In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lezen periode 4: De verwerkingsopdracht over boek periode 4 wordt 2 juni getoetst. Voor die datum is je boek gelezen:-)
timer
15:00
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Wat is debatteren?
Basisregels goed debat.
Opdrachten.
Het debat zelf.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is debatteren?
Slide 5 - Open vraag
Wat is een debat?
Een aan regels gebonden, openbare discussie, gericht op uiteenzetting van standpunten.
In een debat zijn:
- Onderwerp + Deelnemers van tevoren bekend
- Afspraken aanvangstijd en eindtijd
- Aanwezigheid derde partij = de toeschouwers
DOEL van het debat; het overtuigen van het publiek en de jury
ROL deelnemers debat; publiek informeren en beïnvloeden publiek
Slide 6 - Tekstslide
Basisregels voor een goed debat.
Het debat gaat over een duidelijk afgebakend onderwerp; de stelling
Het debat kent twee teams: de voor- en de tegenstanders
Debaters verdedigen niet hun eigen mening, maar de stelling
Vrijheid van het woord
Inspanningsverplichting; helder argumenten geven – de debatleider bepaalt altijd wie er aan het woord is.
Acceptatie van de uitkomst; Respect voor het jury oordeel
Slide 7 - Tekstslide
1. Warming up! SALESMAN
Probeer een simpel voorwerp zo overtuigend mogelijk te verkopen in 1 minuut
( denk aan een beker, pen, mobiele telefoon etc.)
5 minuten voorbereiding
2 presentaties
Publiek / Jury; Wie van de twee was het meest overtuigend en waarom?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
2. Warming up! TROUBLESPEECH
= De spreker moet zich verbaal zien te handhaven in een denkbeeldige, vrijwel onmogelijke situatie.
Scenario 1
Een docent heeft de gemaakte proefwerken in de bus laten liggen; wat zegt hij/zij tegen de leerlingen?
Scenario 2
Een fabriek blijkt jarenlang naaktslakken te hebben verwerkt in de vruchtensappen en babyvoeding; wat zegt de woordvoerder tegen de toegestroomde pers?
Kies individueel een scenario. Bereid een presentatie voor! 5 min tijd.
Slide 10 - Tekstslide
Les 2 debatteren
Slide 11 - Tekstslide
Lezen periode 4: De verwerkingsopdracht over boek periode 4 wordt 2 juni getoetst. Voor die datum is je boek gelezen:-)
timer
15:00
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt een onzin stelling verdedigen door creatieve en originele argumenten te geven.
Je kunt een speech van een minuut geven waarom iemand wel of niet uit de ballon moet.
Je kunt een standpunt onderbouwen met argumenten.
Slide 13 - Tekstslide
Een debat is..
A
een discussie met regels waarbij je de jury probeert te overtuigen
B
een discussie zonder regels waarbij je elkaar probeert te overtuigen
C
een discussie met regels waarbij je fysiek geweld mag gebruiken
D
een discussie met regels waarbij je de jury probeert om te kopen
Slide 14 - Quizvraag
Welke afbeelding hoort bij welk begrip?
Mening
Argument
Onderbouwing
Debat
Slide 15 - Sleepvraag
Ik kan het verschil tussen discussiëren en debatteren benoemen
discussie
debat
je gesprekspartner(s) overtuigen van je standpunt
vrij van regels
publiek overtuigen van je standpunt
gebonden aan regels
je kunt je standpunt op ieder moment bijstellen
je wijkt niet van je standpunt
Slide 16 - Sleepvraag
3. Warming up! Verdedig het onverdedigbare
Geef een korte speech met argumenten over een ‘onverdedigbare stelling’. Probeer zoveel mogelijk orginele en creatieve argumenten te geven om toch de stelling te verdedigen.
Groepen van 3 personen + 1 captain (totaal 4 dus)
5 minuten voorbereiding – 2 minuten om de drie argumenten te geven
timer
5:00
Slide 17 - Tekstslide
Roken moet verplicht worden voor iedereen
Slide 18 - Tekstslide
Alle huwelijken zouden na 10 jaar afgebroken moeten worden
Slide 19 - Tekstslide
4. Het ballondebat
Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Geert Wilders, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)
Zometeen kies ik 5 leerlingen die met elkaar in debat gaan.
Slide 20 - Tekstslide
Wat gebeurt er?
Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.
Slide 21 - Tekstslide
Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Waarom is hij of zij onmisbaar.
timer
1:00
Slide 22 - Tekstslide
Welke 2 bekende Nederlanders moeten uit de ballon?
Slide 23 - Open vraag
Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn!
Slide 24 - Tekstslide
Welke bekende Nederlander is de winnaar van ronde 2?
Slide 25 - Open vraag
Hoe vond je het ballondebat?
😒🙁😐🙂😃
Slide 26 - Poll
Slide 27 - Tekstslide
Lezen periode 4: De verwerkingsopdracht over boek periode 4 wordt 2 juni getoetst. Voor die datum is je boek gelezen:-)
timer
15:00
Slide 28 - Tekstslide
Hoe verloopt een debat?
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Wat zijn de verschillen?
Bedenk samen met je buurman/buurvrouw een lijst van minimaal 3 verschillen.
Slide 32 - Tekstslide
Hoe gaan we het doen in de klas?
Slide 33 - Tekstslide
Op weg naar het lager huis
In een Lagerhuisdebat proberen twee partijen elkaar te overtuigen van de juistheid van hun visie op een stelling. De ene partij verdedigt de stelling, de andere valt die aan. Debaters veranderen tijdens een debat in principe niet van mening.
Slide 34 - Tekstslide
De spelregels van een debat
Luister goed en laat elkaar uitpraten.
Leg met voorbeelden uit waarom je iets vindt.
Durf ook toe te geven.
Val nooit iemand persoonlijk aan, maar altijd zijn boodschap.
Leg je neer bij de beslissing van de debatleider.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
De groepjes
Groep 1: Eva, Xavi, Tygo, Joram, Noor, Twan
Groep 2: Femke, Anna, Saar, Lenne, Jake, Marius
Groep 3: Lotte, Cairo, Medina, Edi, Robin
Groep 4: Thomas, Jules, Mauro, Nathan, Sander
Slide 37 - Tekstslide
Wat ga je doen?
groep 1 en groep 2 zijn voor de stelling en groep 3 en 4 zijn tegen de stelling.
Jullie krijgen 5 minuten om je argumenten voor te bereiden.
Daarna gaan jullie debatteren. De docent zal op het bord een klok laten zien.
Slide 38 - Tekstslide
Het internet moet één dag per week onbereikbaar zijn.