Debatteren

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3 Ik en de wereld 

De student heeft kennis van belangrijke ontwikkelingen in de wereldpolitiek, nationale en gemeentepolitiek.  

De student kan een opinie vormen over bepaalde ontwikkelingen in de politiek (wereld-, nationaal- en gemeentelijk) en kan hier stelling over innemen. Ook weet de student om te gaan met de mening van een ander.



Slide 2 - Tekstslide

Waarom debatteren?
  • Ontwikkel een mening.
  • Leer je mening goed te beargumenteren.
  • Luister kritisch naar een ander.
  • Probeer anderen te overtuigen.

Slide 3 - Tekstslide

Periode 3   
  1. Je doet kennis en ervaringen op om stellingen te formuleren voor een debat. 
  2. Je hebt voldoende kennis en ervaring opgedaan om actief betrokken deel ten kunnen nemen aan een debat. 
  3. Je hebt kennis opgedaan en vaardigheden geleerd die nodig zijn om: 
  • krachtig en motiverend te openen, 
  • de juiste vragen te stellen 
  • meningen te poneren die inzicht geven. 
  • duidelijke gespreksregels te hanteren en 
  • op de juiste manier door te vragen  


Slide 4 - Tekstslide

Eindopdracht
Tijdens deze trajectpresentatie ga je debatteren over stellingen. 
  • Je hebt je vooraf laten voeden door de ontmoetingen tijdens de excursies, documentaires en artikelen. 
  • Je bedenkt stellingen en vragen gerelateerd aan het onderwerp. 
  • Je zorgt ervoor dat je over voldoende kennis beschikt om in het debat met helder omschreven veronderstellingen en inzichten je mening te ventileren.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

eindopdracht traject  
Je hebt de kennis en vaardigheden om deel te nemen aan een debat maar ook om een debat te kunnen leiden. Uit de stellingen en de vragen blijkt dat je in staat bent om je vooraf goed in te lezen en daarnaast op locatie (excursies) de juiste vragen hebt kunnen stellen om je kennis uit te breiden. 
Het debat bestaat in ieder geval uit: 
- een goede stelling die kan leiden tot een inhoudelijke discussie 
- het opstellen van de juiste vragen en hanteren van gespreksregels 
- een duidelijke teugkoppeling/samenvatting en afronding van het debat

De stelling van het debat is gefundeerd geformuleerd (toepassen format vanuit ProDemos).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Link

Debatteren 1  
  • hoe debateer je het beste , tips en tricks 
  • het ballondebat 


Slide 10 - Tekstslide

kort maar krachtig 
Tijdens de reactiefase is het belangrijk om de reactie kort te houden. Hiermee zorg je dat je punt voor iedereen duidelijk is en er geen verwarring over kan ontstaan wat je bedoelt: dit zorgt voor een beter en
ook leuker debat. Ook zorgt het ervoor dat er tijdens de reactiefase meer ruimte is voor verschillende argumenten, waardoor het debat minder snel een ‘welles-nietes’ wordt.



Slide 11 - Tekstslide

Zeg wat je doet 
Als je ergens op reageert tijdens een debat is het belangrijk dat je duidelijk maakt op welk punt je reageert. Dit kun je doen door voordat je de reactie geeft, eerst te vertellen op welk punt je reageert en door kort samen te vatten wat dit punt precies was. Zeg dus niet: ‘Ik wil reageren op wat Lisa zei’ maar liever: ‘Ik wil reageren op het argument dat door een coming-out dag meer mensen gepest zouden worden’. 

Slide 12 - Tekstslide

Werk als een team 
Tijdens de reactiefase is het heel belangrijk dat je als team goed samenwerkt. Dit doe je als eerste natuurlijk door te zorgen dat iedereen iets inbrengt in het debat. Leerlingen kun je hier bewust van  maken door bij te houden wie er spreekt en ook hoe vaak. Als één leerling al een aantal keer wat gezegd  heeft kan hij of zij in plaats van zelf op te staan ook een mede-debater die minder heeft gezegd helpen.  Bijvoorbeeld door het argument zacht fluisterend of via een papiertje te delen. Ook is het goed voor het team als een leerling die al veel gesproken heeft gaat zitten als een leerling die nog minder gezegd heeft opstaat. Zo laten ze zien dat ze samenwerken en rekening met elkaar houden.

