6.2 Internationale contacten

Werkboek B pagina 24. Maken opdracht 11 & 14
Aan de slag! We bespreken het over 7 minuten. 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Werkboek B pagina 24. Maken opdracht 11 & 14
Aan de slag! We bespreken het over 7 minuten. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Terugblik Paragraaf 6.1
Paragraaf 6.2 - Globalisering

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 11
Waarom zijn juist deze attracties interessant voor buitenlandse bezoekers?

Slide 3 - Tekstslide

Redenen toename
vakantieparticipatie?

Slide 4 - Woordweb

Welke benaming hebben wij voor "teveel" toeristen op 1 plek?

Slide 5 - Woordweb

Gevolgen
massatoerisme?

Slide 6 - Woordweb

Globalisering?
  • Globe = de wereld
  • Globalisering is het uitwisselen van mensen, spullen, geld en kennis over de hele wereld.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld?

Slide 8 - Woordweb

Wie kan er nog een ander voorbeeld noemen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vanuit welk land veroverde McDonald's de wereld?

Slide 12 - Tekstslide

Twee belangrijke begrippen

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
  • Onze kleren worden gemaakt in Azië -> Waarom?
  • Goedkoop
  • Wij halen die kleren naar Nederland: dat noemen we
  • Import

Slide 14 - Tekstslide

  • Wij verkopen bloemen aan andere landen.
  • Dat heet 
  • Export.

Slide 15 - Tekstslide

Handelsbalans

Import/invoer: Alle producten die een land binnenkomen
Export/uitvoer: Alle producten die het land uitgaan

Slide 16 - Tekstslide

Twee soorten afstand.
  • Welke?
  • Absolute afstand
  • Relatieve afstand

Slide 17 - Tekstslide

Wat is relatieve afstand?

Slide 18 - Open vraag

Wat heeft die relatieve afstand te maken met globalisering?

Slide 19 - Tekstslide

De Europese Unie
27 Europese landen die met elkaar samenwerken, voor vrede en welvaart vormen samen de EU
Door open grenzen en de euro is handel tussen de EU-landen heel makkelijk

Slide 20 - Tekstslide

EU
 'zacht' grenzen en
 'harde' grenzen

Slide 21 - Tekstslide

EU
Vrij verkeer van goederen, mensen en geld tussen landen in de EU
De binnengrenzen zijn 'zacht': die kun je gemakkelijk passeren.
De buitengrenzen zijn 'hard: je komt niet zo maar binnen.

Slide 22 - Tekstslide

eurozone
19 landen waarin de euro de valuta is. hierdoor kan je makkelijker prijzen vergelijken en hoef je geen geld te wisselen.
Dus niet alle landen van de
EU gebruiken de euro!

Slide 23 - Tekstslide

Lezen B176 / B181 / B188 (in je basisboek vanaf p. 115)

Maken 6.2 opdracht 8 / 9 / 10 (WB B p.27)
Aan de slag! We bespreken het over 12 minuten. 
timer
8:43

Slide 24 - Tekstslide

3 sectoren

Slide 25 - Tekstslide

primaire sector
landbouw (veeteelt, tuinbouw, akkerbouw, bosbouw) 

Slide 26 - Tekstslide

Primaire sector
Het werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald -> landbouw.

Belangrijk voor de Nederlandse export!
Denk aan: kaas, melkpoeder, tomaten, paprika’s etc.

Slide 27 - Tekstslide

secundaire sector
industrie, hightechproducten, grondstoffen

Slide 28 - Tekstslide

Secundaire sector
Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt -> industrie.

Maar ook: bouwbedrijven en de elektriciteits-, gas- en waterleidingbedrijven.

Slide 29 - Tekstslide

Secundaire sector in Nederland
In Nederland vooral hightechproducten: producten die gemaakt zijn met toepassing van hoogstaande technische kennis.

Grondstof is hier kennis die nodig is.

Slide 30 - Tekstslide

tertaire sector
dienstensector

Slide 31 - Tekstslide

Tertiaire sector
Bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten -> dienstensector

Bedrijven in deze sector leveren diensten.
Handel, financiële diensten etc.
Bijvoorbeeld kennis over het bouwen van dijken!

Slide 32 - Tekstslide

Sectoren Nederland

Slide 33 - Tekstslide

Verschillende soorten bedrijven doen aan exporteren en importeren:

- Landbouw (bloemen)
- Industrie (kleren)
- Diensten (kennis)
.
.
.
.
.
.
High tech is ook industrie

Slide 34 - Tekstslide

Ren je rot
Je hebt nu geleerd:
-Wat globalisering is.
-wat iM- en export is.

Zoek een product bij jou in huis dat geïmporteerd is en laat het zien voor de camera! 
timer
3:00

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 6.2
Maken via in je  werkboek B (vanaf pagina 26)
1C, 2, 4, 6, 7A, 8, 9, 11A

Slide 36 - Tekstslide

Sleep het begrip naar de juiste uitleg!
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur)
Grens die makkelijk te passeren is en waar geen formulieren gecontroleerd hoeven te worden en waar niet betaald hoeft te worden
Levering van producten en diensten aan een ander land. Heet ook uitvoer
Export
Globalisering
Open grens

Slide 37 - Sleepvraag

De Europese Unie bestaat uit 28 landen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Globalisering zorgt voor toename van export en import.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Globalisering is het altijd doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Vrij verkeer van goederen is in heel Europa mogelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Gelijke wetten en regels horen bij Europese integratie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Import is het uitvoeren van producten uit een land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Er zijn 19 landen met de euro als officieel betaalmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag