H6 P2 internationale contacten deel 2

H6 P2 Internationale contacten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 P2 Internationale contacten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?


Uitleg P2

Werken aan weektaak

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les...
...kun je uitleggen hoe de EU bijdraagt aan Europese integratie.

...ken je drie sectoren voor werk.

Slide 3 - Tekstslide

Globalisering en de Europese Unie
Europese Unie: Europese organisatie waarin 28 landen samenwerken voor vrede en welvaart.

Toename van contacten op wereldschaal = globalisering!​

Slide 4 - Tekstslide

Europese integratie
Vrij verkeer van goederen, mensen en geld: globalisering!​

Europese integratie: ontwikkeling om in Europa tot meer eenheid te komen.​

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De euro
Eurozone: Aantal lidstaten van de Europese Unie die als gezamenlijke munt de euro hebben.​

Sinds 1 januari 2002​

Vergroot Europese integratie

Slide 7 - Tekstslide

De Europese Unie bestaat uit 29 landen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Globalisering zorgt voor toename van export en import.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Vrij verkeer van goederen is in heel Europa mogelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Gelijke wetten en regels horen bij Europese integratie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Er zijn 18 landen met de euro als officieel betaalmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Globalisering is het altijd doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Import is het uitvoeren van producten uit een land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

B176: werk
Lees P2 Internationale contacten -> internationale bedrijven en het basisboeknummer 176: Werk.

Beantwoord de volgende vragen in je schrift:

1. Welke drie sectoren worden beschreven in B176?
2. Noem per sector een voorbeeld van een product.

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Werk
Onder te verdelen in drie sectoren:

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 16 - Tekstslide

Primaire sector
Het werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald -> landbouw.

Belangrijk voor de Nederlandse export!
Denk aan: kaas, melkpoeder, tomaten, paprika’s etc.

Slide 17 - Tekstslide

Secundaire sector
Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt -> industrie.

Maar ook: bouwbedrijven en de elektriciteits-, gas- en waterleidingbedrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Secundaire sector in Nederland
In Nederland vooral hightechproducten: producten die gemaakt zijn met toepassing van hoogstaande technische kennis.

Grondstof is hier kennis die nodig is.

Slide 19 - Tekstslide

Tertiaire sector
Bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten -> dienstensector

Bedrijven in deze sector leveren diensten.
Handel, financiële diensten etc.
Bijvoorbeeld kennis over het bouwen van dijken!

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag...
Je hebt nu geleerd:
-waarom de EU bijdraagt aan Europese integratie.
-welke sectoren voor werk er zijn.

Lezen: paragraaf 2 van hoofstuk 6 + basisboeknummers
Maken: opdrachten 1 t/m 10 van paragraaf 2 van hoofdstuk 6.

Slide 21 - Tekstslide