Slide 13 - Tekstslide

Blijf bij de stelling 
Houd de stelling tijdens het debat erbij, bijvoorbeeld op een blaadje. Het komt namelijk wel eens voor
dat in het heetst van de strijd en door alle verschillende argumenten er eigenlijk niet meer over de  stelling wordt gedebatteerd. Bijvoorbeeld doordat het over een onnodig voorbeeld gaat over slechts over één argument. Om het debat goed te kunnen volgen is het van belang dat alle debaters het over de(zelfde) stelling hebben. 

Slide 14 - Tekstslide

Voorkom stilvallen 
Soms gebeurt het namelijk dat een debat op één punt blijft steken en het een heen-en-weer wordt over één argument. Het is belangrijk voor een goed verloop van het debat dat dit niet gebeurt. Die verantwoordelijk ligt bij alle debaters; zowel bij de voor- als tegenstanders. Het debat  kan worden aangezwengeld door een nieuw argument, maar ook door een punt te benoemen of te herhalen waarop de andere partij nog niet (voldoende) gereageerd heeft. 

Slide 15 - Tekstslide

Valkuil #1 Er is geen derde onafhankelijke partij
#1 Er is geen derde onafhankelijke partij
Bij een discussie probeer je elkaar te overtuigen, maar bij een debat is je doel om een derde onafhankelijke partij te overtuigen. Het grote voordeel van die derde partij is dat het veel minder persoonlijk wordt. Zo voelt ‘ik vind dat de tegenstanders niet goed naar ons argument hebben geluisterd’ anders dan ‘jij luistert niet naar me’. Bovendien zorgt zo’n derde groep (juryleden, rechters of publiek) voor reflectie: zij kunnen vertellen welk argument hen heeft doen twijfelen of zelfs van mening deed veranderen. Blijf daarom als docent benadrukken dat de leerlingen de derde partij aanspreken in plaats van elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

Valkuil  #2 Er is geen meningsverschil
#2 Er is geen meningsverschil
Zonder meningsverschil is er geen debat mogelijk. Als iedereen het al met elkaar eens is, wie moet er dan nog overtuigd worden? Zorg daarom als docent dat je een stelling kiest waarbij de meningen vooraf verdeeld zijn. Dat kun je gemakkelijk testen: leg de leerlingen meerdere stellingen voor, laat ze stemmen en kies alleen de stelling waar een grote groep zowel voor als tegen is. Een andere, nog betere lesvorm om deze valkuil te voorkomen, is door de leerlingen te laten debatteren met een opgelegd standpunt in plaats van hun eigen mening. Zorg voor een stelling waarbij aan beide kanten gemakkelijk argumenten te bedenken zijn. 

Slide 17 - Tekstslide

valkuilen #3 De regels worden niet nageleefd
#3 De regels worden niet nageleefd
Voor- en tegenstanders moeten gelijke kansen krijgen om hun punt naar voren te brengen om de derde partij te overtuigen. Dat betekent dat zij evenveel voorbereidings- en spreektijd moeten krijgen, anders strijd je met ongelijke wapenen. Om dit te garanderen, heb je regels nodig. De debatleider speelt hierin een cruciale rol. Deze scheidsrechter is de enige die bepaalt wie, wanneer, hoe lang mag spreken. Als docent kun je deze rol op je nemen, waarbij je streng doch rechtvaardig de regie voert op deze tijd. Als iedereen de regels kan dromen, kan een leerling deze mooie taak overnemen.

Slide 18 - Tekstslide

valkuil #4 Er is geen duidelijk afgebakend onderwerp
#4 Er is geen duidelijk afgebakend onderwerp
Een goed debat begint met een definitie en dat luistert nauw. Je kunt bijvoorbeeld pas argumenten uitwisselen over de stelling “harddrugs moet worden gelegaliseerd” als je weet wat het (beleids)plan van de voorstanders is. Anders krijg je de situatie dat de tegenstander zegt “straks liggen de zakjes coke naast de kauwgom bij de kassa” terwijl de voorstanders alleen de apotheken als verkooppunt in gedachten hadden. Dan praat je al snel langs elkaar heen. Daarom is het belangrijk dat de eerste spreker van de voorstanders eerst een helder plan op tafel legt, voordat de uitwisseling van argumenten begint.

Slide 19 - Tekstslide

valkuil #5 Er is geen vrijheid van het woord
#5 Er is geen vrijheid van het woord
‘We agree to disagree’. Je kunt alleen debatteren als deelnemers zich vrij voelen om alle argumenten aan te voeren die zij van belang vinden voor hun standpunt (voor of tegen). Óók wanneer iedereen uit het publiek het daarmee faliekant oneens is. Er mag niemand worden uitgesloten van het gesprek. Die vrijheid geldt tegelijkertijd ook voor de derde onafhankelijke jury: deelnemers behoren hun oordeel te respecteren en accepteren. Zorg dus als docent dat je de vrijheid van het woord van alle deelnemers beschermt.


Slide 20 - Tekstslide

                                   Ballondebat 

Slide 21 - Tekstslide

Inhoud traject en VHT 5-3-19
  • 10.00-11.00 uur debatteren II
  • 11.00 - 12.00 uur Richard 
  • 12.00  - 13.00 uur debatteren II en inloggen blendle met opdracht politiek 
  • 13.00 - 14.00 uur pauze
  • 14.00 - VHT 

Slide 22 - Tekstslide

mededelingen 
  • Verbeteren vlog document en/of vlog uploaden op wix.com - seintje aan je studiebegeleider dan kan het in Osiris worden verwerkt.
  • semesterreflectie nagekeken - uploaden op wix.com
  • volgende week om 11.00 uur in Den Haag 

Slide 23 - Tekstslide

Debatteren II
Terugblik op de vorige les, debatteren I
               - tips en valkuilen
               - ballondebat (terugblik als bruikbare vorm in de klas)
Carrouseldebat aan de hand van gegeven stelling 

Slide 24 - Tekstslide

tips 
  • kort maar krachtig 
  • zeg wat je doet 
  • werk als een team 
  • blijf bij de stelling
  • voorkom stilvallen

Slide 25 - Tekstslide

valkuilen 
#1 Er is geen derde onafhankelijke partij
#2 Er is geen meningsverschil
#3 De regels worden niet nageleefd
#4 Er is geen duidelijk afgebakend onderwerp
#5 Er is geen vrijheid van het woord

Slide 26 - Tekstslide

Terugblik ballondebat 
* bruikbare vorm?
* organisatie in groep 7-8
* aanpassingen?

Slide 27 - Tekstslide

Carrouseldebat 
Het Carrouseldebat is een debatvorm geschikt voor drie groepen en daarmee een ideale vorm voor de hele klas.
Bijzonder aan deze vorm is die derde groep: naast natuurlijk voor- en tegenstanders die debatteren oordeelt de derde groep over het debat. 
Deze groep noemen we de rechters. In tegenstelling tot een jury delen zij namelijk vooraf of zij voor dan wel tegen de stelling zijn, én stellen zij na het debat vragen aan de debaters.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Klassikaal afsluitend debat over Nederlands onderwijs
Op deze drie stellingen bereid je je voor door je te verdiepen in de actualiteiten via o.a Blendle. Een toegangscode heb je gekregen. Je moet zowel goed onderbouwde argumenten voor als tegen de stelling paraat hebben.    

-Leerkrachten kunnen gevoelige onderwerpen zoals geloof beter vermijden in de les
 
-Een driedaagse lesweek voor basisschoolkinderen is de oplossing voor de hoge werkdruk in het PO

-De oplossing voor het lerarentekort is onbevoegden voor de klas met minimaal een afgeronde HBO/WO opleiding.

Slide 32 - Tekstslide

inlogcodes nieuwssites 
op it's learning staat een document genaamd:
inlogcodes blendle

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Trajectmiddag dinsdag 19-3-2019
debatteren  in de klas 

Slide 35 - Tekstslide

terugkijkend op p2 
vooruitkijken op p4 Antwerpen 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Debat is geen discussie
Bij een discussie probeer je de tegenstander te overtuigen bij een debat probeer je het publiek (en eventueel de jury) te overtuigen.

