Prehistorie en oudheid

Jagers en boeren
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Jagers en boeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het leven van jagers-verzamelaars
-De eerste mensen
-Een nomadisch bestaan
*jagers-verzamelaars
*kleine groepen
*kleine sociale verschillen
*taakverdeling
-Prehistorie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het leven van jagers-verzamelaars

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De agrarische revolutie
-De eerste boeren
*waarom?
*Klimaatverandering?
*Snelle bevolkingsgroei?


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De agrarische revolutie
-De eerste boeren
*waarom?
*Klimaatverandering?
*Snelle bevolkingsgroei?
-Wereldwijd verschijnsel
-Een nieuwe levenswijze


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen agrarische revolutie
-snelle bevolkingsgroei
-ontwikkeling veeteelt
-nieuwe technieken
*neolithicum
*bronstijd
*ijzertijd


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitgang of niet?
-minder gezond
-lagere levensverwachting
door:
*eenzijdig voedsel
*mislukte oogsten
*infectieziekten
-sociale ongelijkheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste steden
-Mesopotamië 3300v.C.
-vruchtbare grond (Eufraat)
-arbeidsverdeling en 
 hiërarchie

https://www.youtube.com/watch?v=cT6my2CSsRA
https://www.youtube.com/watch?v=XyPKb2ZDcC0

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden buiten Soemerië
-Egypte (Nijl)
-wereldwijd ver-
schijnsel
in korte periode

Slide 9 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v
=WY_Bt9Py678

Ontwikkeling van het schrift
-Soemerische uitvinding
-rebussen
-spijkerschrift (einde
prehistorie)
-Hiërogliefen
-rond 2600 opkomst 
literatuur

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling van het schrift
-Feniciërs (1500v.C.)
-Nederland 50 v.C)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsstaten
Steden gingen omringend
platteland overheersen. 
Stadsstaten ontstaan.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
Samenwerken stadsstaten. Gevolg:
groter aangesloten
afgebakend gebied olv een koning
(een staat)
Staten ontstonden in Mesopotamië
en ook in Egypte.
https://www.youtube.com/watch?v=hO1tzmi1V5g 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
Koning Narmer bracht rond
3000 v.C. heel Egypte onder zijn hoede.
Hij noemde zich farao.

Farao's baseerden hun macht op 4
pijlers:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
Ambtenaren en het leger 
Belastingsysteem
Propaganda
Goddelijke legitimering

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Farao
Zoon van Ra (Re). 

Farao dus goddelijk

Had invloed op alles in 
Egyptische samenleving.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maät
Religie onlosmakelijk verbonden
met Egypte.

Samenleving gefundeerd op de
Maät. De farao was daarvoor
verantwoordelijk.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mesopotamie vs Egypte
Belangrijke overeenkomst: 
religie zeer dominant.

Belangrijke verschil: 
M: hiernamaals  is een duistere
onderwereld:
E: hiernamaals is een paradijs. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Griekse wereld
Griekenland geen staat met
koning en centraal bestuur,
maar ruim 200 stadstaten
(poleis).


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Griekse wereld
Elke polis had eigen
wetten en bestuur.

Vaak oorlog met elkaar maar 
ook veel gemeenschappelijk:

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Griekse wereld
-Taal
-Cultuur

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding Griekse cultuur
Tussen 750 en 550 v.C.
vanwege 
bevolkingsgroei en 
voedseltekorten.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende bestuursvormen
Aristocratie
Tirannie
Monarchie
Democratie (Athene)


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atheense democatie
dèmos kratos

vrouwen, slaven, niet-
atheners uitgesloten

directe democratie



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atheense democatie
Angst voor tirannie.
Daarom:
-raad van 50, iedere maand
gewisseld.
-iedere dag andere voorzitter
-volksjury door loting
-elk jaar 10 nieuwe generaals
-Ostracisme


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse filosofie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socrates (470-399 v.C)
Wat is een goed leven?

Streven naar zelfkennis 
door stellen van vragen

'Socrates op sneakers'

Ter dood veroordeeld 


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plato (427-347 v.C)
Leerling van Socrates

Ideeënleer (allegorie van de grot)

Dualisme

'Het lichaam is de kerker van de ziel'



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plato
https://www.youtube.com/watch?v=vVO7DcUM5wU




Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Hellenisme

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
https://www.youtube.com/watch?v=K7lb6KWBanI

Eerste 6 minuten bekijken van de docu.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Philippus II
  • Koning van Macedonie verovert de Griekse stadstaten
  • Mogelijk door verzwakking na Peloponnesische oorlogen tussen Athene en Sparta
  • --> einde autonomie 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alexander de Grote
r. 336 v. Chr. - 323 v. Chr.
  • Doel: Perzische Rijk veroveren 
  • Hij versloeg zijn tegenstander Darius III in  de veldslagen bij Issos (333 v. Chr.) en Gaugamela (331 v. Chr.)
  • Sticht nieuwe steden in veroverde gebieden
    --> Alexandrië

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes
Drie verklaringen voor succes van Alexander:
  1. Karakter: doorzettingsvermogen, militair inzicht, zelfvertrouwen
  2. Inspelen op lokale gewoontes
  3. Streeft doelbewust naar een gemengde elite

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hellenisme
  • Griekenland = Hellas
  • Verspreiding van de Griekse cultuur
  • Dit gaat zowel bedoeld als onbedoeld
  • --> massahuwelijk in Susa

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diadochen
  • Na de dood van Alexander wordt zijn rijk verscheurd door zijn generaals
  • Uiteindelijke rijken:
  1. Egypte + klein Azië : Ptolemeus
  2. Mesopotamië + Perzische rijk: Seleucus
  3. Griekenland + Macedonië: Antigonus

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen Hellenisme
  • Politieke veranderingen:
Grieks werd de officiële taal, 
bestuursorganen geïntroduceerd (niet democratisch maar oligargisch!)
  • Culturele veranderingen:
    Theater, kunst, religie, tempels.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinse Republiek 

  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Dit heet: aristocratie

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinse Republiek 
  • De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit

  • Controle door volksvergadering

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.

  • Diplomatie en oorlogvoering

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen. Uiteindelijk verjoeg Caesar al zijn tegenstanders ern werd eerste consul.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden.
  • Hij wordt in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt Octavianus hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Romeinse Rijk
753-509 v.C: koninkrijk 
509 - 27 v.C: republiek (volksvergadering en senaat
27 v.C- 476: keizerrijk (keizer en senaat)

https://www.youtube.com/watch?v
=6cWbnUrB51E

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke cultuur
Overname Griekse vormentaal,
filosofie en wetenschap

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romanisering in NW Europa
Bestuurlijk: zelfde wetten
economisch: veilig handelen
sociaal/cultureel: inwoners zijn deel van Romeinse Rijk.


https://schooltv.nl/video/het-verhaal-van-nederland-in-de-klas-romeinen-en-bataven/#q=romeinse%20rijk

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies