les 8 elektriciteit

Welkom
  • Ga zitten op je vaste plek
  • Docent noteert absenten     
  • Leg je mapje met practicumopdrachten op tafel.

  • Is je telefoon weg?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Ga zitten op je vaste plek
  • Docent noteert absenten     
  • Leg je mapje met practicumopdrachten op tafel.

  • Is je telefoon weg?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Iedereen start vandaag met proef 6 of verder.

Laat altijd je conclusies checken en ga dan pas door. 

Je conclusies heb je namelijk nodig voor de opdracht die komt na proef 8.


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Inventarisatie: wie is er bij welk proefje?
  • Omrekenen van formules
  • Berekenen van vervangingsweerstand (en waarom doen we dat??) 
  • Zelfstandig werken aan volgende opdrachten.

Werk veilig en rustig. Niet eten, drinken, stoeien, vechten etc.
Laat je conclusies checken.
Je krijg een nieuwe opdracht als je conclusie goed verwoord is.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
grootheid
eenheid
stroom
I
Ampere
 A
spanning
U
Volt
 V
weerstand
R
Ohm
vermogen
P
Watt
W
Ω
Ω

Slide 5 - Tekstslide

Weerstand
  • Hoe meer weerstand, hoe moeilijker de stroom er doorheen gaat, dus hoe minder stroom.

  • Een geleider heeft weinig weerstand
  • Een isolator heeft veel weerstand

Slide 6 - Tekstslide

Weerstand
Batterij bepaalt hoeveel Volt hij (altijd) geeft. 
Weerstanden bepalen hoeveel stroom de batterij geeft (dit is dus elke keer anders)

In proefjes 6 t/m 10 bepaal je R bepaalt uit metingen van U en I.
en de formule ("Wet van Ohm")
R = U / I
U in Volt, I in Ampere en R in Ohm (       )

Ω
Gebruik mijn wet

Slide 7 - Tekstslide

De weerstand berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

In een serieschakeling ...
A
Is de stroom overal gelijk
B
Is de spanning overal gelijk
C
Verdeelt de stroom zich altijd in twee gelijke delen
D
Verdeelt de spanning zich altijd in twee gelijke delen

Slide 9 - Quizvraag

In een parallelschakeling ...
A
Is de stroom overal gelijk
B
Is de spanning overal gelijk
C
Verdeelt de stroom zich altijd in twee gelijke delen
D
Verdeelt de spanning zich altijd in twee gelijke delen

Slide 10 - Quizvraag

Vermogen en energie

  • Wat is vermogen?
  • Vermogen van apparaten.
  • Vermogen berekenen

Slide 11 - Tekstslide

Vermogen
De eenheid van vermogen is Watt. 

Slide 12 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen hangt af van: De spanning.
Hoe meer Volt (V), des te groter is het vermogen.

Het vermogen hangt óók af van: De stroomsterkte.
Hoe meer Ampère, des te groter het vermogen.
                          De formule voor het vermogen is dus:
                                               Vermogen  = spanning x stroomsterkte

Slide 13 - Tekstslide

Elektrisch vermogen
Elektrisch vermogen: 
P=UI

Slide 14 - Tekstslide

Hoe reken je hier nu mee?
Dat staat in een aparte presentatie over formules.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
1) Leg je telefoon weg (telefoontas)

2) Ga dan verder met de proef waar je was gebleven of ..
laat je conclusie checken en haal het volgende blad.

3) Spullen pakken? Max. 3 leerlingen tegelijk.

Slide 16 - Tekstslide