4.1 spanningsbronnen theorie

Mens en natuur periode 4: elektriciteit
nask 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Mens en natuur periode 4: elektriciteit
nask 

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je elke les meenemen
- boek polaris
- schriftje voor aantekeningen + opdrachten
rekenmachine
geodriehoek
potlood (verschillende kleuren)
opgeladen chromebook
werkboekje nask 

Slide 2 - Tekstslide

werkboekje nask
In de les die jullie van meneer van Aken hebben krijgen jullie een werkboekje. Hierin staan per paragraaf opdrachten en oefeningen om extra te oefenen met dit onderwerp. In de lessen van meneer van Aken kan je elke week werken aan deze opdrachten. Je levert ze aan het einde van de les ook weer in. 

Slide 3 - Tekstslide

planning
Wij werken deze periode uit hoofdstuk 3 & 4. van hoofdstuk 3 doen wij paragraaf 3.4, en van hoofdstuk 4 doen we alle paragrafen. 

Slide 4 - Tekstslide

paragraaf 4.1: spanningsbronnen

Slide 5 - Tekstslide

de leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij:
-benoemen wat een spanningsbron is en uitleggen dat een spanningsbron 2 aansluitingspunten heeft
- uitleggen wat het begrip spanning betekend en de eenheid van spanning benoemen
-eenheden van spanning omrekenen
-uitleggen hoe je spanning kunt meten
- spanningen van verschillende spanningsbronnen benoemen

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden
van spanningsbronnen

Slide 7 - Woordweb

spanningsbron
elektrische apparaten  hebben energie nodig. 
Deze krijgen ze van een spanningsbron
2 aansluitingspunten. 
Een pluspool (+) en een minpool (-)

Slide 8 - Tekstslide

spanningsbron
elektrische apparaten zoals een telefoon, laptop en lamp hebben energie nodig. Deze krijgen ze van een spanningsbron
Een spanningsbron heeft altijd 2 aansluitingspunten. Een pluspool (die is positief) en een minpool. Deze is negatief. 

Slide 9 - Tekstslide

spanningsbronnen

Slide 10 - Tekstslide

spanning
Hoeveel energie een spanningsbron kan leveren hangt af van de spanning.
meer spanning = meer energie
Spanning is een grootheid (U)
eenheid  is de Volt (V)

Slide 11 - Tekstslide

spanning
Hoeveel energie een spanningsbron kan leveren hangt af van de spanning. Hoe hoger de spanning, hoe meer energie je kan leveren. 
Spanning is een grootheid. Spanning korten wij af met de hoofdletter U
De eenheid van spanning is de Volt. Volt korten wij af met een hoofdletter V

Slide 12 - Tekstslide

spanning meten
spanning kun je natuurlijk meten. 
voltmeter
 multimeter 

Slide 13 - Tekstslide

spanning meten
spanning is een grootheid en die kun je natuurlijk meten. Hiervoor kun je een voltmeter of een multimeter gebruiken. Met een multimeter kun je ook andere grootheden berekenen. 

Slide 14 - Tekstslide

voltmeter + multimeter

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

oefenen: spanning Voltmeter

Slide 17 - Tekstslide

spanning van spanningsbronnen
spanningsbronnen hebben een vaste spanning
 baterij  tussen de 1,5 V en 9 V 
accu  tussen de 12 V en 24 V
stopcontact  230 V
Een ander woord voor de stopcontacten is het lichtnet

Slide 18 - Tekstslide

spanning van spanningsbronnen
Veel spanningsbronnen hebben een eigen vaste spanning.
de spanning van een baterij ligt tussen de 1,5 V en 9 V (ligt eraan wat voor batterij het is)
De spanning van een accu ligt vaak tussen de 12 V en 24 V
Uit het stopcontact komt ook een vaste spanning. Deze spanning is 230 V. Dit is een getal dat je moet weten
Een ander woord voor de stopcontacten is het lichtnet

Slide 19 - Tekstslide

overzicht spanning per bron

Slide 20 - Tekstslide

lichtnet in andere landen
Bij ons in Europa komt er uit de stopcontacten een spanning van 230 V, maar in andere landen is dit soms hoger of lager. 
In Amerika komt uit het stopcontact maar 110 V. Daarom heb je in Amerika ook een andere stekker nodig. 
in China is de spanning uit het stopcontact 220 V. Hier heb je ook weer een andere stekker voor nodig

Slide 21 - Tekstslide

verschillende stopcontacten

Slide 22 - Tekstslide

kaart stopcontacten

Slide 23 - Tekstslide

hoe snel gaat elektricteit?

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel spanning staat er op het stopcontact
A
230 V
B
220 V
C
110 V
D
250 V

Slide 25 - Quizvraag

Wat bedoelen we met het lichtnet

Slide 26 - Open vraag

de leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij:
-benoemen wat een spanningsbron is en uitleggen dat een spanningsbron 2 aansluitingspunten heeft
- uitleggen wat het begrip spanning betekend en de eenheid van spanning benoemen
-eenheden van spanning omrekenen
-uitleggen hoe je spanning kunt meten
- spanningen van verschillende spanningsbronnen benoemen

Slide 27 - Tekstslide

aan de slag
je kunt nu zelf aan de slag met de opdrachten van paragraaf 4.1. Deze vind je op bladzijde 93 en 95. 

Slide 28 - Tekstslide