YH4-TH5-BS3

Het Zenuwstelsel
Thema 5 BS3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het Zenuwstelsel
Thema 5 BS3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw, functies en werking van de verschillende delen van het zenuwstelsel beschrijven.
  • Je kunt de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven.
  • Je kunt de bouw, functies en werking van de hersenen en het ruggenmerg beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS3
  • centrale zenuwstelsel
  • perifere zenuwstelsel
  • animale zenuwstelsel
  • autonome zenuwstelsel
  • prikkel
  • impuls
  • receptor
  • conductor
  • effector
  • neuronen
  • neurotransmitter
  • dendriet
  • axon
  • myelineschede
  • synaps
  • motorische zenuwcel
  • sensorische zenuwcel
  • schakelcel
  • hersenschors
  • grijze stof
  • witte stof
  • hersenstam
  • gevoelscentra
  • bewegingscentra
  • ruggenmerg
  • ruggenmergszenuwknopen

Slide 3 - Tekstslide

2

Slide 4 - Video

00:25
Centrale zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
Grote hersenen
Hersenstam
Hersenzenuw
Ruggenmergzenuw
Kleine hersenen

Slide 5 - Sleepvraag

01:24
  • Willekeurige zenuwstelsel heet ook wel het animale zenuwstelsel
  • Onwillekeurige zenuwstelsel heet ook wel het autonome zenuwstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Route van communicatie
Prikkel: invloed uit de omgeving van een organisme
Impuls: elektrisch signaal

Sensorische zenuw: van receptor naar centraal zenuwstelsel
Motorische zenuw: van centraal zenuwstelsel naar effector

Slide 7 - Tekstslide

Binas 88A
Receptor
Effector
CZS
Motorische zenuwcel
Sensorische zenuwcel

Slide 8 - Sleepvraag

Bouw zenuwcel
Axon (neuriet) : uitloper die impuls van het cellichaam af geleidt
Dendriet: uitloper die impuls naar het cellichaam toe geleidt

Slide 9 - Tekstslide

Soorten zenuwcellen
  • Sensorische zenuwcel
- Van receptor naar CZS
- 1 lange dendriet en 1 korte axon
- Cellichaam dichtbij CZS
  • Schakelcel
- Binnen CZS
  • Motorische zenuwcel
- CZS naar effector
- Meerdere korte dendrieten en 1 lange axon
- Cellichamen in CZS

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De hoeveelheid neurotransmitter, die per tijdseenheid door een bepaalde zenuwcel in een synapsspleet wordt gebracht, is niet constant.
Waar hangt deze hoeveelheid vanaf?
A
De sterkte van aankomende impulsen
B
De frequentie waarmee impulsen aankomen
C
De herkomst van aankomende impulsen

Slide 12 - Quizvraag

Impulsgeleiding
Cellen van Schwann zorgen voor isolatie rondom de uitlopers van zenuwcellen. De impuls 'springt' van opening naar opening en gaat daardoor sneller

Slide 13 - Tekstslide

Bouw van de hersenen
  • Linker- en rechterhelft
  • Centrale groeve (voor en achter)
  • Schors
      - Donker (geen myeline); Cellichamen van schakelcellen
  • Merg 
      -Licht (wel myeline); Uitlopers van schakelcellen

Slide 14 - Tekstslide

De kleine hersenen
Functie is het coördineren van: 
  • Bewegingen
  • Evenwicht

Slide 15 - Tekstslide

De grote hersenen
“Het Bewustzijn”
  • Functies
    - Verwerken van impulsen afkomstig 
       van receptoren (sensorische bewustwording)
    - Regelen van bewuste reacties (motorisch)

  • Hersencentra zijn groepen cellichamen van schakelcellen in de schors
   - Sensorisch centra (achter centrale groeve) verwerken binnenkomende impulsen
   - Motorische centra (voor centrale groeve) regelen bewuste reacties

Slide 16 - Tekstslide

Wat wordt waar gereguleerd?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Iemand tikt je aan op je rechter bovenarm. Waar in de hersenen zal dit signaal ontvangen worden?

Slide 19 - Open vraag

De hersenstam en verlengde merg
Functies:
  • Geleiden van impulsen
      -Ruggenmerg ↔ hersenen
      -hersenzenuwen (hoofd & hals) ↔ hersenen
  • Coördineren van autonome zenuwstelsel met speciale hersenstam-centra 

  • In het verlengde merg kruisen de impulsbanen elkaar via hersenstam worden impulsen van linkerlichaamshelft geleid naar de rechterhersenhelft

Slide 20 - Tekstslide

Ruggenmerg

Slide 21 - Tekstslide

Ligging van de verschillende typen zenuwcellen in het ruggenmerg

Slide 22 - Tekstslide

Ligging van de verschillende typen zenuwcellen in het ruggenmerg

Slide 23 - Tekstslide

Je ziet hier een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg van een persoon (druk op +). Aan welke kant van de tekening bevindt zich de rugzijde van deze persoon? Leg uit waarom.

Slide 24 - Open vraag

Gebruik je Binas slim.

De cellichamen van sensorische cellen liggen net buiten het CZS aan de rugzijde

Slide 25 - Tekstslide

Gebruik je Binas slim.

Cellichamen van schakelcellen liggen in de grijze stof in het ruggenmerg en de hersenen

Slide 26 - Tekstslide

Gebruik je Binas slim.

De richting van het actiepotentiaal is de richting van de impuls, dus uit de afbeelding kan je halen sensorisch naar CZS etc.

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lees BS3 in je boek
  • Maak opgave 22 tm 36 uit je boek
  • Maak test jezelf BS3

Slide 28 - Tekstslide

1

Slide 29 - Video