Talent-BB2-H4.3

4.3     Doel van de les Woorden
  • De betekenis van nieuwe woorden leren.
  • Met een achtervoegsel verander je het bijvoeglijk naamwoord.
  • Leren dat met de trappen van vergelijking het bijvoeglijk steeds sterker wordt.
  • Een vergelijking maak je met de woorden: dan, als
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.3     Doel van de les Woorden
  • De betekenis van nieuwe woorden leren.
  • Met een achtervoegsel verander je het bijvoeglijk naamwoord.
  • Leren dat met de trappen van vergelijking het bijvoeglijk steeds sterker wordt.
  • Een vergelijking maak je met de woorden: dan, als

Slide 1 - Tekstslide

Maak de trap van vergelijking van:
groot - snel - mooi - klein

Slide 2 - Open vraag

Maak de trap van vergelijking van:
goed - graag - veel - weinig

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent aanschaffen?
A
lenen
B
kopen
C
gebruiken
D
maken

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent overbodig?
A
het is over
B
het is wel nodig
C
het is niet nodig
D
tekort

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent verspillen?
A
opmaken zonder dat het nodig is
B
ergens mee spelen
C
iets gebruiken
D
knoeien

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent oorspronkelijk?
A
bij je oor
B
zoals het gaat worden
C
zoals jij wilt dat het is
D
zoals het in het begin was

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg



Lees de uitleg in de lesstof van talent H4.3 - Woorden!

Slide 8 - Tekstslide

Aantekeningen

Schrijf de onderstaande aantekeningen over in je aantekeningenschrift!


Achtervoegsel: Deze gebruik je om van een buijvoeglijk naamwoord een vergelijking te maken

Trappen van vergelijking: Bij iedere 'trap' wordt het bijvoeglijk naamwoord sterker.

Als: Hoort bij een vergelijking als het hetzelfde is.

Dan: Bij de tweede trap in een vergelijking gebruik je dan.

Kevin is net zo groot als Jordi.                          Kevin is groter dan Jordi.

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik je als en wanneer gebruik je dan?

Slide 10 - Open vraag