000
C
31.000
D
41.000

Slide 33 - Quizvraag

CVA
Cerebrovasculair accident

Acute aandoening waarbij de bloedvoorziening in de hersenen plotseling ergens onderbroken wordt.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Geheugenstoornissen
Dementie waarbij de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende vorm is.

Verschijnselen zijn geheugenstoornis, desoriëntatie in tijd, vermindering verstandelijk vermogen, decorumverlies, emotionele stoornissen, stoornis communicatie, hallucinaties en wanen

Slide 36 - Tekstslide

Korsakov treedt op bij een....
A
rookverslaving
B
alcoholverslaving
C
drugsverslaving
D
koffieverslaving

Slide 37 - Quizvraag

Aandachtpunten bij dit thema
Blijf cliënten aanspreken op wat ze nog wel kunnen. Maak gebruik van de daarvoor ontwikkelde hulpmiddelen. Vind ze niet zielig, in veel gevallen hebben ze ermee leren leven.


Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Volgende week
Ziekten en aandoeningen

Werkboek: opdrachten t.b.v. het leren van de theorie voor de toets

Slide 40 - Tekstslide