grammatica zinsdelen benoemen t2

Redekundig ontleden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Redekundig ontleden

Slide 1 - Tekstslide

Zinsdelen benoemen 

Slide 2 - Tekstslide

Redekundig
ontleden

Slide 3 - Woordweb

Wat is de persoonsvorm?
Redekundig ontleden is het favoriete onderdeel van 3H1.
A
is
B
Redekundig ontleden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
Enkele leerlingen uit 3H1 zijn op uitwisseling.
A
leerlingen
B
Enkele leerlingen
C
leerlingen uit 3H1
D
Enkele leerlingen uit 3H1

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
In de voorgaande jaren heeft 3H1 al veel uitleg gehad over de zinsdelen.
A
heeft
B
heeft gehad

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
Mevrouw Van Noorloos heeft een dik boek gelezen in de vakantie.
A
Mevrouw Van Noorloos
B
boek
C
een dik boek

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
Ik heb een knuffel aan Julan gegeven.
A
Ik
B
een knuffel
C
heb gegeven
D
aan Julan

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het lv ?
Hij heeft het formulier verzonden.
A
hij
B
heeft verzonden
C
formulier
D
het formulier

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het lv?
Volgende week gaan we naar Frankrijk.
A
volgende week
B
gaan
C
naar Frankrijk
D
er is geen lv

Slide 11 - Quizvraag

De politie gaf de fietser een bekeuring.
A
gaf
B
De politie
C
de fietser
D
een bekeuring

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het lv?
Op de markt heb ik een vette haring gekocht.
A
Op de markt
B
heb gekocht
C
ik
D
een vette haring

Slide 13 - Quizvraag

Bedenk zelf een zin met een lijdend voorwerp. Geef aan welk deel het lv is.

Slide 14 - Open vraag

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De selectiespelers =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Quizvraag

Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 16 - Quizvraag

Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
altijd=
A
Ondewerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.

Slide 18 - Sleepvraag