V4 oefenen TW3

Voorbereiding TW3
Week 11

VWO-4

Amadeus Lyceum, Utrecht
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding TW3
Week 11

VWO-4

Amadeus Lyceum, Utrecht

Slide 1 - Tekstslide


Wat is er niet correct aan onderstaande oplosvergelijking?

CaCl2 (s)  +  H2O  -->  Ca2+ (aq)  +  Cl2 (aq)  +  H2O

Slide 2 - Open vraag

Wat is er fout aan onderstaande oplosvergelijking?
CaCl2 (s) + H2O --> Ca2+ (aq) + Cl2 (aq) + H2O

CaCl2 (s)   -->  Ca2+ (aq)  +  2 Cl- (aq)

Slide 3 - Tekstslide



Wat is de naam van dit ion?
SO42-

Slide 4 - Open vraag


Wat is de naam van dit ion?

CH3COO-
A
Sulfide
B
Carbonaat
C
Acetaat
D
Perchloraat

Slide 5 - Quizvraag

Bromide
Chloride
Jodide
Carbonaat
Nitraat
Br-
CO32-
NO3-
Cl-
I-

Slide 6 - Sleepvraag



Wat is de systematische naam van bitterzout?

Slide 7 - Open vraag

Vul de oplosbaarheidstabel in.
g
g
g
s

Slide 8 - Sleepvraag

Molariteit
  • De concentratie van deeltjes in een oplossing kun je op twee manieren uitdrukken: massa per volume of deeltjes per volume
  • Deeltjes per volume: molariteit (eenheid: mol/L of M)

Slide 9 - Tekstslide

Molariteit - voorbeeld (1)
Bereken de molariteit van de chloride-ionen als je 24,3 g aluminiumchloride oplost in 2,1 L water

Oplosvergelijking:
AlCl3 (s)  -->  Al3+ (aq)  +  3 Cl- (aq)

Voor elke 1 mol aluminiumchloride ontstaat 3 mol chloride-ionen

Slide 10 - Tekstslide

Molariteit - voorbeeld (2)
Bereken de molariteit van de chloride-ionen als je 24,3 g aluminiumchloride oplost in 2,1 L water

Voor elke 1 mol aluminiumchloride ontstaat 3 mol chloride-ionen

Molaire massa aluminiumchloride: 133,34 g/mol
De 24,3 g aluminiumchloride komt overeen met 

Slide 11 - Tekstslide

Molariteit - voorbeeld (3)
Bereken de molariteit van de chloride-ionen als je 24,3 g aluminiumchloride oplost in 2,1 L water

De 24,3 g aluminiumchloride komt overeen met 

Er ontstaat in de oplossing dus 3 x 0,182... mol = 0,546... mol Cl--ionen
Die 0,546... mol Cl--ionen zijn opgelost in 2,1 L water

Slide 12 - Tekstslide

Molariteit - voorbeeld (4)
Bereken de molariteit van de chloride-ionen als je 24,3 g aluminiumchloride oplost in 2,1 L water

Die 0,546... mol Cl--ionen zijn opgelost in 2,1 L water


Slide 13 - Tekstslide


Wat is de molariteit van de ijzerionen als je 14 mL van een 0,41 M Fe3+-oplossing verdunt met 57 mL water?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de molariteit van de ijzerionen als je 14 mL van een 0,41 M Fe3+-oplossing verdunt met 57 mL water?
  • 0,41 M betekent: 0,41 mol per liter
  • We hebben niet 1 L maar 0,014 L
  • 0,014 L · 0,41 mol/L = 0,00574 mol
  • --> we hebben 0,00574 mol ionen in 14 mL water
  • Bij verdunnen verandert alleen het volume, niet de hoeveelheid ionen
  • Het nieuwe volume wordt 14 mL + 57 mL = 71 mL

  • De nieuwe molariteit wordt: 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbereiding toets
  • D-toetsen in het boek maken
  • D-toetsen online maken (website boek)
  • Oefenvel Magister (week 4)
  • Lessen in Teams terugkijken
  • Moeilijke opgaven in het boek nogmaals maken
  • Vragen stellen via Teams
  • ...

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide