In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Leg je leesboek en werkboek op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Schrijven les 1
Lezen in je leesboek
Instructie betoog
Herhaling signaalwoorden
Maken opdrachten 1,2 en 3
Slide 2 - Tekstslide
Feiten en meningen
Startopdracht 1 op blz 202
Hoe zat het ook alweer?
Maak 1a,b en c
Slide 3 - Tekstslide
Het betoog
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het doel van een betoog?
A
Uitleggen
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 6 - Quizvraag
Wat moet je als schrijver doen als je tekstdoel overtuigen is?
A
Je legt uit en geeft vooral feiten
B
Je geeft een mening en onderbouwt deze met argumenten.
C
Je probeert lezers te overtuigen iets te gaan doen.
D
Je schrijft een prettig leesbare tekst
Slide 7 - Quizvraag
In een goed betoog staan: -Meningen -Argumenten -Feiten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Maken opdracht 2
Slide 9 - Tekstslide
Maken opdracht 3
Slide 10 - Tekstslide
Schrijven Les 2
Voorlezen
Lezen tekst 1
Maken opdracht 4
Instructie korte en lange zinnen
Maken opdracht 6,7 en 8
Slide 11 - Tekstslide
Start op blz 204
Lezen tekst 1
op blz 204
Maken opdracht 4
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Synoniemen
Het betekent hetzelfde:
Mooi - Prachtig
Beginnen - Starten
Woning - huis
Slide 14 - Tekstslide
Bedenk een synoniem voor:
Snel
Praten
Vies
Slide 15 - Tekstslide
Verwijswoorden
hij - zij- het- wij
mijn - zijn - haar - hun
die - dat - daar
Slide 16 - Tekstslide
Omschrijving
Etalage :
waar een winkel voor een raam laten zien wat ze verkopen
Intelligent:
Iemand die erg slim is
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig werken
maken opdracht 6 ,7a en 8
(huiswerk)
Slide 19 - Tekstslide
Schrijven les 3
zelf lezen
bespreken huiswerk blz. 205
Herhalen betoog/ voorbeeld
Maken opdracht 10,11 en 12
uitprinten tips
Slide 20 - Tekstslide
Een stelling:
is een zin waarover je van mening kunt verschillen.
is niet te lang.
bevat geen ontkenning.
Slide 21 - Tekstslide
Indeling betoog:
inleiding met stelling en korte mening.
alinea 2- eerste argument met uitleg.
alinea 3- tweede argument met uitleg.
slot- je vat je argumenten kort samen en geeft een afsluitende zin.
Slide 22 - Tekstslide
Argumenten:
zijn redenen voor je mening.
je ondersteunt ze met voorbeelden.
Slide 23 - Tekstslide
Stelling: Het spelen van games is verslavend.
EENS
ONEENS
Slide 24 - Poll
Stelling:
Spelletjes op je telefoon zijn verslavend
Eens of niet?
Kijk op de volgende slide naar de inleiding die bij deze stelling hoort.
Slide 25 - Tekstslide
Spelletjes spelen op je telefoon is verslavend. - > Titel
Voorbeeld inleiding
Een spelletje spelen is leuk, vooral de spellen die je op je telefoon kan spelen. Maar het is ook zeer verslavend! Denk maar aan spelletjes als Candy Crush of Royal Match.
Slide 26 - Tekstslide
Voorbeeld argumenten
Maar waarom is het nu zo verslavend?
Ten eerste zijn dit spelletjes met veel levels. Hierdoor blijf je spelen, want je wilt natuurlijk wel het level halen en kijken hoe het volgende level eruit ziet.
Daarnaast kun je beloningen krijgen als je terug komt. Dit kan in de vorm van extra levens, extra punten of een andere beloning. Die wil je natuurlijk niet missen!
Welke signaalwoorden heb ik gebruikt?
Slide 27 - Tekstslide
Voorbeeld conclusie:
Je wilt eigenlijk niets missen van een spel wat je leuk vindt en dat maakt het zo verslavend! Denk dus goed na voordat je een spelletje op je telefoon gaat spelen.
Annelotte Mulder
Welk signaalwoord heb ik gebruikt?
Slide 28 - Tekstslide
Stap voor stap een betoog schrijven
Stellingen:
Het is leuk om alleen via een tablet les te krijgen
Het is goed dat je in de klas geen petje op mag
Het is goed dat je niet mag spieken bij een proefwerk
Slide 29 - Tekstslide
Schrijven les 3
Klaar met opdracht 10 + 11?
