Hfd.2 weertand

lesplanning en doelen
terugblik huiswerk 7 t/m 10 bespreken
maken 11 t/m 14 (tot 45 min)
weerstand: 
de wet van OHM de ohmse en niet ohmse weerstanden
rekenen met de formule R=U/I
rekenen met geleidbaarheid G=1/R
huiswerk 11  t/m 22 + lees par. 4 (PO metalen draad)
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

lesplanning en doelen
terugblik huiswerk 7 t/m 10 bespreken
maken 11 t/m 14 (tot 45 min)
weerstand: 
de wet van OHM de ohmse en niet ohmse weerstanden
rekenen met de formule R=U/I
rekenen met geleidbaarheid G=1/R
huiswerk 11  t/m 22 + lees par. 4 (PO metalen draad)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik
elementaire lading e= 1,6 x 10 ^-19 C
atoommodel; kern en de schillen 
kern: protonen en neutronen
schillen: elektronen
atoom neutraal 
het atoomnummer = het aantal protonen in de kern

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terublik
  • richting van de stroom in een schakeling: van plus pool naar min pool (terwijl negatieve elektronen juist bewegen)
  • elektrische stroom= de totale hoeveelheid lading / de tijdsduur:  I=Q/t;  Q=I *t
  • hoe sluit je de volt- en amperemeters aan in gesloten stroomkring?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lading en stroomsterkte

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het aantal elektronen geeft het atoomnummer aan
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor een ion geldt: het aantal protonen is ... aan het aantal elektronen
A
gelijk
B
niet gelijk

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Spanning en stroomsterkte meten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltmeter

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ampèremeter

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Neem het schema over in je schrift en teken op de juiste plaats de voltmeter en de ampèremeter.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking opdracht 1

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door. 
Dit noemen we een isolator. 

In een isolator kan de stroom niet stromen. 

Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Isolatoren laten geen elektriciteit door

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.  

Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. 

De grijze vulling van je potlood is van grafiet gemaakt. Grafiet geleidt elektriciteit ook erg goed.

Geleiders laten elektriciteit goed door

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weerstand
Allerlei stoffen zoals in de afbeelding laten stroom maar een beetje door. 

Deze stoffen worden weerstanden genoemd.

Hoe gemakkelijk de stroom door de draad kan stromen wordt de  elektrische weerstand genoemd.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de stroom door een materiaal heen beweegt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

programma doelen
uitleg stroomrichting en weerstand van metalen draad 15 min
zelfstandig werken aan 4 opgaven 20 min.
huiswerk bespreken 20 min
zelfstandig lezen eigenschappen van serie en parallel schakelingen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

model van een stroomdraad

afspraak: elektrische stroom van plus naar minpool 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Ohm

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weerstand van een metalen draad
welke factoren hebben invloed op de weersatdn van een metalen draad?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is weerstand?
  • Weerstand in een draad is afhankelijk van:
Lengte: Hoe langer de draad hoe hoger de weerstand
Dikte: Hoe dikker de draad hoe lager de weerstand
Temperatuur: Hoe hoger de temperatuur hoe hoger de weerstand
Materiaal: bepaalde materialen hebben een hoge weerstand (zoals plastic, metalen hebben een lage weerstand

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weerstand van een metalen draad 
  • hoe langer de draad hoe groter de weerstand
  • hoe dikker de draad hoe kleiner de weerstand
  • de soort stof, goed bijvoorbeeld is een betere geleider dan koper.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soortelijke weerstand ( bepaal de eenheid ?)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soortelijke weerstand

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De soortelijke weerstand

De soortelijke weerstand hangt af van de stof waar de draad van gemaakt is. Hoe groter de soortelijke weerstand des te groter is de weerstand. De temperatuur heeft ook invloed op soortelijk weerstand.


De soortelijke weerstand wordt aangegeven met het symbool


ρ

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lage temperaturen
Supergeleiders
Superfluïditeit

Slide 24 - Tekstslide

Wat hebben lage temperturen met de plaats en impuls te maken? 
Lage temperatuur -> onzekerheid in impuls kleiner —> onzekerheid in plaats groter; deeltje kan overal tegelijkertijd zijn. 

Supergeleiding
  • Een sterk magneetveld heeft supergeleidende spoelen nodig
  • Supergeleidende spoelen hebben een elektrische weerstand van nul ohm. 
  • maak nu 26, 27, en 28 en 29

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Gegeven: U = 6 V en I = 1,5 A

Gevraagd: R

Formule: 

Berekening:

Antwoord: R = 4 Ohm 
Uitwerking
R=IU
R=1,56

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ohmse weerstand

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht evenredigheid
  • De lijn gaat door de oorsprong;
  • Is de spanning 2x zo groot is de stroom ook 2x zo groot;
  • Voor elk punt is U/I even groot en de weerstand dus ook altijd even groot.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet ohmse weerstand: 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleidbaarheid
G=R1
R=G1

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk 
huiswerk 11 t/m 22 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eigenschappen bij een serie schakeling
  • de stroomsterkte is overal gelijk;
  •  I bron= I1=I2=I3=...
  • de spanning van de batterij wordt verdeeld over all aanwezige onderdelen(weerstanden, lampen etc.) ; 
  • U bron=U1+U2+U3+...
  • De totale weerstand (vervangingsweerstand) is de som van afzonderlijke weerstanden bij elkaar. R tot.=Rv=R1+R2+R3+...

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totale weerstand serieschakeling

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totale weerstand serieschakeling
I=RtU

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serieschakeling





Parallelschakeling
Itot=I1+I2+I3+....
Utot=U1+U2+U3+....
Utot=U1=U2=U3=....
Itot=I1=I2=I3=....

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serieschakeling





Parallelschakeling
Rtot=R1+R2+R3+....
Rtot1=R11+R21+R31+....

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serieschakeling
parallelschakeling

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kirchhoff
Stroomwet Kirchhoff




Spanningwet Kirchhoff

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld parallel schakeling
  • Bereken de stroomsterkte  door de batterij.
  • Bereken de stroomsterkte door R1=10 ohm.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

iPad opdracht 2
Geleiders en isolatoren

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Ohm
De weerstand hangt af van twee dingen
1. de spanning
2. De stroomsterkte

Dit verband wordt beschreven in de formule die we de wet van Ohm noemen. 
1
2

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

iPad opdracht 4
Wet van Ohm

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Gegeven

2. Gevraagd

3. Formule

4. Berekening

5. Antwoord + Eenheid
Opdracht 5

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Gegeven

2. Gevraagd

3. Formule

4. Berekening

5. Antwoord + Eenheid
Opdracht 6

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven: 
U = 230 V
R = 2 kΩ = 2000 Ω
Gevraagd: I
Formule:

 
Berekening: 
Uitwerking 
R=IU
I=RU
I=2000230=0,115A

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weerstand van een metalen draad
wanneer je een een elektrisch apparaat, bijv. een tv of een lampje aan zet, dan wordt deze ook altijd warm. uit ervaring weet je wellicht al dat een gloeilampje veel warmer wordt dan een televisie. Een gloeilamp heeft een metalen draad met een hoge weerstand, een gloeidraad is namelijk erg dun en kronkelig. de stroom kan hier moeilijk door heen. door de wrijving van de elektronen die door de draad gaan wordt deze draad erg warm.
de lengte van de draad 
de dikte  en de soort stof

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weerstand van een metalen draad 
  • hoe langer de draad hoe groter de weerstand
  • hoe dikker de draad hoe kleiner de weerstand
  • de soort stof, goed bijvoorbeeld is een betere geleider dan koper.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies