7.3 Ontleedbare stoffen: Enkelvoudige ionen (1) GRT

Welkom 4 Mavo!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS 
op tafel te leggen. 

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 4 Mavo!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS 
op tafel te leggen. 

Slide 1 - Tekstslide

7.3 Ontleedbare stoffen: Enkelvoudige ionen

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Hoe ging het huiswerk?
- Herhaling 7.2 Het atoommodel
- Start 7.3 Ontleedbare stoffen: enkelvoudige ionen

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ging het huiswerk?
- Waren er opdrachten moeilijk?
- Zijn er opdrachten die jullie klassikaal willen bespreken?

Slide 4 - Tekstslide

7.2 Het atoommodel

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 7.3
- Je kunt de ontleedbare stoffen (verbindingen) onderverdelen in moleculaire verbindingen en ionaire verbindingen (zouten).
- Je kunt uitleggen hoe positieve en negatieve ionen ontstaan.
- Je kunt de namen en notaties van een aantal veelvoorkomende enkelvoudige ionen geven,
- Je kunt aangeven of metaalionen en niet-metaalionen positief of negatief geladen zijn.
- Je kunt benoemen dat ionaire verbindingen (zouten) verbindingen zijn tussen positieve ionen en negatieve ionen.
o Je kunt de verhoudingsformule van zouten met enkelvoudige ionen opstellen.

Slide 6 - Tekstslide

Aantekening 7.3 Atoom of Ion? 
Een atoom = een deeltje dat elektrisch neutraal is.
Het heeft géén lading.
Dit komt omdat een atoom evenveel protonen (+) als elektronen (-) heeft.

Een ion = een deeltje dat elektrisch geladen is.
De lading kan positief of negatief zijn. Dit komt omdat een ion
niet evenveel protonen (p) als elektronen (e) heeft. 
Het aantal (p) en elektronen (e) zijn dus niet gelijk aan elkaar.






Slide 7 - Tekstslide

Atoom

Slide 8 - Tekstslide

Ion

Slide 9 - Tekstslide

Atoom / Ion

Slide 10 - Tekstslide

Atoom

Slide 11 - Tekstslide

Ion

Slide 12 - Tekstslide

Atoom / Ion

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aantekening 7.3 Moleculaire stof of zout?
Verschil tussen een moleculaire stof en een zout
      Moleculaire stof
                    Zout
Bestaat uit niet-metaal atomen
bestaat uit 1 metaal-ion en 1 niet-metaal-ion
geleid geen stroom
geleid in opgeloste of gesmolten vorm wel stroom 

Slide 16 - Tekstslide

Leer Tabel 1+2 uit je hoofd!
Tabel 1 en Tabel 2 (p. 29) staan niet in BINAS dus moet je echt uit je hoofd leren voor je ED toets in de Toetsweek.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak 7.3 opdr. 1-8 (p. 33-35)


Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les (morgen).



Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen check!
- Je kunt de ontleedbare stoffen (verbindingen) onderverdelen in moleculaire verbindingen en ionaire verbindingen (zouten).
- Je kunt uitleggen hoe positieve en negatieve ionen ontstaan.
- Je kunt de namen en notaties van een aantal veelvoorkomende enkelvoudige ionen geven,
- Je kunt aangeven of metaalionen en niet-metaalionen positief of negatief geladen zijn.
- Je kunt benoemen dat ionaire verbindingen (zouten) verbindingen zijn tussen positieve ionen en negatieve ionen.
o Je kunt de verhoudingsformule van zouten met enkelvoudige ionen opstellen.

Slide 19 - Tekstslide

Opbouw van zouten
Vaste zouten hebben een kristalrooster.

Naam zout:
eerst metaal, dan niet-metaal
Natrium-Chloride (rationeel)
keukenzout (triviaal)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zoutformules met samengestelde ionen
  1. Noteer de naam
  2. Noteer de 2 ionen: (zet de ionen tussen haakjes!!)
  3. Noteer de verhouding
  4. Noteer het verhoudingscijfer = index
  5. Haal de ladingen weg
  6. Haal de haakjes weg waar het kan

Slide 22 - Tekstslide

Even samen oefenen
We maken samen opdr. 9a. (p. 35)





En daarna --> zelf of in duo's opdr. 9bcd. (p.35)
Stappenplan:
1) Noteer de naam van het zout
2) Noteer de 2 ionen: (zet de ionen tussen haakjes!!) die in het zout zitten
3) Noteer de verhoudingsformule
4) Noteer het verhoudingscijfer = index
5) Haal de ladingen weg
6) Haal de haakjes weg waar het kan



Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak 7.3 opdr. 1-13 (p. 33-36)




Slide 24 - Tekstslide