Schrijf je betoog op een apart blad of in je schrift
Deze neem je volgende keer mee
Slide 30 - Tekstslide
Let op bij het schrijven van je betoog
Titel
De opbouw (inleiding, kern, slot)
Signaalwoorden in de kern en in het slot
Verwijswoorden
Afwisseling in korte en lange zinnen
Slide 31 - Tekstslide
Schrijven les 4
Doe je jas over je stoel
Leg je leesboek + werkboek op tafel + je betoog (huiswerk)
Slide 32 - Tekstslide
Schrijven les 4
Zelfstandig lezen
Lezen van elkaars betoog
Beoordelen van elkaars betoog
Uitdelen tips
Toets maandag 10 februari
Slide 33 - Tekstslide
Beoordelen van elkaars betoog
Stap 1: Je leest het betoog van de ander
Stap 2: je beoordeeld het aan de hand van het beoordelingsformulier in het boek van je buurman of buurvrouw (blz 209)
Stap 3: Wat gaat al goed en wat nog niet? - opdracht 14
Slide 34 - Tekstslide
Uitdelen tips
Waar moet je op letten?
Bespreken beoordelingsformulier
Slide 35 - Tekstslide
Nieuwe stellingen
Vuurwerk afsteken met Oud en Nieuw moet verboden worden
De pauzes op deze school moeten langer worden.
Het is onmogelijk om zonder telefoon te leven.
Slide 36 - Tekstslide
Schrijven les 5
Voorlezen
Nieuw betoog (oefenen voor de toets)
Inleveren aan het einde van de les
Toets maandag 10 februari
Slide 37 - Tekstslide
Nieuwe stellingen
Vuurwerk afsteken met Oud en Nieuw moet verboden worden
De pauzes op deze school moeten langer worden.
Het is onmogelijk om zonder telefoon te leven.
Slide 38 - Tekstslide
Indeling betoog
Kijk op het blad dat ik gisteren heb uitgedeeld!
Denk aan minimaal 65 woorden!
Klaar? Je mag nog even lezen in je leesboek.
Slide 39 - Tekstslide
Schrijven les 6
Lezen in je leesboek
Nabespreken betoog/feedback
Voorbeelden geven
Volgende les is de toets! Toets maandag 10 februari
Slide 40 - Tekstslide
Stelling: Schooluniformen moeten worden ingevoerd in Nederland.
Vóór of Tegen?
Oefen met de inleiding
Kenmerken inleiding:
Leuke beginzin
Verhaaltje met daarin de stelling verwerkt
Korte mening over de stelling.
Slide 41 - Tekstslide
Kies uit één van deze stellingen:
Kinderen moeten strenger opgevoed worden.
De pauzes op deze school moeten langer worden.
Het is onmogelijk om zonder telefoon te leven.
Schrijf zelf een betoog
Slide 42 - Tekstslide
Kies uit één van deze stellingen:
Er moeten huiswerkvrije scholen komen.
Docenten moeten elke week 1 uur verplicht aan hun klassen voorlezen.
Elke jongere moet verplicht twee uur per dag bewegen.
Schrijf zelf een betoog
Slide 43 - Tekstslide
Geef je buurman of buurvrouw 1 tip en 1 top
Inleiding
Duidelijke inleiding? Leuke beginzin?
Midden
Zijn er in ieder geval 2 alinea's met per alinea 1 argument?
Slot
Staat er een samenvatting in het slot van het middenstuk?
Geef feedback
Spreek het samen door.
Titel
Staat er een titel boven de tekst?
Slide 44 - Tekstslide
Kijk je tekst zelf nog eens na op:
Inleiding
Leuke beginzin, duidelijk wat de stelling is, je hebt aangegeven of je met de stelling eens bent of niet.
Midden
Bestaat in ieder geval uit 2 alinea's.
1 alinea per argument,waarbij elk argument met voorbeelden wordt uitgelegd.
Slot
Hierin geef je (in andere woorden dan in het middenstuk) een heel korte samenvatting van je argumenten en een slotzin.
Spelling
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Bekijk daarna elk werkwoord in elke zin. Bekijk de regels van tt en vt. Pas spelling aan.