Herhalingsles Hoofdstuk 3: Meten en Meetkunde

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

1 ton =

1. 100.000 kg
2. 1.000 kg
3. 1.000 hg
4. 1 hg

5 dl + ..... dl = 4 l

3 dl + .... = 2 liter

Wat is de omtrek?

Een fles wijn van 0,75 liter werd uitgeschonken over 5 glazen. Hoeveel wijn ging er in ieder glas?

1. 20 cl
2. 17,5 cl
3. 15 cl
4. 0,75 cl

De dropfabriek levert een groot blok drop van 50 kilo aan de drogist. Hoeveel zakjes van 250 gram kunnen hieruit worden gevuld?

Hoeveel kilometer leg je met de fiets af in 5 uur als je gemiddeld 21 km/uur fietst?

Hoeveel gram snoep kun je kopen voor 4,50 euro?

1. 450 gram
2. 750 gram
3. 270 gram
4. 550 gram

Hoe lang ben je van huis geweest?

Vandaag is het 3 graden. Morgen is het 5 graden kouder. Wat is de temperatuur morgen?

In een zak potgrond zit 40 liter. Hoeveel dm3 is dat?

1. 0,4
2. 4
3. 40
4. 4000

Een zandbak is 3,5 meter lang en 2 meter breed, wat is de oppervlakte van deze zandbak?

1. 7 meter
2. 14 vierkante meter
3. 1,75 meter
4. 7 vierkante meter

Hoeveel pakken tegellijm heb je nodig voor 25 vierkante meter tegels?

1. 2 pakken
2. 3 pakken
3. 4 pakken
4. 5 pakken

800 cl =

1. 8 l
2. 80 l
3. 0,8 l
4. 800 l

1/2 liter =

1. 50 ml
2. 500 ml
3. 5000 ml
4. 5 ml