Paragraaf 1.3 - De landbouw komt op

Prehistorie
Pre                      Historie
(voor)          (geschiedenis)

De prehistorie is de tijd voor de geschiedenis begint. 

In de prehistorie bestond er geen schrift
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Prehistorie
Pre                      Historie
(voor)          (geschiedenis)

De prehistorie is de tijd voor de geschiedenis begint. 

In de prehistorie bestond er geen schrift

Slide 1 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
  • Leven van de natuur

  • Er was een goede taakverdeling:
  • Mannen: jagen (ook: vissen)
  • Vrouwen: verzamelen van bessen, noten enz.

  • Hun bestaansmiddel is dus jagen en verzamelen

Slide 2 - Tekstslide

Jagers-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan

  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 3 - Tekstslide

1.3 De landbouw komt op

Tijdvak: Jagers en Boeren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel/te beantwoorden vraag


Waardoor werd de landbouw het belangrijkste middel van bestaan?

Slide 6 - Tekstslide

Een geweldige ontdekking
  • 9.000 v. Chr: jagers-verzamelaars vaste plek
  • Landbouw =
  • Een middel van bestaan waarbij je leeft van akkerbouw en veeteelt
  • Veeteelt =
  • Houden of fokken van beesten als bestaansmiddel om in het levensonderhoud te voorzien
  • Akkerbouw =
  • Verbouwen van gewassen zoals graan

Slide 7 - Tekstslide

Landbouwrevolutie
  • Revolutie betekent verandering

  • Jager-verzamelaars worden boer

  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer

  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken
  1. Noord-Afrika en het Midden-Oosten werd warmer en droger. Veeteelt en akkerbouw gaf een grotere kans op voldoende voedsel.
  2. De bevolking groeide, dus er was meer voedsel nodig. Jagen leverde niet genoeg op.
  3. De mens werd slimmer en handiger over het verbouwen van eetbare planten en het fokken van dieren.

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen
  1. De bevolking groeide snel door betere leefomstandigheden (stevige huizen, veiliger) 
  2. De boerendorpen waren groter dan de groepen jagers-verzamelaars. Uiteindelijk werden de boerendorpen steden
  3. De landbouw verspreidde zich tussen 8500-3000 v. Chr. vanuit het Midden-Oosten naar gebieden als Europa en Noord-Afrika (Egypte).

Slide 11 - Tekstslide

Noord-Afrika en
Midden-Oosten

  • Droog klimaat: minder begroeiing en water (ontstaan woestijnen)

  • Te weinig voedsel: dieren trekken weg naar vruchtbare gebieden

  • Mensen trekken ook weg of gaan andere middelen van bestaan zoeken om in leven te blijven

Slide 12 - Tekstslide

Vruchtbare Halvemaan
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (9000 v. Chr.)

  • Midden-Oosten: Egypte, Israël, Palestina, Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Iran en Turkije

  • 'De kraamkamer van de beschaving': ontstaan van steden en het schrift

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Grote gevolgen
  • harder werken.
  • besmettelijke veeziekten konden overslaan op mensen: veel  slachtoffers, omdat mensen dichter op elkaar leefden. 

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoel/te beantwoorden vraag


Waardoor werd de landbouw het belangrijkste middel van bestaan?

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les 

Lezen paragraaf 1.3 op bladzijdes 13 t/m 15 tekstboek

Maken in het digitale werkboek van Memo van paragraaf 1.3 vraag 3 t/m 13

Ook te vinden op Magister en op Classroom bij de weektaken 

Slide 17 - Tekstslide