Vakleer facilitaire dienstverlening

ALLERGENEN
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
vakleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

ALLERGENEN

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord allergenen?

Slide 2 - Woordweb

Wat zijn allergenen?
Allergenen zijn EIWITTEN die allergische reacties kunnen opwekken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Allergenen zijn in te delen in 3 vormen 
1. Voedselallergenen: bijvoorbeeld eiwitten in koemelk, pinda's en graan.
2. Inhalatieallergenen: bijvoorbeeld eiwitten in huisstofmijt, stuifmeelpollen en uitwerpselen.
3. Contactallergenen: bijvoorbeeld eiwitten in cosmetica.

Slide 5 - Tekstslide

Deze eiwitten onderscheiden we in:
  • Dierlijke eiwitten
  • Plantaardige eiwitten 

Slide 6 - Tekstslide

Welke allergische reacties ken jij?

Slide 7 - Open vraag

Eiwitten kunnen verschillende allergische reacties geven

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe weet je waar welke eiwitten inzitten?
Symbolen voor de allergieën.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe weet je dat bij producten in de winkel?
Lees het etiket!

Slide 11 - Tekstslide

En hoe weet je dat bij een restaurant?
Dit moet aangegeven zijn op de menukaart

Slide 12 - Tekstslide

Is dit verplicht dan?
Ja, sinds december 2014 moeten alle aanbieders van voedingsmiddelen allergeneninformatie geven over hun producten. Dit geldt voor  voorverpakte producten (via het etikat) maar ook voor onverpakte producten. Dit is vastgelegd in Europese wetgeving: Verordening Verstrekking van voedselinformatie.

Slide 13 - Tekstslide

Allergenenwetgeving
De consument  moet geïnformeerd worden over 14 wettelijke allergene stoffen die bij de bereiding van het product gebruikt zijn. De aanwezigheid van deze 14 allergenen moeten vermeld worden wanneer één of meer van deze stoffen gebruikt zijn bij de bereiding van het product.

Slide 14 - Tekstslide

Bij bereiding moet je dus rekening houden met:
productinformatie: wat zit er in de producten en ingrediënten die ik verwerk
werk met alternatieven: om de voedingswaarde of productvervanging te compenseren
werk met schone materialen: om te voorkomen dat er eiwitsporten zijn achtergebleven

Slide 15 - Tekstslide