Slide 38 - Tekstslide

Debatteren begint met luisteren
De spreekvaardigheid wordt bij debatteren geoefend door te leren argumenteren en presenteren.
Spreken is belangrijk, maar het begint met luisteren. 
Door (kritisch) te luisteren naar de ander in een debat kun je adequaat reageren. Debatteren gaat om leren van elkaar door te praten met elkaar. 

Slide 39 - Tekstslide

creatief taalgebruik 
Het gaat daarnaast ook om creatief taalgebruik. 
Hoe origineler een leerling in een debat kan formuleren wat hij of zij bedoelt, hoe sterker het argument zal overkomen.


Slide 40 - Tekstslide

metalinguïstische bewustzijn
Taalcompetentie, ook wel metalinguïstische bewustzijn genoemd, wordt door het debatteren gestimuleerd. 
Dit vermogen is al bij jonge kinderen vanaf een jaar of 5 aanwezig. Ook voor de jongste doelgroep kunt je voorwaardelijk werken aan het leren debatteren. 

Slide 41 - Tekstslide

rol van de leerkracht 
Bij het debatteren kunnen in het kader van burgerschapsvorming morele dilemma's onderwerp
van gesprek zijn. Het is belangrijk dat je de leerlingen het gevoel geeft dat hun mening er toe  doet en dat ze deze ook uit kunnen dragen. Alleen dan zal een leerling zich op zijn gemak  voelen om zich te mengen in het debat of de discussie. Je zorgt als docent voor een klimaat in de klas waarin uitwisseling van argumenten en een  dialoog mogelijk is en waarin de conflicterende gezichtspunten op een open wijze met elkaar  worden vergeleken. Je wijst de leerlingen daarbij op de juistheid van redeneringen. Het is daarbij  niet erg als je in discussies uw persoonlijke opvattingen toont. Tijdens de gesprekken en  discussies kunt je het nastreven van de waarheid aanmoedigen. Voor de jongste groepen  schept je voornamelijk een klimaat waarbij kinderen zichzelf durven en kunnen uiten. 

Slide 42 - Tekstslide

rol van de leerkracht 
Bij de jongste leerlingen wordt spelenderwijs gewerkt met onderdelen van debatteren. Pas in groep 7 en 8 wordt gedebatteerd met alles er op en er aan. Deze laatste twee groepen vergen extra aandacht en voorbereiding voor een leerkracht. Hier komen namelijk aspecten bij kijken als het (bege)leiden en beoordelen van een debat. 

Slide 43 - Tekstslide

opdracht 1 
Je maakt een groepje van vier studenten en je krijgt een envelop. Leg de leerlijn goed.
Puzzelen maar .

Wie is het snelst?
Wie durft het te plakken?

Slide 44 - Tekstslide

groep 1 en 2: debatteren is luisteren.
                                                               De praatstok.


Slide 45 - Tekstslide

groep 3: debatteren is kiezen.
                                                       Silke's verjaardag, verhaal met keuzes
of 
                              Meeste stemmen gelden!
of 
                             Stemmen  met de voeten

Slide 46 - Tekstslide

groep 4: debatteren is....je mening geven.
het schilderij Pablo Picasso drie muzikanten

                          ik vind .... cirkel door de klas 

Slide 47 - Tekstslide

groep 5 debatteren is .....omgaan met verschillen
                                       de koffer van Oom Harrie              


formuleren eigen mening

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

groep 6 debatteren is argumenteren 
krantgesprek 

                                          kringdebat

 

als ik de baas van de wereld was .............

Slide 50 - Tekstslide

groep 7 debatteren ! 
teamdebat met eigen mening 

ballondebat 

Ik overtuig!   

Politiek, wat is dat?!      

Slide 51 - Tekstslide

groep 8 Debatteren! 
Betoog

Teamdebat met winnaars 

Stellingen ontwikkelen

Jureren bij een debat  

Slide 52 - Tekstslide

opdracht 
Ga in stagegroepen bij elkaar zitten.
Pak het document van de leerlijn debatteren erbij (staat op it's)   Bedenk een debatvorm waarmee je de stage opdracht kan uitvoeren. 

Slide 53 - Tekstslide