Thema 4 | extra

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel INTMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vijf grootste religies/ geloofsovertuigingen?

Slide 2 - Open vraag

De vijf grootste religies en geloofsovertuigingen zijn: boeddhisme, christendom, islam, hindoeïsme en jodendom.
Wat is cultuur?
Je mentale programmering bepaalt hoe je reageert op alle daagse zaken als groeten, eten, tonen van emoties enzovoort.

Slide 3 - Tekstslide

Mentale programmering bestaat op drie niveaus:
1. menselijke natuur
Deze patronen zijn aangeboren en daarmee universeel, alle mensen hebben dit in zich.
Bijvoorbeeld: Alle mensen kunnen zich wel eens boos, verdrietig of bang voelen.
2. cultuur
Deze patronen zijn aangeleerd en zijn specifiek voor een groep mensen. Het maakt het verschil tussen de ene en de andere groep mensen. Cultuur gaat over van generatie op generatie.
Bijvoorbeeld: In sommige culturen is het niet netjes als een jongere een volwassene recht in de ogen aankijkt tijdens een gesprek. Kinderen leren van hun ouders dat zij dit niet moeten doen en zij leren dat hun kinderen ook weer.
3. persoonlijkheid
Deze patronen zijn zowel aangeboren als aangeleerd en maken een persoon uniek
0

Slide 4 - Video

Filmpje over Keuzedeel Internationaal 1: overbruggen van interculturele diversiteit
Behandelde thema's
  1. Cultuur
  2. Religie
  3. Dimensies van Hofstede
  4. Overbruggen van culturele verschillen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hst 2 Cultuur
Aan het eind van dit hoofdstuk:
  • weet je wat cultuur is
  • weet je wat de kenmerken van je eigen cultuur (en de Nederlandse) zijn
  • begrijp je de ui-theorie van Hofstede en kun je deze toepassen
  • begrijp je hoe je eigen cultuur je gedachten en je gedrag beïnvloeden
  • weet je wat vooroordelen zijn en herken je deze in contact met anderen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUUR

Slide 7 - Woordweb

Cultuur of beschaving is het geheel aan gewoonten en (gedrags)regels dat bij een volk of stam hoort; cultuur
is dat wat de mens schept; al die dingen die mensen denken, doen en hebben: gewoonten en gebruiken,
godsdienst, normen en waarden, bestaanswijze, muziek en voorwerpen, eetgewoonten en wijze van kleden,
bouwwerken.
Wat is cultuur?
Cultuur is een vorm van mentale programmering. Het zijn patronen van gedachtes, gevoelens en gedrag.
Mentale programmering bestaat op drie niveaus:
  • menselijke natuur
  • cultuur
  • persoonlijkheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Religie
Veel culturen hebben een religie of geloofsovertuiging als basis. 
Een religie bevat veel waarden, normen en gewoontes en helpt het ontstaan en het doel van de mensheid te verklaren. 

Cultuur en religie zijn twee verschillende dingen, maar lopen vaak wel door elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

 Het katholieke geloof heeft bijvoorbeeld als basis de bijbel. Dit is wereldwijd zo. Maar een katholiek in Mexico viert bijvoorbeeld Dios de los Muertos, een feestdag waarbij de doden worden herdacht en mensen zich verkleden als skelet. Dit wordt op een katholieke feestdag gevierd, maar in de bijbel staat niets over deze feestdag genoemd. Een katholiek in Europa viert deze feestdag niet. Deze feestdag is dan ook onderdeel van de Mexicaanse cultuur en hoort niet bij religie.
Cultuurverandering
Culturen blijven niet eeuwig en altijd hetzelfde. Ze veranderen omdat mensen veranderen. De basis blijft steeds hetzelfde. Maar doordat we kennismaken met andere culturen kunnen we ook dingen overnemen.

Voorbeelden?

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
- Chinees, Turks of Surinaams eten
- het gebruik van Engelse woorden in onze taal 
- invloeden uit andere culturen in onze samenleving
- enzovoort.
Verdieping

Slide 11 - Tekstslide

 Het katholieke geloof heeft bijvoorbeeld als basis de bijbel. Dit is wereldwijd zo. Maar een katholiek in Mexico viert bijvoorbeeld Dios de los Muertos, een feestdag waarbij de doden worden herdacht en mensen zich verkleden als skelet. Dit wordt op een katholieke feestdag gevierd, maar in de bijbel staat niets over deze feestdag genoemd. Een katholiek in Europa viert deze feestdag niet. Deze feestdag is dan ook onderdeel van de Mexicaanse cultuur en hoort niet bij religie.

Slide 12 - Video

Filmpje over Wat is cultuur?

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je weet wat cultuur is.
  2. Je kent de kenmerken van je eigen (en de Nederlandse) cultuur.
  3. Je begrijpt de ui-theorie van Hofstede en kunt deze toepassen.Je begrijpt hoe je eigen cultuur je gedachten en je gedrag beïnvloeden.
  4. Je weet wat vooroordelen zijn en herkent deze in contact met anderen.
  5. Je begrijpt wat cultuurshock is.
  6. Je herkent verschillen en overeenkomsten tussen culturen.
  7. Je begrijpt de theorie van Pinto over F- en G-culturen en kunt deze toepassen.
  8. Je weet wat interculturele sensitiviteit is en in hoeverre je dat zelf bent.
  9. Je kunt je verplaatsen in mensen met een andere culturele achtergrond.
  10. Je kunt in contact met anderen omgaan met cultuurverschillen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies