2VMBO Spelling Meervouden

Meervouden op -en en -s
Je weet hoe je woorden met een meervoud 
op -en of -s moet spellen.
MEERVOUDEN OP -N EN -S
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Meervouden op -en en -s
Je weet hoe je woorden met een meervoud 
op -en of -s moet spellen.
MEERVOUDEN OP -N EN -S

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

'Lef' is een zelfstandig naamwoord.

Kun je het woord 'lef' in het meervoud zetten?
A
ja, dat wordt 'leffen' .
B
Ja, dat wordt 'lefs'.
C
nee, want het woord 'lef' heeft geen meervoud.
D
nee, ik zou niet weten hoe.

Slide 3 - Quizvraag

Meervouden
Van heel veel zelfstandige naamwoorden 
kun je een meervoud maken.

tafel - tafels
boek - boeken

Je zet er -s of -en achter en klaar! Maar ja,...........


Slide 4 - Tekstslide

Wat is het meervoud van 'strook'?

Slide 5 - Open vraag

Wat moest je doen om van 'strook' het meervoud te maken?
A
-en erachter zetten
B
-en erachter zetten en een -o weghalen.
C
-s erachter zetten
D
-s erachter zetten en een -o weghalen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'tas'?

Slide 7 - Open vraag

Wat moest je doen om van 'tas' het meervoud te maken?
A
-en erachter zetten
B
-sen erachter zetten
C
-s erachter zetten
D
weet ik niet

Slide 8 - Quizvraag

Niet altijd......
Het is dus niet altijd genoeg om -en of -s achter het woord te zetten. Bij sommige woorden moet je meer doen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Kies het juiste meervoud van

gitaar
A
gitaaren
B
gitaren
C
gitaars
D
gitars

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste meervoud van

auto
A
autos
B
autoos
C
auto's
D
autoën

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste meervoud van

baby
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babiën

Slide 13 - Quizvraag

Ik hou van you!
Weet je niet wanneer je 's moet gebruiken?
Denk dan aan de woorden 

Ik hou van you.

Slide 14 - Tekstslide

Ik hou van you.

Staat er een medeklinker voor? Dan 's.
Staat er een klinker voor? Dan -s.

Slide 15 - Tekstslide

Maak het meervoud van

alpaca

Slide 16 - Open vraag

Maak het meervoud van

mango

Slide 17 - Open vraag

Maak het meervoud van

bikini

Slide 18 - Open vraag

Maak het meervoud van

cowboy

Slide 19 - Open vraag

Wat is het meervoud van
'wortel'?
A
wortels
B
wortelen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
'gewoonte'?
A
gewoonten
B
gewoontes

Slide 21 - Quizvraag

Twee
Sommige woorden hebben twee meervoudsvormen.
ziektes - ziekten
methodes - methoden


Slide 22 - Tekstslide

Geen......
Sommige woorden hebben geen enkelvoud.
notulen, onkosten, hersenen, inkomsten, paperassen



Slide 23 - Tekstslide

Geen......
Sommige woorden hebben geen meervoudsvorm.
weer, rijst, informatie, aarde, zand, onzin, melk



Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 tot en met 6 (blz. 226 en 227) in je schrift.
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide