Buitengevelisolatie aanbrengen les 1

• Afbouw en Onderhoud
• MBO
• Studiejaar 2

Wat is
buitengevelisolatie?

Opdracht:

Zoek samen met je klasgenoot minimaal 5 voordelen op van buitengevelisolatie en onderbouw dit.

Elk isolatiemateriaal beschikt over een zogenaamde isolatiewaarde.

Deze isolatiewaarde kan je uitrekenen. 

De isolatiewaarde geeft dan aan wat het warmte-isolerend vermogen 

(isolatievermogen) van het materiaal is. 

De formule voor deze berekening is als volgt: R = d / λ 

Daarbij geldt:

                                     R = warmteweerstand (m2 K/W)

                                     d = dikte van materiaal in meter(s)

                                     λ = warmtegeleidingscoëfficiënt (W/mK)

 

De warmteweerstand (R) is de waarde waarnaar we op zoek zijn 

Hoe hoger de R-waarde, hoe beter een bepaald materiaal isoleert. 

 

Om een hogere warmteweerstand (R) te behalen, dient 

het materiaal dik te zijn en de warmtegeleidingscoëfficiënt (λ) laag

Opdracht 1
Een tussenwoning is voorzien van een gevelisolatie met een dikte van 10 cm. Deze PUR isolatieplaat heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0.03 

Wat is de isolatiewaarde (R) van dit materiaal?

R= (dikte in meters /  warmtegeleidingscoëfficiënt) 

1. R = 0,03 : 0,10 = 0,3
2. R= 10 : 0,03 = 333,33
3. R = 0,10 : 0,03 = 3,33
4. R = 0,03 : 10 = 0,003

Opdracht 2
De familie besluit om een dikkere EPS Plaat te nemen met dezelfde warmtegeleidingscoëfficiënt van 0.03. 
Er komt dus nog 5 centimeter extra isolatie bij en heeft nu een totale dikte van 15cm.
Wat wordt dan de isolatiewaarde? 

1. R = 15 : 0,03 = 500
2. R = 0,15 : 0,03 = 5
3. R = 0,03 : 0,15 = 0,2
4. R = 0,03 : 15 = 0,002

Opdracht 3
Wat zijn redenen om te isoleren?

(meerdere antwoorden mogelijk)

1. Isolatie zorgt voor bekleding van de gevel
2. Isoleren biedt bouwkundige verbeteringen
3. Isoleren verminderd energieverbruik
4. Isoleren zorgt voor minder geluidsoverlast

Opdracht 4
Welke factoren hebben invloed op de warmtegeleidingscoëfficiënt?
λ

1. Temperatuur+ helling + materiaalsoort + massa
2. Materiaalsoort + massa + vochtgehalte + temperatuur
3. Ondergrond + massa + vochtgehalte + materiaalsoort
4. Temperatuur + massa + helling + vochtgehalte